2 eetlepels citroensap, droge witte wijn of sherry
Wijntip
Schenk bij deze Oostenrijkse schnitzels een niet zoete witte wijn met een fijn aroma of een halfdroge rosé.
Tip van de kok
Gebruik in plaats van de dure kalfslapjes dunne varkenslapjes.
Gebruik in plaats van kappertjes in stukjes gesneden augurkjes uit azijn.
Serveer gepaneerd vlees nooit in de jus of met jus overgoten. Daardoor wordt het knapperige korstje slap. Dat gebeurt ook als het vlees onder een deksel of iets dergelijks wordt warm gehouden.
Bereidingswijze
Leg de lapjes vlees op de snijplank en sla deze met de zijkant van het keukenbijltje plat.
Wrijf de dunne lappen in met peper en zout.
Doe het losgeklopte ei, de paneermeel en de bloem elk afzonderlijk in borden.
Haal de kalfslappen door de bloem en klop de overtollige bloem van het vlees.
Haal ze vervolgens één voor één door het ei en wentel ze door het paneermeel.
Klop het paneermeel goed aan.
Laat de boter goed warm maar niet bruin worden.
Bak de lapjes eerst aan de ene zijde in 4-5 minuten mooi van kleur, draai ze dan om en laat het vlees aan de andere zijde in 4-5 minuten mooi van kleur en gaar worden.
Leg intussen op de plakjes citroen 1 tot 2 ansjovisfilets in de vorm van een ring.
Vul de ringen met kappertjes.
Garneer met partjes tomaat.
Neem de dikste nerven uit de slablaadjes of druk die nerven plat en beleg de serveerschotel met de kropslablaadjes.
Garneer de schnitzels op de schotel met de plakjes citroen, steek in elk daarvan een plukje peterselie.