Rob's web

Wetenswaardigheden rond de geboorte

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Wetenswaardigheden rond de geboorte


Laten we beginnen met de dracht. De baarmoeder van een hond heeft een V-vorm en de vruchtjes verdelen zich vanaf de 10e dag na de dekking keurig over de beide baarmoederhoornen. Zij vormen vruchtvliezen om zich heen welke door vergroeiing met de baarmoederwand de zogenaamde placenta vormt.

Met ongeveer 35 dagen zijn de lichaamskenmerken van een hond te herkennen. Je kunt oogleden zien en ook is het geslacht duidelijk. Met 40 dagen zie je nagels en hier en daar haargroei en met 55 dagen is het lichaampje geheel begroeid. De draagtijd loopt van 59 tot wel 70 dagen. Zelfs wel langer naarmate het aantal pups. Als er 66n of enkele pups zijn, dan groeien die naar verhouding nog heel sterk in de laatste dagen. Zij worden makkelijk te groot voor passage van de geboorteweg. Daarom moet op de 67e dag het aantal pups bepaald worden. Met zekerheid is dat alleen maar uit rontgenologisch onderzoek te bepalen. Zijn er drie of minder, dan is ingrijpen meestal het verstandigste (o.a. afhankelijk van het belang dat men in levende pups stelt tegenover de uit te voeren operatie). Bij meer dan drie pups kan tot de 70e dag gewacht worden. In alle gevallen moet men in goed overleg een afweging maken van de "voors en tegens". Een teef draagt voor de eerste maal meestal 66n dag korter, maar de worpgrootte is niet geringer. Zoals wel bekend. komt de worpgrootte meestal overeen met het formaat van de moeder en vader.

Is de teef wel drachtig?

Dat kunnen wij tussen de 25e en de 32e dag bij een rustige niet te dikke hond met wat geluk vaststellen door middel van aftasten/voelen. Pas vanaf de 42e dag zijn de vruchtjes te voelen en rontgenologisch vanaf de 45e dag te zien. Zwelling van tepels is er ook bij schijndracht dus dat zegt niets.

De geboorte

De omgeving is erg belangrijk voor een normaal verloop. Schrik, angst of wat voor een verstoring ook, stagneert de geboorte heel gemakkelijk, terwijl rust en de vertrouwde omgeving de normale voortgang positief bevordert. De bevindingen van een onderzoek zullen aangeven of er geopereerd moet worden. Bij weeënzwakte kan met een paar eenheden achterkwabhormoon wonderen verricht worden. De kans op dode of enkele dode pups moet dan wel ingecalculeerd worden. Als met het inroepen van hulp veel te lang is gewacht, moet nogal eens de hele baarmoeder weggenomen worden om buikvliesontsteking (en levensgevaar) zo mogelijk te voorkomen.

Na de geboorte van de pup is het vlies meestal wel gebroken of de teef likt of bijt deze kapot. Eventueel kan geholpen worden.

De placenta komt of na elke pup en wordt door de moeder opgegeten, onder het motto: opgeruimd staat netjes. Zijn er veel placenta's gegeten dan kan dat donkergekleurde diarree geven. Daarom is het beter de teef bij een groot aantal pups niet alles te laten opeten. Indien de geboorte lang heeft geduurd of bij een grote worp, is het vaak aan te bevelen om de teef een baarmoeder-samentrekkend hormoon en preventief een antibioticum toe te dienen.

De eerste dagen na de geboorte zien we een groene uitvloeiing die in rood overgaat (groen komt alleen bij de hond voor). De rode uitvloeiing (door bloed uit de placenta-wond) wordt na ongeveer twee weken min of meer helder slijmig door genezing van deze wond en is na plm. drie weken over. Wordt er een donkergroene uitvloeiing vóór de geboorte van een pup waargenomen, dan duidt dat op het loslaten van de placenta (de voeding van de pup in de baarmoeder) en is actie gewenst.

Drs H. van Rhee, dierenarts te Hoogeveen

©clubblad "Polski Owczarek"