Rob's web

Het gebit van de hond

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Het gebit van de hond


Het blijkt dat er bij vele mensen nogal wat onduidelijkheden bestaan ten aanzien van het gebit van de hond. Dit blijkt o.a. tijdens regiodagen en uit vragen naar aanleiding van keurraporten.

Daarom heeft de redactie (Andre de Hond, Carla v.d. Horst en Caroline ReijndersSmits) onderstaand stuk voor u geschreven, waarin uitleg wordt gegeven over de verschillende soorten tanden, opbouw, functie, wisselen, standen en de verzorging van het gebit. Wij hopen hiermee een aantal van uw vragen beantwoord te hebben.

Het begin

Puppies worden zonder tanden en kiezen geboren. Drie weken na de geboorte verschijnen de eerste tandjes van het melkgebit. Dit melkgebit bestaat in totaal uit 28 tanden en kiezen en ontwikkelt zich in ongeveer vier weken tijd. Eerst breken de hoektanden door, gevolgd door de snijtanden. Rond de vijfde levensweek verschijnen de kiezen.

Soort tand en functie

Bij het gebit van de hond, dat net als bij de mens een wisselgebit is, onderscheidt men:

Gebitsformule van het melkgebit

Het melkgebit heeft 28 elementen in de volgende verdeling:
bovenkaak: 3p 1c 6i 1c 3p
onderkaak: 3p 1c 6i 1c 3p

p = premolaren (valse kiezen);
c = cuspidaten (hoektanden);
i = incisieven (snijtanden).

Het wisselen

De snijtanden en de hoektanden wisselen na 4 a 5 maanden. De premolaren op een leeftijd van 5 a 6 maanden. Normaal is de wisseling met een half jaar klaar. Ondertussen verschijnen ook de eerste molaren en ontstaat langzaam maar zeker het definitieve gebit.

Enkele tips voor het wisselen

Gebitsformule van het blijvend gebit

Het blijvend gebit heeft 42 elementen in de volgende verdeling:
bovenkaak: 2M 4P 1C 6I 1C 4P 2M
onderkaak: 3M 4P 1C 6I 1C 4P 3M

M = molaren (waren kiezen);
P = premolaren (valse kiezen);
C = cuspidaten (hoektanden);
I = incisieven (snijtanden).

Als we kijken naar de wisselcyclus, zien we dat de premolaar P1, ook wel wolfskies genoemd, geen deel uitmaakt van het melkgebit.

De anatomie van het gebit

Het gebit is het hardste weefsel dat het lichaann kent. Het bestaat uit tandbeen waarover een keiharde laag glazuur zit. Het glazuur beschermt het onderliggende tandbeen (dentine) tegen invloeden van buitenaf (zoals koude, warmte, zoet e.d.) en stelt de hond in staat door vlees en botten heen te bijten. De kern van elk element wordt gevormd door de tandzenuw (pulpa). De wortel (radix) is bekleed met een laag wortelcement en is door middel van fijne, maar zeer sterke vezels in het kaakbot verankerd. Dit geheel van vezels (paradontium) is het steunapparaat van het element. Dit is in staat de soms grote (kauw)krachten op te vangen en over het kaakbot te verdelen.

De standen van het gebit

Wat de standen van de boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar betreft, zijn er bij honden een aantal gebitsstanden mogelijk:

schaargebit: een gebitsvorm, waarbij de snijtanden van de bovenkaak precies voorlangs de snijtanden van de onderkaak sluiten (vergelijkbaar met de snijhelften van een schaar);
tanggebit: een gebitsvorm, waar bij de snijtanden niet langs elkaar glijden, maar percies op elkaar sluiten (vergelijkbaar met een nijptang);
boven-voorbijter: een gebitsvorm waarbij de snijtanden uit de bovenkaak verder naar voren steken dan de snijtanden uit de onderkaak;
onder-voorbijter: een gebitsvorm, waarbij de snijtanden uit de onderkaak verder naar voren steken dan de snijtanden uit de bovenkaak.

Zowel de boven- als de ondervoorbijter, alsmede het ontbreken van meerdere tanden, kunnen bij bepaalde rassen worden gezien als ernstige fouten. Een herder dient te beschikken over een compleet schaargebit.

Verzorging van het gebit

Om te voorkomen dat het gebit van uw hond verwoest wordt, geven we hem nooit snoep, chocolade of koekjes die voor menselijke comsumptie bestemd zijn. Als u uw hond eens extra wilt verwennen, zijn daarvoor uitstekende hondekoekjes bij de dierenspeciaalzaak te koop.

Regelmatig poetsen van het gebit van uw hond met een gewone harde tandenborstel en schoon water of hondenpasta, zal er voor zorgen dat de voedselresten die aan het gebit blijven plakken, verwijderd worden. Als u het gebit regelmatig poetst, zult u uw hond helpen sterke, gezonde en witte tanden te houden. Maak het gebit van uw hond nooit schoon met een schuur- of ander reinigingsmiddel. Daarmee maakt u de emaillelaag kapot, waardoor de tanden en kiezen snel kunnen rotten.

Mocht er zich ondanks uw goede voorzorgen toch na enige tijd tandsteen op het gebit hebben gevormd, dan kunt u dat met een speciaal daarvoor gemaakt schrapertje verwijderen. U werkt daarmee vanaf het tandvlees en drukt dan stevig over de tand of kies naar beneden. In plaats van dit schrapertje kunt u ook de nagel van uw duim laten dienstdoen. U dient tandsteen beslist te verwijderen, omdat anders de tanden of kiezen uitvallen. Als u zelf niet in staat bent deze klus te volbrengen, vraag dan hulp aan uw dierenarts.

Voedselresten op en tussen het gebit blijven nog al eens achter na het eten van zacht voedsel. Bij het voeren van harde brokken of goed kauwbot krijgt de hond ook een behoorlijke reiniging van zijn gebit. Maar dit mag nooit in de plaats komen van het poetsen.

©Het Collieblad juni 1993