Rob's web

Kreupelheid van het voorbeen 1

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Kreupelheid van het voorbeen 1


Inleiding

Kreupelheden komen zeer veelvuldig voor en kunnen door talrijke factoren veroorzaakt worden. Het onderzoek en de behandeling hiervan vereisen vaak een specialistische aanpak.

Meestal kunnen we de oorzaak van de kreupelheid makkelijk onderkennen:

Het kan echter gecompliceerder worden, want in deze groeifase doen zich nog twee mogelijkheden voor:

Welke van deze bovengenoemde mogelijkheden de oorzaak van de kreupelheid van het voorbeen is, kan met een goed klinisch onderzoek, aangevuld met een nauwkeurig, uitgebreid rontgenonderzoek vastgesteld worden.

Meestal zijn 'gewone' röntgenopnames niet voldoende en maken we van bijvoorbeeld het ellebooggewricht vier opnames uit verschillende richtingen om een goed inzicht te krijgen in dit veelvormig gewricht.

Een dergelijk onderzoek - vergelijkbaar met het HD-onderzoek - verrichten we ook steeds vaker bij honden die geen klachten van kreupelheid hebben, maar waarvan de fokker inzicht wil hebben of er met een hond gefokt wordt met ook gave gewrichten van de voorhand. Dit om zodoende een zorgvuldige selectie van zijn fokmateriaal te hebben en niet achter de feiten aan te lopen.0 ziet het al, na een aantal alinea's lijkt het toch al weer ingewikkeld te worden en vervallen we in moeilijke benamingen als O.C.D. en L.P.C.M. en L.P.A. met name de L.P.A. en ook in toenemende mate een L.P.C.M. zien we bij de Herder optreden.

Achtereenvolgend zullen we de oorzaken van kreupelheid als volgt behandelen:
Kreupelheid van het voorbeen (1)
• Schouderkreupelheid tengevolge van een Osteo-Chondritis (O.C.D.)
Kreupelheid van het voorbeen (2)
• Enostosis
Kreupelheid van het voorbeen (3)
• Elleboogkreupelheid, elleboogdysplasie tengevolge van O.C.D./L.P.C.M./incon gruentie
Kreupelheid van het voorbeen (4)
• Elleboogkreupelheid (vervolg) En alles onder het motto: zonder inzicht, geen uitzicht!

Kreupelheid van het voorbeen (1)

Kreupelheden van het voorbeen kunnen optreden door tal van oorzaken. Soms zijn die oorzaken van eenvoudige aard, bijvoorbeeld verwonding van het zoolkussen (glas, doorntjes), nagelverwonding, verstuiking van het polsgewricht, etc. Ernstiger oorzaken van kreupelheid zijn meestal gelegen in het schoudergewricht (bijv. O.C.D.) en het ellebooggewricht (O.C.D. en/of L.P.C.M. en/of L.P.A.) of gelegen in de grote botten (enostosis). We zullen ons nu beperken tot O.C.D. van het schoudergewricht.

Schoudergewricht en O.C.D.

Osteo Chondritis Dissecans van het schoudergewricht komt voornamelijk voor bij snel opgroeiende honden van de grote rassen en wel op de leeftijd van ongeveer 7 tot 12 maanden.

Het schoudergewricht wordt gevormd door de onderkant van het schouderblad (fig. 1-1) en de bovenkant van het opperarmbeen (fig. 1-22).

De glijvlakken van het gewricht zijn bekleed met kraakbeen (fig. 1-4). De aandoening Osteo Chondritis Dissecans is een ontsteking van het bot (Ostitis) (fig. 2-5) en het erop liggende kraakbeen (Chondritis). Meestal gaat dit gepaard met een losliggend (dissecans) stuk kraakbeen (fig. 2-6) ter grootte van een cent. Dit losse stuk bevindt zich altijd op de achtervlakte van de kop van het opperarmbeen.

Diagnose

Bij buigen van het gewricht schuift dit afwijkende stuk (fig. 2 A-B) in de gewrichtsspleet van dit scharniergewricht. Dit is zeer pijnlijk.

Klinisch is dit heel makkelijk te constateren door het opperarmbeen ter hoogte van de elleboog op te tillen en het schoudergewricht te buigen. Hierdoor schuift (A-B) weer in de gewrichtsspleet en wordt de pijn opgewekt. De diagnose wordt bevestigd en de ernst van de O.C.D. vastgesteld door middel van een rontgenfoto. Hierop (tekening) is duidelijk de afplatting (fig. 2 A-B) als een onderbreking van de ronding van de kop te zien. Hiernaast is de botoplossing van het onderliggende bot, alsmede de losliggende kraakbeenschilfer te zien (6).

Op de röntgenfoto is duidelijk de onderbreking in de ronding van de gewrichtskop te zien (fig. 3-7, zwarte pijl). Bij nauwkeurige inspectie is (bij de punt van pijl 8) de losse schilfer te ontdekken. Deze is van zijn plaats tot onder in de gewrichtszak gezakt.

Behandeling

Dit is zeer goed mogelijk en bestaat uit het operatief verwijderen van het losliggende stuk kraakbeen en het wegkrabben, polijsten van het aangetaste bot. De resultaten van een dergelijke operatie zijn zeer goed. Bij het verwijderen van de hechtingen loopt de hond meestal alweer aardig goed. Het is wel verstandig de hond tijdig te opereren, daar bij langdurig bestaan van deze aandoening artrose optreedt, die gepaard gaat met botnieuwvorming langs de gewrichtsranden.

Het herstel na de operatie gaat snel. Op de röntgenfoto (fig. 4) is reeds 4 weken na de operatie de normale ronding van de gewrichtskop al weer zichtkaar (fig. 4-pijl 10). Duidelijk is hieronder de plek van het verwijderde zieke bot te zien.

Preventie

Bij verschillende rassen hebben we gezien dat O.C.D. van het schoudergewricht zich voornamelijk binnen een bepaalde lijn concentreert. Door selectie heeft men dit weer teruggedrongen, reden om aan te nemen dat het doorgeven van erfelijke eigenschappen ook hier van belang is. Het is dus zinvol om fokmateriaal te gebruiken dat deze klachten niet doorgeeft. Röntgenonderzoek van de schouders zou hier mede een hulpmiddel kunnen zijn. Hiernaast zijn de uitwendige factoren (fenotypisch) als beweging en voeding ook belangrijk. Op jonge leeftijd dient de beweging regelmatig opgebouwd te worden. Het gooien van stokken en ballen moet worden vermeden. De hond moet niet worden overbelast. Wat de voeding betreft is het van belang de honden niet te veel voer te geven. Het eiwitgehalte kan beter niet te hoog worden gekozen. Naast te veel voer en te veel eiwit bevordert teveel kalk ook O.C.D. Heeft de hond aanleg voor O.C.D., dan is het verstandig een samengesteld voer te geven met een niet te hoog eiwitgehalte.

Prognose

Het is altijd van groot belang, als de hond toch kreupel is geworden, om de diagnose zo snel mogelijk te stellen en zonodig de hond tijdig te opereren. Dan is de prognose zeer gunstig en heeft de hond nog een goede toekomst voor zich.

Kreupelheid van het voorbeen (2)

Enostosis, ook wel panositis eosinophylica genoemd, is een aandoening van het bot en oorzaak van kreupelheid bij honden in de groeifase.

De ontsteking komt voor in de lange beenderen en wel in het middengedeelte (fig. 5-8) van het bot, de metafyse.

Het wordt ook wel 'groeipijn' genoemd. Dit in vergelijking met de groeipijn bij kinderen. Dit is geen juiste vergelijking, omdat die pijn meer uitgaat van de groeischijven (epifyse) aan de uiteinden van de botten (fig. 5-7). Een Nederlands woord voor enostosis wordt eigenlijk weinig gebruikt.

Oedeem

Enostosis komt veel voor bij middelgrote en grote rassen en wel op de leeftijd van 5-18 maanden. Met name de lange beenderen, zoals opperarmbeen, spaakbeen, dijbeen, scheenbeen vertonen klachten. Wat is nu de oorzaak van de pijn in het bot? Beenderen worden gevoed door bloed, hetgeen door bloedvaten (fig. 5-12) aan- en afgevoerd wordt via een opening (foramen) in het bot. In de genoemde groeifase van de hond groeit deze opening in het bot soms minder dan de groei van de bloedvaten. Hierdoor wordt de omtrek van de opening relatief onvoldoende groot, waardoor de bloedvaten enigszins afgekneld worden. De slagader heeft een sterkere wand dan de ader en blijft daardoor makkelijker in staat bloed in het bot te pompen dan de ader, die het bloed weer afvoert. Hierdoor ontstaat stuwing in het bot, waardoor oedeem (vocht) ontstaat (fig. 5-10).

Dit is zeer pijnlijk, vooral als het zich onder het beenvlies (periost) bevindt (fig. 5-11). Naast het ontstaan van oedeem kan er ook fibrine (stollingseiwit) in het beenmerg neerslaan. Dit geeft een vlekkerig beeld op de rontgenfoto (fig. 5-9, tekening en fig. 6-pijlen). In een chronisch stadium kan de fibrine ook nog verbindweefselen. Hierin kan ook weer kalk afgezet worden.

Symptomen

Ogenschijnlijk goed gezonde, vaak snelgroeiende honden zijn plotseling al of niet zonder aanleiding kreupel. De kreupelheid vertoont, doordat het een systeemaandoening is, een wisselende karakter: dan eens links voor, later recht voor of achter. Meestal manifesteert de kreupelheid zich aan de voorbenen, maar mogelijk ook aan de achterbenen.

Diagnose

Palpatie, druk uitoefenen op het bot, met de vingers wat doortastend tussen de spiergroepen op het bot geeft veel heftige pijnreacties (crying out, wegtrekken van het been, soms zelfs bijtreacties). Het losjes bewegen van het schoudergewricht (boegkreupelheid) en van het ellebooggewricht (elleboogkreupelheid) blijkt nu niet pijnlijk te zijn.

Rontgenonderzoek: de normale schorsmergstructuur is veranderd in een wat vlekkerige, wolkerige verandering in het merggedeelte. (fig. 5-9 en fig. 6-pijlen).

Behandeling

Soms is de kreupelheid 'self-limiting', De hond belast het kreupele been minder en met wat rustig aandoen verdwijnen de klachten weer vanzelf. In wat serieuzere gevallen is een behandeling met pijnstillende en/of ontstekingswerende medicijnen nodig. Soms is het zelfs noodzakelijk een kuur corticosterciiden (bijnierschors hormonen) in afdalende dosering voor te schrijven. Dit meestal in combinatie met een korte kuur antibiotica, welke goed in botten doordringen (bijv. tetracycline's). Een ondersteunende behandeling met spieropbouwende preparaten (o.a. met anabole steroiden) kan in sommige gevallen een goede dienst bewijzen.

Door: Drs. N. A. Dijkshoorn, dierenarts.

Wordt vervolgd.