Rob's web

Baas en hond

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Baas en hond


Inleiding

Je bent eigenaar geworden van een hond. Maar . . . je wilt wat meer: je wilt baas worden over je hond en wel met twee-richtingsverkeer; niet alleen zijn baas zijn, maar je hond moet je ook als baas zien. Geen kunst aan, zult u zeggen. Een hond(je) hecht zich makkelijk aan een mens, wanneer je maar lief/aardig voor hem bent en hem zijn eten verstrekt. Nou . . . dat is het dus niet helemaal. Natuurlijk zal een hond in zo'n geval een duidelijke toeneiging tot die mens vertonen, want hij is niet gek. Een hond is namelijk een egocentrisch wezen, d.w.z. dat hij erop gericht is zich wel te bevinden. En wanneer mensen zijn pad kruisen die dat streven bevredigen, zal hij ze vriendelijk gezind zijn. Maar ... er is meer.

Domesticatie

U heeft een dier in huis gehaald dat weliswaar gedomesticeerd is (tam gemaakt) en dus als zodanig niet meer duidelijk herkenbaar is als 'wild' dier, maar het toch wel degelijk is. En het zijn juist deze wilde eigenschappen die een hond zo bij uitstek 'geschikt' doen zijn als huisdier:

Communicatie - gedrag

Zo'n taal is er, al is het voornamelijk een teken taal:

Hoe groter een hond zich maakt en hoe meer lichaamsdelen naar voren of omhoog gericht worden, des te zekerder en zelfbewuster een hond zich voelt. Hij wil gezien/geroken worden: Hier ben ik!

Hoe kleiner een hond zich maakt en hoe meer lichaamsdelen naar beneden/naar achteren of omlaag gericht worden, des te minder zeker en minder zelfbewust een hond zich voelt en des te minder hij gezien/geroken wil worden: ik ben er eigenlijk niet!

Het eerste noemen we dominant gedrag, d.w.z. de hond voelt zich hoog in rang. Het tweede noemen we niet-dominant of onderworpen gedrag, d.w.z. de hond voelt zich laag in rang.

Tussen deze twee uitersten liggen allerlei tussenvormen van dominant en onderworpen gedrag, een en ander afhankelijk van de situatie van de samenstelling van de groep.

Deze gedragingen kunt u uitstekend zelf waarnemen, wanneer uw hond een onbekende soortgenoot tegen komt en daarbij alleen is, d.w.z. zonder.de 'steun' van een andere aanwezige hem bekende hond.

Ook tegenover uzelf en uw gezinsleden vertoont uw hond een Scala van gedragingen. Probeer deze eens to vertalen vanuit de hondentaal in de mensentaal, dan leert' u hoe uw hond zich voelt. Zo kunt u de aard van het beestje een beetje leren kennen.

Gedrag van de mens

Dit is heel belangrijk, omdat u ook moet leren inspelen op de aard van uw hond voor wat betreft uw eigen optreden. Bijv. tegenover een hond met een dominant gedrag moet uw optreden anders zijn dan tegenover een hond met voornamelijk onderworpen gedrag. lk wil hierbij ook nog duidelijk een onderscheid maken tussen aangeboren en verworven dominantie.

Vele honden met 'slappe' bazen laten dikwijls verworven dominant gedrag zien (en gelijk hebben ze!) Een hond zal zich namelijk net zo dominant gedragen als hij ruimte krijgt van zijn baas om te zijn.

In beide gevallen, bij dominante en bij onderworpen honden bent u even 'streng' = consequent, maar in het eerste geval vertoont u massief rangorde-gedrag, d.w.z. duidelijk vanuit uw torenhoge positie naar beneden = hond.

U maakt u dus duidelijk groot en u geeft uw hond geen duimbreed toe! In het tweede geval maakt u zich niet zo groot, bijv. niet vanuit een rechtopstaande positie en u speelt heel erg veel met het hondje, waarbij u hem veel, heel veel laat 'winnen'. Maar . . . u blijft even streng = consequent.

Heel veel fouten worden gemaakt door bij honden, met een wat onderworpen gedrag te 'lief' te gaan optreden; minder consequent en overdreven geaai. Waarom is dit niet zo goed? Een hond met voornamelijk onderworpen gedrag voelt zich niet sterk, is dus onzeker. Zo'n hondje moet je als baas dus zekerder maken. Zekerheid krijgt een hond wanneer hij precies weet waar hij aan toe is. Dus . wanneer alles zwart-wit gesteld wordt = duidelijk zijn en consequent.

Vaak versterken we nog eens het onderworpen gedrag door het to belonen. Bijv. een hond(je) komt onderworpen (vaak laat hij ook nog een paar druppels urine lopen) bij de baas. Deze wil de hond geruststellen (een begrijpelijke reactie) en praat keutelend tegen de hond, hem daarbij uitvoerig aaiend.

Wat gebeurt er nu eigenlijk? De hond wordt door zijn baas uitbundig beloond voor zijn onderworpen gedrag, waardoor dit gedrag dus versterkt wordt!

De hond heeft nu 'geleerd': Hoe meer onderworpen ik mij gedraag, hoe meer ik mijn baas een plezier doe; Dus.. . Blijf ik dit vooral doen.

Een correcter optreden zou zijn: Niet rechtop blijven staan, maar door de knieën gaan, je wat van de hond weg draaien (niet fixeren) en dan, wanneer de hond eenmaal bij je is met een normale opgewekte, zelfverzekerde stem zeggen: Ha, die Pluto! en vervolgens gaan spelen met de hond bijv. met een todje of balletje en de hond daarbij laten winnen.

Op deze manier 'beloon' je het getoonde (onderworpen) gedrag niet, waardoor het ook niet versterkt wordt. Tevens werk je meteen aan de opbouw van het zelfbewustzijn van de hond via het spel. Want . .. in een spelsituatie gelden rangorde-regels niet!

In de natuur speelt de 'boss' himself = roedelleider - wanneer zijn kop er naar staat - ook met zijn ranglagere roedelgenoten, waarbij hij ook af en toe zgn. de 'mindere' is. Aileen, wanneer hij het spelletje beu is, zal hij meteen weer op zijn strepen gaan staan en de rest weer in de houding doen springen.

In zo'n spelsituatie zal de hond zich zelfbewuster durven gedragen vanwege het wegvallen van de ranghoogte op dat moment en dit gedrag gaan we juist wel belonen = de hond laten 'winnen'. Zo bouw je het zelfvertrouwen en daarmee het zelfbewustzijn op.

Via deze 'gedrags'taal praat een hond(achtige) met een soortgenoot/roedelgenoot en geeft hij aan wat zijn plaats is binnen de roedel. Deze 'taal' is geen overbodige luxe - zoals niets in de natuur een overbodige luxe is - want het spaart energie en individuen. Wanneer telkens weer bij ontmoetingen tussen roedelgenoten letterlijk uitgevochten zou moeten worden wie er de baas is, zou dit een hoop ellende en onrust geven, met bovendien een grote kans dat er tenslotte niemand meer over zou zijn om de baas over te spelen.

Vandaar de geritualiseerde gevechten in de vorm van dominantie en onderwerpingsgedrag. Wel is het zo, dat je plaats in de rangorde niet voor eeuwig vastligt. Er bestaat de mogelijkheid om op te schuiven op de rangorde-ladder = promotie maken.

ledere hond(achtige) zal dan ook zijn plaats maar net zo lang accepteren als nodig is. Ziet hij zijn kans schoon, dan zal hij opschuiven. Want, hoe hoger je komt, hoe plezieriger je leven is, maar je hebt er dan ook wel voor moeten knokken.

Een hond probeert ook steeds van de werkvloer op te schuiven richting directeurszetel via wat ellebogenwerk. Medezeggenschapsraden zijn er echter niet bij!

Baas = roedelleider

Vertalen we deze 'hondse' achtergrond naar zijn plaats in het menselijk gezin = roedel, dan zullen we ons moeten instellen op zijn hondse gedrag en dienovereenkomstig handelen. Dus:

Het gedrag van de mens ten opzichte van zijn hond dient dus vanaf het begin duidelijk te zijn. Zwart-wit; iets mag of iets mag niet.

Aangepast aan de leeftijd en het begripsvermogen van de hond stel je als mens je regels en hanteer je een belonings/bestraffingssysteem. Maar dan ook altijd en op dezelfde manier! Dit geeft een hond zekerheid, doordat het duidelijk is. In zo'n klimaat kan een hond zich ontwikkelen tot een vrije, plezierige huisgenoot, juist omdat hij zijn plaats kent.

Streng in de zin van consequent zijn, moet voor een hond en is niet zielig of gemeen. Maar . . . wees ook duidelijk in het aangeven, wanneer iets goed is. Het nee! verkopen gaat ons in het algemeen prima af, doch het ja verkopen, de beloning voor goed gedrag, blijft meestal in het embryonale stadium steken.

Probeer eens even hartgrondig 'boos' te zijn/spelen als 'blij' tegenover je hond. Wanneer je denkt je te moeten generen, oefen dit dan wanneer niemand thuis is of op een regenachtige dag in het plantsoen.

Naast het leiderschap = de baas zijn, moet je je ook oefenen in het mede-hond zijn: d.w.z. spelen met je hond. De speeldrift is in een hond sterk ontwikkeld. In de natuur 'leerde' de pup/jonge hond op deze manier hoe zich te gedragen in allerlei omstandigheden. Hij oefende diverse - hem aangeboren - gedragingen ten opzichte van soortgenoten juist via spel! Onze huishond blijft in zeker opzicht altijd een 'jonge' hond, domweg omdat hij - als het goed is tenminste - nooit een roedel zal leiden en nooit de jacht zal hoeven aan te voeren om in de voedselbehoefte te voorzien!

Hij blijft als het ware de eeuwige jeugd behouden. Hierdoor blijft ook zijn speelzin veel langer behouden. Maak hier gebruik van! Het is bovendien een uitstekende methode om te leren je wat 'Iosser' te uiten tegenover je hond. Immers niemand vindt het raar, wanneer een mens met vreemde grimassen boven een wieg wartaal staat uit te slaan. U kent dat wel: 'Dag mijn lekkere oele-petoetie, lekker slaapie gedaan?'

Bij diezelfde mens slaan de vlammen uit wanneer ze hun bloedeigen (nou ja) hond eens echt enthousiast moeten belonen. Een vlak 'Braaf!' krijgen ze de bek nog wel uit, maar... om op dezelfde keuteltoon als bij een baby eens te zeggen: 'Go, wat ben jij een knappe kerel/meid!', dat is opeens gek, dat doe je niet. Dat kan niet. Kan welt Telkens weer!

Roedelleider = baas zijn + enthousiast (en op het goede moment) kunnen belonen en actief en goed spelen met je hond, maakt dat je een 'team' gaat vormen. En daar moeten we heen!

Wil je echt iets bereiken met je hond, dan kan dit alleen maar via de team-vorming. Niet een willekeurige baas met zijn/haar hond, maar een verbondenheid: een koppel.

Hondesport = Team-sport!

Janet Boon

©Ned. Herdershonden Club