Rob's web

Fysiotherapie bij huisdieren

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Fysiotherapie bij huisdieren


Nu de fysiotherapie bij huisdieren steeds meer in de belangstelling komt te staan en nog steeds te weinig mensen weten welke mogelijkheden de fysiotherapie aan huisdieren biedt, is het zinvol hier iets meer over te weten.

Zes jaar geleden ben ik, na twintig jaar als humaan fysiotherapeute gewerkt te heben, overgestapt op het behandelen van huisdieren. De aanleiding hiertoe was een Teckel van vrienden die door een ernstige hernia verlamd was en waar veterinair geen mogelijkheden meer voor waren. De hond moest dus inslapen! Na enige malen fysiotherapie begon hij weer te lopen. Deze hond is volledig hersteld en heeft nog jaren zonder problemen kunnen lopen en leven. Zo verging het ook een aantal honden die mij door de dierenarts werden gestuurd en omdat de resultaten van de fysiotherapie zó goed waren, werden ook dieren met andere aandoeningen van het bewegingsapparaat gezonden.

Intussen had ik een studie gemaakt van de anatomie en de bewegingsleer van de hond en ben ik gaan uitzoeken welke apparaten die in de humane fysiotherapie gebruikt worden, geschikt waren om op dieren toe te passen. Het bleek toen, dat lang niet alle apparatuur die in de humane fysiotherapie wordt gebruikt geschikt is om dieren mee te behandelen. Sommige behandelingsmethoden kunnen voor het dier gevaarlijk en schadelijk zijn. De behandelkamer is uitsluitend ingericht voor dieren en aan sommige apparaten zijn speciale snoervoorzieningen gemaakt. Het laserapparaat is snoerloos zodat het dier niet met de poten in de snoeren verward kan raken.

De dieren komen uit het hele land en zelfs uit het buitenland. Voor dieren waarvan de baas moeilijk een paar keer per week op en neer kan rijden is een oplossing in een klein dierenpension gevonden. De eigenaresse (zij is tevens dierenarts-assistente) verzorgt de honden in huis en komt er mee naar de therapie.

In deze jaren heb ik veel ervaring opgedaan in het behandelen van allerlei aandoeningen van het bewegingsapparaat van verschillende dieren. Niet alleen honden, katten en paarden zijn met fysiotherapie behandeld, maar ook konijnen, een kangoeroe en een kip hebben al kennis gemaakt met de fysiotherapie. Het is gebleken dat aandoeningen waar veterinair niets meer aan te doen is met fysiotherapie verbeteren en genezen.

Aandoeningen die met fysiotherapie te behandelen zijn

Spondylose

Spondylose deformans, ofwel spondylose (van het Griekse spondylos = wervel), is een botwoekering aan de onderkant - de buikkant van de wervellichamen, waardoor een soort botbruggen tussen de wervels ontstaan. Spondylose komt veel voor bij grote rassen - vooral bij Boxers - maar soms ook bij kleine rassen zoals de Poedel en de Yorkshire Terrier. Spondylose is een pijnlijke zaak voor de hond. Er treedt een verstijving op van een of meer tussenwervelgewrichten. De hond heeft problemen met het gaan liggen en moet eerst een aantal rondjes draaien. Ook met het opstaan zijn er moeilijkheden. Hij kan slecht opspringen en vaak is er spierverval (atrofie) van de achterhand. Doordat de geleiding in de ruggemergszenuwen gehinderd wordt kan hierdoor ook een gehele of gedeeltelijke verlamming van de achterhand ontstaan. De hond sleept met de nagels over de grond en soms ontstaan er verwondingen aan de bovenkant van de tenen. Ook kan hij de kontrole over urine en ontlasting verliezen.

Het is altijd nodig om door middel van een röntgenfoto vast te stellen of het inderdaad spondylose is omdat dit soort verschijnselen ook voorkomt bij andere aandoeningen zoals b.v. een hernia. Bij herdershonden zien we ook vergelijkbare verschijnselen die vaak berusten op een degeneratie van het ruggemerg.

Spondylose kan met fysiotherapie behandeld worden, o.a. met laser. Zijn er verlammingsverschijnselen, dan is het nodig om electrotherapie toe te passen. Warmte geeft ontspanning van de pijnlijke rugspieren die door het slechte gebruik (door verstijving van de wervelkolom) meestal niet meer optimaal kunnen funktioneren. Warmte kan gegeven worden door middel van warmtepakkingen maar ook een rode lamp op de rug vinden de honden fijn. Met oefentherapie zal vooral de nadruk liggen op het behouden van de mobiliteit van de wervelkolom en spierversterkende oefeningen voor de achterpoten bij achterhandslapte.

Hernia

In principe kan ieder hond een hernia krijgen maar het meest komt de hernia voor bij de Teckel, de Pekingees en de Basset. De oorzaak hiervan ligt bij deze rassen in een degeneratieve verandering (dystrofie) met of zonder verkalking van de tussenwerveischijven. Bij overbelasting, zoals b.v. overgewicht, trappen lopen en opspringen kan een verkalkte tussenwervelschijf scheuren en de nucieus pulposus gaan uitstulpen. Afhankelijk van de plaats en de ernst van de hernia kunnen ernstige zenuwverschijnselen zich voordoen. Soms heeft de hond alleen veel pijn maar hij kan ook verlamd raken.

Bij een nekhernia is de hond geheel verlamd en kan zelfs de kop niet meer optillen. Bij een hernia in een lager gedeelte van de rug (meestal overgang borst -lendewervels) is alleen de achterhand verlamd. Vaak is ook de blaas- en rectum functie gestoord en kan de hond niet meer plassen. Het is belangrijk de blaas regelmatig leeg te masseren omdat anders een blaasontsteking met een daaruit voortvloeiende nierweginfectie zou kunnen ontstaan. Als de poten weer gaan functioneren kan de hond meestal ook weer zelf plassen.

Een hond met een hernia moet in eerste instantie rust hebben en warm gehouden worden. Meestal worden er röntgenfoto's gemaakt om de plaats van de hernia vast te stellen en injecties gegeven om de druk op het ruggemerg te verminderen. Na ongeveer een week kan met fysiotherapie begonnen worden.

De hernia wordt behandeld met laser en bij verlamming is het nodig de pootjes te electriceren. In een later stadium kan pas overgegaan worden op het oefenen van de rug- en buikspieren. Oefeningen voor de pootjes kunnen al direct worden gedaan. Ook hier is warmte door middel van pakkingen of een infra-rode lamp een goede therapie die de eigenaar ook thuis kan toepassen. Is de hond te zwaar dan zal hij in overleg met de dierenarts moeten afslanken.

Arthrose

Arthrose is een degeneratieve aandoening van de gewrichten, vooral op hoge leeftijd. Meestal betreft het de grote gewrichten, zoals heupen, ellebogen en knieën. Gewrichtskraakbeen kan men zich voorstellen als een stootkussen en heeft een belangrijke taak bij het opvangen van belastingen. Krachten die bij gezond kraakbreen gemakkelijk kunnen worden opgevangen kunnen bij beschadigd kraakbeen leiden tot overbelasting van het gewricht, met als gevolg een verdere aantasting van het gewrichtskraakbeen. Als er kraakbeen-defecten zijn opgetreden is volledig herstel niet mogelijk. Er worden wel herstelprocessen aangetroffen, maar het herstelde kraakbeen is minder belastbaar dan het oorspronkelijke kraakbeen.

Arthrose zien we bij honden op oudere leeftijd maar ook bij honden die (al jong) veel te dik zijn wat tot overbelasting van de gewrichten aanleiding kan geven. Een hond met arthrotische gewrichten heeft problemen met starten en is na een wandeling snel vermoeid. In ernstige gevallen kan er een zwelling van het gewricht ontstaan met als gevolg een beperking van de bewegingsmogelijkheid van het gewricht. Op den duur ontstaat een contractuur van het gewricht (verstijving). Met fysiotherapie kan, afhankelijk van de bereikbaarheid van het gewricht laser toegepast worden. De doordringbaarheid van laser is ongeveer 5 cm.

Door middel van pakkingen kan het gewricht met warmte behandeld worden. Meestal is er door het verminderde gebruik van de poot spieratrofie (spierverval) ontstaan waar met spierversterkende electrotherapie wel wat aan gedaan kan worden. Oefenen en lopen met de hond moeten zorgvuldig bekeken worden want het niet belasten van een gewricht zal het kraakbeen ook nadelig beïnvloeden. We moeten dus gaan zoeken naar een belasting die niet zó groot is dat de belastbaarheid wordt overschreden. Dus, beter vier keer per dag een kwartier lopen dan een uur! Een hond die te dik is moet in overleg met de dierenarts afvallen.

Heupdysplasie

Bij een normaal heupgewricht sluit de dijbeenkop (femurkop) en de heupkom (acetabuium) goed op elkaar aan en worden in deze positie gehouden door de gewrichtskapsel, banden en omringende spieren. Bij heupdysplasie is deze aansluiting onvoldoende. De heupkom kan onvoldoende hol zijn en de dijbeenkop te plat wat later tot arthrose aanleiding kan geven.

De meeste klachten ontstaan tussen 5-14 maanden. Aan de jonge hond valt op dat hij niet graag meer wil spelen, af en toe kreupel is en veel ligt. Soms hoor je de hond tijdens het lopen sloffen. Bij oudere honden verergeren de klachten geleidelijk en we zien een moeizaam opstaan en lopen met een kromme rug.

Het is zinvol om een hond met heupdysplasie zo jong mogelijk te laten behandelen zodat er geen schade aan het heupgewricht ontstaat. Beschadiging met botwoekeringen ontstaan door te grote speling tussen kop en kom. Met fysiotherapie kan door middel van laser de pijnklachten worden verminderd. Daarnaast worden de spieren rondom het heupgewricht met een bepaalde vorm van electrotherapie zodanig versterkt dat het heupgewricht door een spierkorset omgeven wordt, waardoor meer stabiliteit ontstaat en de schade aan het gewricht zoveel mogelijk beperkt kan blijven.

Massage heeft bij heupdysplasie geen enkele zin. Naast de oefeningen die de baas thuis met de hond moet herhalen zijn fietsen (rechtlijnig naast de fiets lopen) en zwemmen een goede therapie. Het fietsen moet geleidelijk worden opgevoerd.

Radialis paralyse

Dit is een verlamming van de voorpoot (de Nervus Radialis = spaakbeenzenuw), en ontstaat bijna altijd door een ongeval. Meestal is de hond aangereden of heeft hij met de poot beklemd gezeten. Het dier heeft totaal geen kontrole over de poot en sleept met de bovenkant van de voet over de grond de poot met zich mee. Aan de nagels en de bovenvoet ontstaan vaak lelijke wonden die snel infecteren. Als de hond niet spontaan herstelde was er veterinair vaak niets anders aan te doen dan de voorpoot te amputeren.

Met fysiotherapie, mits niet te lang na het ongeval aangevangen, zijn al heel wat poten behouden gebleven. Bij honden duurt het herstel langer (maanden) dan bij katten (meestal zes tot acht behandelingen). Het verschil in funktie van de voorpoot van de hond en die van de kat speelt hierin een belangrijke rol. De kat is met klimmen, vangen en grijpen meer op zijn voorpoot aangewezen dan de hond. De fysiotherapie bestaat uit het behandelen van de kneuzing door warmte en eventueel ultrageluid.

Daarnaast moet electrotherapie worden toegepast om de beschadigde zenuw weer te aktiveren. Ook hier worden oefeningen gegeven die thuis herhaald moeten worden. Zwemmen is ook een uitstekende oefening voor de voorpoot.

Kruisbanden van de knie

De kruisbanden bevinden zich in het kniegewricht en bestaan uit een achterste en een voorste kruisband. De funktie van de kruisbanden is, tezamen met de kniegewrichtskapsel en nog wat andere ligamenten, te zorgen voor de stabiliteit van het kniegewricht. Een grote kracht die op de banden uitgeoefend wordt kan leiden tot beschadiging, zoals b.v. een plotselinge draaiing van de knie waarop het gewricht rust. Het kan ook gebeuren tijdens het rennen als de hond in een kuil stapt. Beschadigde of uitgerekte kruisbanden kunnen goed met fysiotherapie in kombinatie met rust behandeld worden. De bereikbaarheid van het gewricht maakt het goed mogelijk hier laser op toe te passen.

Daarnaast kunnen de spieren versterkt worden met oefentherapie en electrotherapie. Het aan de lijn lopen zal de eerste tijd noodzaak zijn. Kruisbanden die helemaal kapot zijn moeten operatief behandeld worden. Enige tijd na de operatie kan met fysiotherapie begonnen worden wat de herstelperiode zal verkorten.

Rheumatoide aandoeningen

Dit kan voorkomen in hals- en lendegebied en is vooral een kwaal waar Poedels en Teckels aan kunnen lijden. De nek is opgezet en de kop wordt angstvallig stil gehouden want bij bewegen gilt de hond van de pijn. Men denkt wel eens dat de hond ook geen eetlust heeft maar vergeet dat hij om bij zijn etensbak te komen de kop moet buigen wat erg pijnlijk is (etensbak omhoog zetten). In het lendegebied komt het soms zo hard aan dat de hond niet meer op kan staan. Deze verschijnselen zien we soms bij oude teven en de oorzaak ligt dan meestal in de hormonenhuishouding. Naast medicatie helpen hier warme pakkingen goed.

Na een operatie

Na een operatie aan voor- of achterpoot wil het wel eens voorkomen dat de hond op drie poten blijft lopen ook al is er medisch gezien geen reden voor. Soms zijn er lichte contracturen en meestal is er spierverval omdat de poot enige tijd niet gebruikt is. Met een aantal keren fysiotherapie, waarbij vooral spierversterkende oefeningen worden gedaan die zoveel mogelijk de funktie van de spier aanspreken, eventueel aangevuld met apparatuurbehandeling is vaak het resultaat dat het dier na enige behandelingen weer op de poot kan lopen.

Na een operatie aan de rug, bijvoorbeeld een hernia-operatie, komt het nogal eens voor dat de hond niet kan lopen. Vaak heeft hij ook geen kontrole over de urine en de ontlasting. Als hij zelf wat kan lopen is de motoriek vaak zo slecht dat hij slingert en steeds omvalt. Bijna altijd moet hier electrotherapie worden toegepast.

De oude hond

Bij oude honden gaat het vaak net als met mensen. Ze krijgen wat problemen met het lopen, het opstaan gaat wat moeilijker en ze worden soms wat slap op de achterhand. Met af en toe wat fysiotherapie is het leven soms wat prettiger te maken en zal de hond als hij merkt dat hij weer wat beter vooruit kan zelf ook meer aktiviteit gaan ontplooien.

Wilt u meer weten over de fysiotherapie dan maken wij u attent op het boek "Handboek hondenverzorging", geschreven door Dr. M. A. J. Verwer, oud-lector Diergeneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Hierin schrijft Mevr. Blancke-Hartemink als gastschrijfster over de fysiotherapie bij honden.

C. A. Blancke-Hartemink, Fysiotherapeute