Rob's web

Rondom de geboorte

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Rondom de geboorte


Inleiding

De pupsterfte gedurende de eerste twee levensweken wordt geschat op 20 à 30%. Een bekend verschijnsel: ogenschijnlijk gezonde pups die "het niet doen". Ze drinken niet, zijn suf, liggen apart en sterven binnen 2 à 3 dagen. Naast anatomische afwijkingen en infectieuze aandoeningen waar weinig aan te doen valt, zijn onderkoeling en vochtgebrek de voornaamste oorzaken van pupsterfte. Dit kan zowel aan de teef als aan de pup zelf liggen.

Na de geboorte moeten pups snel, voldoende colostrum (= moedermelk) binnen krijgen, enerzijds als afweerstoffenbron, maar vooral als vocht- en energiebron.

Energie om hun lichaamstemperatuur op peil te brengen en te houden, vocht voor het bloedvolume en een goede doorbloeding van alle lichaamsdelen.

Kontrole

De teef: Na het werpen kontroleert u de geslachtsopening op verwondingen of scheuren. Het bloedverlies moet zeer beperkt zijn. Kontrole van de melkklieren moet snel en vriendelijk gebeuren: geven alle tepels vlot melk zonder pijnreaktie van de teef? Een lichte stuwing is normaal en zelfs gewenst. De algemene toestand van de teef na de verlossing moet u beoordelen in het kader van het geboorteverloop. Een uitgeputte teef nà een vlotte, gemakkelijke verlossing zal direkt diergeneeskundige hulp nodig hebben, mogelijk dreigt er een bloed-calciumtekort.

De pups

Na inspectie van de teef is het aan te bevelen alle jongen kort, maar grondig, te kontroleren en na kontrole bij de teef aan te leggen. Kontroleer de volgende punten specifiek:

Door deze manipulaties krijgt u meteen een indruk van de verschillen van de pups in vitaliteit, lichaamstemperatuur en gewicht.

Warmte en vocht

Een zwakke pup zal weinig of niet drinken. Het energiegebruik uit zich direkt in een dalende lichaamstemperatuur, de pup wordt slap en stil, komt apart te liggen en wordt vaak als niet levensvatbaar beschouwd. Deze ogenschijnlijk stervende pups zijn echter nog goed te redden door hun lichaamstemperatuur op peil te brengen door middel van een wamtelamp, kruiken of bij voorkeur uw eigen lichaamswarmte. Meestal gaan ze spontaan weer zuigen als ze "op temperatuur zijn".

Als de teef onvoldoende of geen melk heeft of onverhoopt sterft tengevolge van de verlossing, kunt u de pups met de zuigfles groot brengen. Verse, onverdunde schape- of geitemelk benadert qua samenstelling en energie de melk van de hond uitstekend. Koemelk is te waterig.

Ontwormen

Elke jonge hond zal wormeieren binnen krijgen via de moedermelk, hoe goed u de teef ook ontwormd heeft.

De levenscyclus van de spoelworm is ongeveer drie weken, zodat een eerste ontworming van de pups in de vierde levensweek al aan te raden is en vervolgens om de drie à vier weken.

Vaccineren

Een teef die deugdelijk ingeënt is tegen hondeziekte, besmettelijke leverziekte en Parvo, wordt verondersteld haar pups een zes tot acht weken durende bescherming te geven. Vaccinaties vóór de zes weken zijn alleen zinvol in noodgevallen, b.v. bij een parvo-uitbraak in uw kennel. Het moment van de Parvo-vaccinatie van de pups is moeilijk in algemene regels samen te vatten, het hangt onder meer af van de "Parvo-status" van uw kennel. Probeer te allen tijde te vermijden dat het spenen in dezelfde week valt als het vaccineren. De stress van het spenen beïnvloedt de effectiviteit van de vaccinatie nadelig.

Na het spenen kunnen de pups direkt brokjes of diner. De hoeveelheid calcium, vitamine A en D die de pups krijgen is voldoende voor een gezonde ontwikkeling, groei en een goed skelet. Geef absoluut geen extra calcium of AD3-druppels. De stelling: "Baat het niet, dan schaadt het niet", gaat hier niet op: te veel calcium of vitamine D3 verstoort de skeletontwikkeling en verhoogt de kans op heupdysplasie.

Laat de pups rustig groeien, maak er geen wedstrijd van om de grootste en zwaarste pups te kunnen verkopen en vertel dit ook aan de nieuwe eigenaar.

Mevr. Dr. M. H. Buijnink, dierenarts