Rob's web

Water

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Water


Tussen de 60 en 65% van ons lichaamsgewicht en dat van onze beesten bestaat uit water. Water speelt in het lichaam een zeer belangrijke rol bij talloze processen. De chemische processen die zich in het lichaam afspelen, kunnen zich dank zij de aanwezigheid van water voltrekken. De hoeveelheid water die daarvoor aanwezig moet zijn, ligt binnen vrij enge grenzen. Daarbuiten verlopen de processen niet of zoveel anders, dat het lichaam er niets meer aan heeft. Water zorgt ervoor, dat stoffen - in opgeloste toestand dus - door het lichaam via het bloedvaatstelsel worden vervoerd. Is er te weinig water daarvoor ter beschikking, dan wordt de concentratie te hoog, hetgeen schadelijk kan zijn, of de stoffen worden helemaal niet meer vervoerd. Tenslotte is water van groot belang bij het handhaven van de juiste lichaamstemperatuur. Over het algemeen maken we ons geen zorgen over de hoeveelheid water die de hond krijgt, daar zorgt hij zelf wel voor. Feitelijk is het zo dat de natuur ervoor heeft gezorgd dat er voldoende waarschuwingssystemen zijn om de hoeveelheid water in het lichaam tamelijk constant te houden.

Spijsvertering

Bij de spijsvertering speelt water een belangrijke rol. In feite wordt het voedsel in de dunne darm verdund met grote hoeveelheden water, afkomstig uit de klieren in de wand van de darmen. Pas als het voedsel voldoende is verdund, kunnen de enzymen, afkomstig uit diezelfde klieren, inwerken op het voedsel. Zou al dit water met de ontlasting verdwijnen, dan ontstaat het beeld van ernstige diarree, waaraan een hond zonder behandeling binnen een dag zou kunnen overlijden. Gelukkig zorgt een gezonde dikke darm ervoor, dat vrijwel al dat water in het lichaam blijft. Een kleine hoeveelheid verlaat het lichaam samen met niet gebruikte of onbruikbare voeding in de vorm van een meer of minder sappige keutel. Sommige voor het lichaam onbruikbare stoffen - zoals zemelen - hebben de eigenschap water vast te houden, zij bepalen op die manier de consistentie van de keutel.

Afvoer

De hond produceert afvalstoffen die hij kwijt moet. Om ze te kunnen afvoeren, worden ze eerst omgezet in stoffen die in water oplosbaar zijn. Dan worden die stoffen via het bloed naar de nieren gebracht. De nier is een redelijk ingewikkeld filter, dat in eerste instantie een grote hoeveelheid water produceert, waarin weliswaar de afvalstoffen zitten, maar ook stoffen die het helemaal niet kwijt wil.

De hypofyse (hersenaanhangsel) produceert mede onder invloed van delen van de grote hersenen een hormoon dat het proces regelt waarmee water uit de nieren weer terug wordt opgenomen in het bloed. Zou dit hormoon uitvallen, dan produceren de nieren bijna het tienvoudige van de normale hoeveelheid urine en ontstaat er, als de hond het met drinken niet zou bijhouden, uitdroging. Als de nieren onvoldoende kunnen produceren, dan hopen de afvalproducten (vooral ureum) zich in het bloed op, hetgeen aanleiding geeft tot vele ziekteverschijnselen.

Temperatuur

Het hondelijf functioneert het beste bij 38°C. Het gezonde organisme tracht iedere afwijking daarvan op te heffen. Als een hond het koud heeft, kruipt hij zoveel mogelijk in elkaar, zodat het buitenoppervlak zo klein mogelijk is: hij rolt zich op. Hij verliest altijd wat warmte via zijn huid door geleiding en door straling. Hij kan dat verlies ook verminderen door minder bloed door het onderhuidse bindweefsel te laten stromen. Het bloed dat er wel stroomt, wordt daar afgekoeld. Dat afgekoelde bloed stroomt verder en koelt het lichaam af. De feitelijke transporteur van de warmte is het water in het bloed.

Als de lichaamstemperatuur te hoog wordt, b.v. door veel lichaamsbeweging, door het weer of door koorts, dan moet warmte worden afgevoerd. Dat kan door het buitenoppervlak van het lichaam te vergroten door languit te gaan liggen, of door de huid af te koelen door in een sloot te springen. Mijn hond ging dan bijvoorbeeld doodstil in het water staan met z'n buik net onder. Het afgekoelde bloed (water) stroomt het lichaam in en de temperatuur daalt weer. Mensen kunnen over hun hele lichaam transpireren, het zweet verdampt op de huid en door die verdamping koelt de huid af. Honden hebben geen zweetklieren in hun huid, kunnen dus op die manier niet afkoelen. Scheren in de zomer heeft bij honden dan ook precies het omgekeerde effect als bij mensen.

Honden lossen het probleem anders op: zij gaan meer water verdampen in hun longen door sneller te gaan ademen. Een hijgende hond kan grote hoeveelheden water verdampen en daardoor heel effectief afkoelen. Een hond hijgt dus niet omdat hij dorst heeft, hij heeft dorst omdat hij hijgt. Water verdampt vlot, als de gevormde waterdamp maar wordt afgevoerd: een beetje wind doet wonderen. Zodra de lucht echter verzadigd is met waterdamp, kan er geen water meer verdampen, daarom is "vochtige hitte" zo moeilijk te verdragen. Een dergelijk geval doet zich voor als een hond in een gesloten auto in de zon wordt achtergelaten. Hij krijgt het warm, gaat hijgen en binnen korte tijd heeft hij de kleine ruimte van de auto verzadigd met waterdamp. Dan kan de hond de warmte niet meer kwijt en zal de lichaamstemperatuur vrij snel gaan stijgen. Komt de temperatuur boven de 41°C, dan krijgt hij pijnlijke spierkrampen en verliest het bewustzijn.

Dorst

Water is dus een stof die absoluut onmisbaar is. Te weinig water is levensbedreigend. Teveel trouwens ook. Het regelen van inflame van water gaat op geleide van het dorstgevoel dat iedere gezonde hond de weg wijst naar de drinkbak. Het dorstgevoel ontstaat in de hersenen en kan vaak vermengd, misschien zelfs wel verward worden met andere gevoelens. Wie kent niet de hond die van nervositeit de bak leegslubbert? De normale behoefte aan water hangt af van erg veel factoren en kan daarom nooit exact worden gegeven. Meestal een hoeveelheid van 35 tot 60 ml per kg lichaamsgewicht per dag. Als een hond meer dan 10% van zijn lichaamsgewicht aan vocht verliest, dan ontstaat een levensbedreigende situatie. Dergelijke hoeveelheden zijn al snel bereikt bij ernstige diarree of braken. Bij de verzorging van een dergelijke hond is eten volstrekt onbelangrijk, maar drinken of vocht op een andere manier toegediend, levensreddend.

Let u op de drinkbak, vooral als het warm wordt.

G.Schenk

©De hondse hobby