Rob's web

Braken

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Braken


Vrijwel iedere hond braakt weleens. Honden braken namelijk erg makkelijk. Hoewel katten er wat meer moeite mee hebben, braken ook deze dieren vrij regelmatig. Het zo nu en dan overgeven is in de meeste gevallen betrekkelijk onschuldig. Beroerder is echter, dat het ook een symptoom kan zijn van velerlei ernstige en minder ernstige ziekten. Juist omdat braken zo veelvuldig voorkomt, kan het geen kwaad hieraan eens wat aandacht te besteden.

Tijdens het braken wordt de maaginhoud op krachtige wijze via slokdarm en mond naar buiten gebracht. Dit gebeurt via een ingewikkelde reflex, waarbij erg veel zenuwbanen en spieren betrokken zijn. In de hersenen bevindt zich zelfs een speciaal braakcentrum. Zoals gezegd hebben vooral honden weinig moeite met overgeven en dat is misschien maar gelukkig ook. Honden zijn nu eenmaal niet kieskeurig wat het eten betreft. Verkeerd voedsel en vreemde voorwerpen worden vrij vaak dankzij, het spoedige braken uit het lichaam verwijderd, voordat verdere narigheid wordt veroorzaakt.

Het is beslist niet zo dat alle diersoorten makkelijk braken. Paarden bijvoorbeeld braken bijna nooit. Doen ze dit wel, dan is dit alarmerend. Voordat een dier gaat overgeven, wordt het veelal eerst onrustig. Katten gaan klagend miauwen. Vervolgens gaan ze ook flink speekselen en dientengevolge kwijlen of slikken. Het dier voelt zich overduidelijk niet prettig. Tenslotte worden er in een specifieke lichaamshouding met buik en borst heftige pompende bewegingen gemaakt, waarbij het gehele lichaam gespannen lijkt te zijn. Uiteindelijk komt dan de maaginhoud met kracht naar buiten. Vooral honden kunnen soms braakneigingen vertonen, terwijl ze toch niet braken. Dit zien we nogal eens, wanneer het dier last heeft van hoestbuien. Tijdens zo'n hoestbui begint het dier dan te kaken.

Belangrijk

Het aspect van het braaksel is van bijzonder groot belang. De dierenarts zal de eigenaar van het dier met braakklachten hier altijd naar vragen. Om enkele voorbeelden te noemen: In het braaksel kunnen zich een paar sliertjes lichtrood gekleurd bloed bevinden. Dit kan afkomstig zijn uit de slokdarm (wondje). Schuimig, licht-rood gekleurd bloed is echter afkomstig uit de longen.

Donkerbruin tot zwart verkleurd bloed komt uit de maag - bijvoorbeeld bij een verwonding van de maagwand of een maagzweer. Er kan zelfs darminhoud gebraakt worden. Dit kunnen stuk voor stuk ernstige symptomen zijn. Het spoedig kontakt opnemen met de dierenarts is dan van het grootste belang. Bij jonge dieren treffen we een enkele keer spoelwormen aan in het braaksel. Deze kunnen daar toevallig aanwezig zijn, maar ook is het mogelijk dat de spoelwormen zelf het braken veroorzaken omdat zij de maagwand prikkelen.

Teveel tegelijk

Sommige honden braken wanneer ze honger hebben, bijvoorbeeld 's morgens vroeg. Het weinige braaksel bestaat dan uit een taai, wit-schuimig slijm. In veel gevallen kunnen we dit braken voorkomen door de hond zijn rantsoen verspreid over de dag te geven. Een andere, veel voorkomende oorzaak van overgeven is het teveel tegelijk eten. Vooral honden kunnen erg gulzig zijn. Wanneer ze dan teveel eten of wanneer het eten te warm o te koud is, of wat anders van samenstelling dan gewoonlijk, wordt de gehele maaginhoud weer uitgebraakt. Een gezonde hond zal het braaksel dan meestal weer rustig opeten. Een kat doet dit zelden.

Vooral bij jonge honden, die we willen wennen aan minder frequent eten per dag, moeten we wat het bovenstaande betreft voorzichtig zijn. Honden die erg gevoelig zijn voor braken vlak na het eten, kunnen beter hun voedsel verdeeld over 2 à 3 maaltijden per dag krijgen. Bovendien is het nuttig om deze honden na het eten enige tijd rust te geven.

De aanwezigheid van verschillende dieren in hetzelfde vertrek tijdens het voeren werkt overigens het schrokken in de hand en is bij gevoelige honden dus niet verstandig. Wanneer de slokdarm verstopt is (bijvoorbeeld door een botje), of wanneer er een verwijding in de slokdarm aanwezig is, zien we meestal dat het eten al vrij spoedig na het doorslikken wordt overgegeven. Het voedsel is dan nog niet in de maag -geweest. Een verkeerd dieet kan gemakkelijk aanleiding geven tot een afwijkend en overgevoelig maagslijmvlies, waardoor herhaaldelijk braken optreedt en het dier ook minder eetlust krijgt. We zien dit ook wel bij kouvatten of bij diverse infektieziekten (o.a. hondeziekte). Een onschuldige, maar vaak voorkomende oorzaak van braken, zowel bij de hond als de kat, is het eten van gras. Waarom de dieren er zo dol op zijn is een tamelijk duistere zaak. Een kat kan in huis bijna nooit van grasachtige planten (bijvoorbeeld de papyrus) afblijven. In ieder geval prikkelen de scherpe plantendelen de maagwand dermate, dat het dier al spoedig gaat braken. Gaan hond of kat toch niet braken dan zullen de soms lange grassprieten onverteerd in de ontlasting aanwezig zijn. Vleeseters verteren rauwe plantendelen immers niet. Een andere, lastiger en gevaarlijker gewoonte van sommige, vaak jonge honden, is het opeten van vreemde voorwerpen zoals stukken speelgoed, stenen, papier etc. Vaak wordt dit al snel weer uitgebraakt en dat is maar gelukkig ook, want dan kan het geen verdere moeilijkheden veroorzaken.

Wagenziekte

Hoewel veel honden het erg plezierig vinden om in een auto mee te rijden, geeft dit toch bij diverse dieren problemen. Deze krijgen namelijk last van wagenziekte, waarbij ze dan ook weer braken. Jonge honden moeten soms langzamerhand aan het autorijden wennen. Meestal lukt dit wel, vooral als met korte ritjes wordt begonnen. Het is bovendien niet goed om gevoelige dieren vlak voor de rit nog eten te geven. Tijdens de tocht, de hond indien mogelijk, vaak even uitlaten. Bovendien kan de dierenarts tegen de wagenziekte pillen verstrekken, die dan enige tijd voor de rit ingenomen moeten worden.

Uit het bovenstaande blijkt wel dat het braken vele oorzaken kan hebben, soms zelfs zeer ernstige (bijvoorbeeld vergiftiging, nierziekten). Het is dan ook van belang de dierenarts te raadplegen wanneer het dier een zieke indruk maakt, zeer vaak wordt gebraakt of wanneer ook andere symptomen aanwezig zijn zoals diarree, pijnuitingen etc. Uiteraard ook indien het dier koorts heeft, of het braaksel een vreemde samenstelling heeft (bloed, vreemde voorwerpen). Wanneer het dier slechts enkele keren braakt en verder gezond lijkt te zijn en ook een redelijke eetlust heeft, kunnen we beginnen met de hond of kat de eerste 24 uur te laten vasten. Uiteraard wel water geven! Daarna het eten in kleine porties verspreid over de dag geven. Dit eten kan dan eerst bestaan uit melk, bouillon of een zacht gekookt el en wat fijngemaakt vlees. Langzamerhand kan dan weer op het normale voedsel worden overgegaan mits het dier niet meer braakt. Het is zeker een mooie gelegenheid om het normale dieet weer eens kritisch te bekijken. Blijft het dier ondanks het vasten toch braken, dan uiteraard kontakt opnemen met de dierenarts.