Rob's web

Kreupelheid van het voorbeen 3

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Kreupelheid van het voorbeen 3


Als oorzaken van elleboogkreupelheid komen Osteo-Chondritis-Dissecans (O.C.D.) en/of een Los Processus CoronoIdeus Medialis (L.P.C.M.) en/of Artrose veelvuldig voor bij jonge opgroeiende honden (5-6 maanden) van de grotere rassen. Het Processus Anconeus (L.P.A.) kan soms ook nog los liggen (fig. 10-4).

Vroeg onderkennen van deze aandoening is voor de individuele kreupele hond van groot belang om tijdig een, al dan niet operatieve, behandeling in te zetten. Rontgenscreening in groter verband (en een mogelijk aangepast fokbeleid) kan van essentieel belang zijn om het probleem van deze elleboogkreupelheid terug te dringen.

Röntgenonderzoek

Methode-Dijkshoorn

Vergeleken met andere landen, bijv. Amerika en Zweden, waar bij screening tot nu toe van het ellebooggewricht twee opnames gemaakt worden om de mate van artrose te meten, heeft de diergeneeskundige kliniek N. A. Dijkshoorn een methode ontwikkeld, hiernavolgend de 'Methode D(ijkshoorn)' genoemd.

Met behulp van speciale technieken maken we op dit moment vier opnamen van elk ellebooggewricht uit verschillende specifieke richtingen. Voordeel van deze ontwikkelde methode-D is, dat met grote zuiverheid de mate van de eventueel aanwezige artrose is te beoordelen.

Maar nog belangrijker is, dat met deze methode en/of L.P.A., duidelijk wordt, of de aandoening veroorzaakt wordt door O.C.D., en/of door L.P.C.M. en/of door incongruentie (dit laatste betekent een ongelijke aansluiting van spaakbeen en ellepijp tegen het opperarmbeen).

Het ellebooggewricht wordt gevormd door het opperarmbeen (de humerus-a), het er onder gelegen spaakbeen (de radius-b) en de hierachter en naast gelegen ellepijp (de ulna-c). Deze drie botten vormen tezamen een apart gewricht, dat zowel voor en achterwaarts kan bewegen, alsmede draaien ten opzichte van elkaar.

Op de voor-achterwaartse opnamerichting, rechtgetroffen (fig. 11) en schuin getroffen (fig. 12) is met name goed de kwaliteit van de glijvlakte van de humerus te beoordelen (4) en iets van het net zichtbaar gedraaide processus coronoid (pijl+c). In figuur 13 is de O.C.D. duidelijk zichtbaar als een diepe put in het bot (pijl+5). Het dunne losliggende laagje kraakbeen dat bij O.C.D. aanwezig is, is op deze foto niet zichtbaar.

Het eronder liggende processus coronoid heeft duidelijk een afwijkende structuur (pijl+6). Het processus coronoid in zijn geheel is moeilijk apart goed zichtbaar te maken op de foto. Op de zijdelingse opnames is ook een aantal afwijkende botreacties te zien, die karakteristiek zijn voor een L.P.C.M. Deze zijdelingse opnames worden met halfgestrekte (fig. 14) en gebogen (fig. 15) ellebooggewrichten gemaakt. De voor L.P.C.M. typische botreacties kunnen we vinden op:

Duidelijk, en in toenemende mate, zijn deze botreacties - ook wel osteophyten genoemd - te zien in de figuren 16, 17 en 18.

In de laatste figuren is de artrose zeer ernstig. Meestal zijn uiterst kleine details, welke amper zichtbaar zijn, al een aanwijzing voor L.P.C.M.

Dit is de reden, dat er technisch hoge eisen aan de kwaliteit van de röntgenfoto's gesteld moeten worden. Deze methode-D is zodanig gestandaardiseerd en uniform dat vergelijkenderwijs onderzoek mogelijk en verantwoord is.

Beoordeling

Door een onafhankelijk team van drie orthopaeden en een röntgenoloog wordt, bij toerbeurt van drie man sterk, een objectieve beoordeling gegeven over het al of niet aanwezig zijn van de O.C.D., L.P.C.M., L.P.A. en/of incongruentie, en/of graad van eventuele artrose.

Is er een afwijkende botreactie aanwezig, dan is de hoogte of dikte hiervan een maat voor de ernst van de arthrose. Deze is te meten in millimeters.

Afhankelijk van de ernst, wordt dit in de beoordeling weergegeven als graad 1, 2 of 3. Daarnaast wordt vermeld, of er al dan geen sprake is van O.C.D., L.P.C.M., L.P.A. en mogelijke incongruentie.

Discussie

Naast uitwendige omstandigheden (als te veel voer, te veel kalk, zwaarlijvigheid, abnormale bewegingscondities), is het zeker dat de oorzaak van de elleboogkreupelheid een erfelijke achtergrond heeft.

Welke honden?

1. Honden die kreupel zijn, moeten vroegtijdig worden onderzocht, om vooral tijdig te kunnen worden behandeld. Dit om verder voortschrijdende artrose te voorkomen.

2. Röntgenscreening van honden, waarmee gefokt gaat worden is zeer zinvol. De schatting is, dat de kans op problemen al direct met 50% zakt, als we uitgaan van 'vrije' ouders.

3. Belangrijke verervers, bijv. dekreuen die veel gebruikt worden in de fokkerij.

Zowel bij 2 en 3 zit er een 'maar' aan: Als de ellebogen afwijkend zijn is dat duidelijk genoeg. Maar bij 'vrije' ellebogen is het niet geheel voor 100% zeker dat de hond ook vrij is van familiaire 'belasting', zodat het toch nog mogelijk zou zijn om slechte eigenschappen door te geven. Anderzijds zou het incidenteel ook mogelijk zijn dat een hond geringe veranderingen in de ellebogen heeft door een niet erfelijke aangelegenheid en het niet doorgeeft aan zijn nakomelingen (bijv. wat artrose zonder verdenking op O.C.D./L.P.C.M., L.P.A. of incongruentie). Om bij deze mogelijkheden meer inzicht te verkrijgen, is een aanvullend nakomelingenonderzoek nodig.

4. Een nakomelingsonderzoek van de gehele populatie door middel van een a-selecte steekproef. Dit door het screenen van bijv. 250 honden (aantal afhankelijk van de grootte van de populatie), in de leeftijd van 12-16 maanden.

Deze a-selecte steekproefsgewijze inventarisatie van de populatie geeft tevens op betrouwbare manier weer hoe groot het probleem is en welke lijn(en) of welke voorouders een rol spelen in het vererven van de klachten. Met computerverwerking van de gegevens kan men aldoende betrouwbare conclusies trekken en beter beleid maken.

Zelfs zou het mogelijk zijn, bij een eventueel te wensen combinatie van aanstaande ouders, een prognose te geven over de kans op mogelijke klachten, die al of niet te verwachten zijn.

Samenvatting

Beschreven is de mogelijkheid om een ernstig opdoemend probleem van elleboogkreupelheid met speciale techniek te onderkennen en te beoordelen. Vooruitlopend op en in afwachting van een landelijke regeling en regelgeving omtrent deze ellebooggewrichtproblematiek kunt u gebruik maken van deze methode-D om verzekerd te zijn van een snelle start in een onderzoek met uitslagen van een duurzaam karakter.

Dr. N. A. Dijkshoorn