Rob's web

Voeding en botaandoening tijdens de groeifase

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Voeding en botaandoening tijdens de groeifase


Het streven grotere honden te fokken door de grootste, snelst groeiende puppies te selecteren en dan te proberen de grootst mogelijke groeisnelheid te bereiken door de voeding van de puppy te manipuleren heeft een aantal betreurenswaardige bijwerkingen opgeleverd, waaronder verstoringen in de ontwikkeling van het skelet, n.l. osteochondrosis (OC).

Het groeiproces is een resultaat van wisselwerkingen tussen genetische en omgevingsfactoren, waarin de voeding een grote rot speelt. In dit artikel van Iams News wordt een subgroep van OC besproken die van groot klinisch belang is voor de dierenarts, n.l. Elleboog Dysplasie (ED).

Elleboog dysplasie bij grote en zeer grote honden

OC is het gevolg van vertraagde ontwikkeling van gewrichtskraakbeen. Gebleken is dat de belangrijkste voedingselementen die het optreden van aandoeningen beInvloeden een hoge opname van energie en calcium zijn, maar dat een hoge opname van eiwitten geen invloed heeft op het optreden van OC bij grote honden.

Puppies met ED zijn vaak de grootste in het nest en hebben een relatief hoog gewicht. De aandoening komt vaker voor bij reuen dan bij teven en de symptomen manifesteren zich tijdens en na de periode van snelle groei (vier tot vijf maanden oud). Verondersteld wordt dat diverse aandoeningen van het ellebooggewricht veroorzaakt worden door OC, waaronder Los Processus Anconeus (LPA), Los Processus Coronekleus (LPC), OC of OCD (Osteochondrosis dissecans) en incongruentie van de elleboog.

LPA heeft ernstige kreupelheid en vaak ingrijpende veranderingen in het gewricht tot gevolg. Duidelijke symptomen zijn overvulling van het gewricht en de ontwikkeling van arthrosis, evenals symptomen die blijken uit rontgendiagnose. Behandeling is chirurgisch en omvat verwijdering van de losse anconeale processus. De prognose voor gezelschapsdieren is redelijk tot goed, maar op de lange termijn ontwikkelen de honden ernstige osteoarthrosis van het desbetreffende gewricht. Dit komt vrij vaak voor bij de Duitse Herder en de Mastino Napolitano. De aanwezigheid van LPC veroorzaakt een minder opvallende kreupelheid die onopgemerkt door de eigenaar kan blijven wanneer beide voorpoten in gelijke mate aangetast zijn.

Klinische en rontgenologische symptomen kunnen hierop wijzen, maar soms is het enige symptoom een minimale kreupelheid. Arthroscopie en botscintigrafie zijn hulpmiddelen voor de diagnose. Tenminste drie verschillende verschijningsvormen van LPC zijn beschreven. Behandeling is chirurgisch en arthroscopische behandeling is ook beschreven. De prognose voor gezelschapsdieren is redelijk tot goed, afhankelijk van de mate waarin osteoarthrosis aanwezig is. De prognose voor werkhonden is gereserveerd. Rassen waarbij LPC relatief vaak voorkomt zijn de Labrador Retriever, de Berner Sennenhond en de Rottweiler. Bij sommige rassen treedt de aandoening bij 25% van de dieren op.

OC van de elleboog tast de mediate hemerus condyl aan en wordt vaak geconstateerd in combinatie met LPC. De behandeling is chirurgisch en de prognose is slecht tot redelijk, afhankelijk van de omvang van de kraakbeen laesie in de humerus condyl. Bij OC van de elleboog wordt op de lange termijn vaak invaliderende ernstige secundaire osteoarthrosis geconstateerd.

Incongruentie tussen de kop van de radius en de ulna, een aandoening die vaak wordt geconstateerd bij de Berner Sennenhond, kan voorkomen in combinatie met LPC en kan veroorzaakt worden door een relatief korte radius. De aandoening kan beide ellebogen aantasten en de honden tonen ernstige kreupelheid. De diagnose is gebaseerd op klinische en röntgenologische symptomen. De behandeling is chirurgisch, maar de prognose is slecht.

Daar alle vormen van ED enige mate van secundaire osteoarthrosis tot gevolg hebben, is de behandeling en ondersteuning daarvan door de voeding zeer belangrijk. Honden met degeneratieve gewrichtsafwijkingen moeten in optimale fysieke conditie gehouden worden en grote aandacht is vereist om zwaarlijvigheid te voorkomen.

Momenteel wordt LPC door de meeste nationale en internationale fokkersorganisaties erkend als een ernstige bedreiging voor het welzijn van hun honden. Een wereldwijde "International Elbow Workinggroup" van veterinaire orthopedische specialisten is nu bezig richtlijnen op te stellen voor effectieve selectiecriteria gebaseerd op r6ntgen-onderzoeken.

Geconcludeerd kan worden dat een beperkte voeding met uitgebalanceerd voedsel van hoge kwaliteit het aantal honden met OC en ED beperkt en de behandeling van degeneratieve gewrichtsaandoeningen ondersteunt.

Dr. R. C. Nap