Rob's web

Geboorte

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Geboorte


Als eigenaar van een teef breekt eens het moment aan om te beslissen of de teef gedekt gaat worden of niet. Het al of niet voorspelbaar zijn van geboorteproblemen is een belangrijke afweging hierbij.

Is de teef gedekt en drachtig, dan breekt rond de negende week van de dracht een spannende tijd aan. De plaats waar de hond zal moeten bevallen wordt klaargezet (dit is meestal een werpkist). De teef moet de gelegenheid krijgen deze werpkist te onderzoeken en de plaats als nest te accepteren. Het is erg belangrijk de werpkist op een plaats te zetten waar de omgevingstemperatuur op 25 tot 30 graden Celsius gebracht kan worden. Het is tevens belangrijk dat de werpkist op een rustige plaats staat, zodat de teef tijdens de bevalling niet gestoord of afgeleid wordt, tengevolge waarvan de partus kan stoppen.

Zodra de bevalling nadert zal de teef ander gedrag gaan vertonen (nest maken). Dit gedrag kan per teef erg verschillen. De eigenaar moet hierop attent zijn. Een betrouwbare methode om de naderende bevalling te ontdekken is 3 x daags opnemen van de lichaamstemperatuur. Er wordt gestart met temperaturen op de 56ste dag van de dracht waardoor men de normale temperatuurschommelingen van de teef kent.

Op de dag van de partus daalt de temperatuur 0,5 tot 1,5 graden Celsius om daarna weer te stijgen. De bevalling kan nu binnen een paar uur beginnen.

Het verloop van de bevalling is in twee fasen onder te verdelen:

De ontsluitingsfase, waarbij de geboorteweg zich verweekt, kan sterk varieren per hond van enkele uren tot zelfs 12 uur. De uitdrijvingsfase waarbij de pups worden uitgedreven kan eveneens sterk verschillen per hond. Honden die voor de eerste maal moeten jongen zijn vaak nerveus en weten niet precies wat te doen.

De pups kunnen in verschillende liggingen geboren worden.

De kopligging, waarbij de kop het eerste komt met de pootjes langs het lichaam naar achteren, of in stuitligging, waarbij de achterpoten het eerst komen.

Op de eerste pup moet meestal langer geperst worden (15-45 min.), omdat de geboorteweg moet worden opgerekt. De gemiddelde tijd tussen 2 pups is 45 min. Als het aantal pups vrij groot is kan het zijn dat de teef uitgeput raakt, de regelmaat van de weeen neemt af. Het kan in zo'n situatie nodig zijn dat de teef een injektie nodig heeft met oxytocine om de weeen weer te ondersteunen. Tijdens de uitdrijvingsfase worden ook de nageboorten afgedreven. Het is belangrijk te weten hoeveel er het lichaam hebben verlaten, want indien er een nageboorte achterblijft in het lichaam kan dit een baarmoederontsteking tot gevolg hebben.

Als de bevalling beeindigd is, is het aan te raden het dier te controleren of alle pups daadwerkelijk uitgedreven zijn. Dit kan gebeuren door middel van de buik af te tasten, door middel van echografie of door middel van een rontgenfoto.

Er zijn rassen waarbij het niet zonder gevaar is een normale bevalling af te wachten (o.a. Engelse Bulldog). Bij deze rassen wordt vaak besloten om een keizersnede te doen (liefst onder plaatselijke verdoving). Ook bij dieren waarbij om wat voor reden dan ook de bevalling niet doorzet en oxytocine-injekties geen uitdrijving van de puppies geeft, wordt besloten een keizersnede te verrichten.

J. W. H. M. Strikkers, Dierenkliniek Sleeuwijk

©Bearded Collie Nieuws