Runderlappen die minder mals zijn hebben een langere stooftijd nodig om smakelijk te worden. Soms zelfs 2 uur en 30 minuten - 3 uur. De slager kan daarover advies geven.
Neem in plaats van citroensap pittige mosterd.
Vervang de wijn door bessensap of door frambozenazijn waarin een theelepelsuiker is opgelost.
Bereidingswijze
Leg de lappen vlees op de vleesplank.
Snijd of knip het randje vet tot op het vlees in.
Bedruppel een zijde van het vlees met 4 eetlepels citroensap.
Strooi daarop naar smaak peper en niet te veel zout.
Leg een lap vlees met de bestrooide zijde op de nog niet bestrooide zijde van een andere pap.
Laat 75 g boter in de vleespan goed warm worden.
Leg het vlees in de pan.
Draai de lappen, zodra een zijde daarvan even is aangehakken.
Snijd intussen de uien overlangs door.
Snijd de halve uien overdwars in smalle plakken en leg die op hat vlees.
Snijd de worteltjes overdwars in vingerdikke stukjes.
Laat de rest van de boter bij het vlees zeer warm worden.
Keer de lappen vlees om en doe de stukjes wortel met de bouillon en de tijm in de pan.
Prik de kruidnagels in het laurierblad en doe dit in de pan.
Sluit die als de inhoud weer kookt en draai de warmtebron laag.
Snijd van de uitjes de wortelgedeelten en het donkerste groen weg.
Was de uitjes en leg ze in de pan.
Controleer na ruim 1 uur of het vlees bijna gaar is.
Verdeel de stukken tomaat over de inhoud van de pan.
Meng het aardappelmeel met een paar lepels van de wijn.
Neem het laurierhiad met de kruidnagels uit de pan en leg de riblappen op de voorverwarmde vleesschotel.
Bind de vloeistof met het papje van aardappelmeel.
Proef de saus en voeg daaraan naar smaak peper, zout en aroma toe.
Serveer de riblappen met een deel van de saus met groente op de warmgehouden vleesschotel.
Serveer de verdere inhoud van de vleespan apart erbij.