Rob's web

Castratie en sterilisatie

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Castratie en sterilisatie


Met de term "sterilisatie" wordt meestal de operatie bedoeld waarbij zowel de baarmoeder alsook beide eierstokken worden verwijderd, waardoor de patient onvruchtbaar wordt en ook de geslachtsdrift verdwijnt.

In feite is castratie het juiste woord voor deze operatie. Sterilisatie is het onvruchtbaar maken met behoud van beide eileiders. In dit geval kan de hond alleen geen nest meer krijgen, maar blijft ze gewoon loops worden. Ook de kansen op schijnzwangerschap, baarmoederontsteking, aandoeningen van de eierstokken, kanker van de melkklieren en suikerziekte blijven hetzelfde als bij de "intacte" teef. Deze sterilisatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. De essentie is dat er een eierstok (overarium) aanwezig blijft. De voor- en nadelen zijn gerelateerd aan de gekozen methode.

In de volksmond wordt met het woord sterilisatie in wezen dus meestal castratie bedoeld, evenals met de termen "laten helpen" en "alles laten weghalen".

Wel of niet castreren?

Deze keuze is vaak niet eenvoudig en moet uiteindelijk door de eigenaar zelf gemaakt worden. We zullen proberen zoveel mogelijk argumenten voor en tegen aan te dragen zodat u tot een verantwoorde keuze kunt komen. Daarbij blijft de castratie op medische indicatie buiten beschouwing. De voordelen van een castratie zijn: dat de teef nooit meer loops wordt, dat schijnzwangerschap verdwijnt of achterwege blijft en dat geen gevaar meer bestaat voor aandoeningen aan de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken. Bovendien heeft een gecastreerde hond minder kans op suikerziekte en kanker van de melkklieren op latere leeftijd. De inlvoed van de operatie op het karakter van de hond is te verwaarlozen: ze wordt er echt niet lui van. Wel is het zo dat de symptomen van nervositeit en onrust van een schijnzwangere teef na een castratie geleidelijk verdwijnen waardoor ze evenwichtiger en minder agressief zal worden.

Als mogelijke nadelen moeten worden vermeld dat de operatie niet meer ongedaan gemaakt kan worden: een nestje krijgen is er niet meer bij. Als de castratie plaatsvindt op wat gevorderde leeftijd (boven de zes jaar) kan de hond neiging krijgen om dik te worden. Met een dieet is dit betrekkelijk eenvoudig te corrigeren. Een heel enkele keer komt het voor dat een gecastreerde teef op latere leeftijd last krijgt van incontinentie van de urine. De kans hierop is erg klein en mocht het gebeuren, dan bestaan daar afdoende medicijnen tegen.

Alternatieven voor castratie

Op welke leeftijd? Technisch gezien kan de operatie al gebeuren vanaf de leeftijd van ongeveer 6 maanden. Het is echter beter om de hond eerst uit te laten groeien. Als u zeker weet dat u geen nestje van haar wilt hebben, kunt u de teef het beste laten castreren als ze uitgegroeid is, ongeveer op anderhalf jarige leeftijd. Het herstel gaat dan opmerkelijk snel en de hond kan dan ook maximaal profiteren van de voordelen van de castratie.

In tegenstelling tot wat wel eens gedacht wordt, is het niet nodig dat ze een nestje gehad heeft. Voor de leeftijd van een jaar wordt de teef meestal al voor de eerste keer loops. Een castratie tijdens de loopsheid is mogelijk maar, houdt een veel groter risico in voor inwendige bloedingen tijdens de ingreep. Dat komt omdat er tijdens de loopsheid meer bloedvaten actief zijn in het gebied van de baarmoeder. Het is dan beter om eerst te wachten tot de loopsheid verdwijnt en daarna pas te laten opereren. Als de teef ongewenst gedekt is en u was toch al van plan haar te laten castreren, wacht dan niet al te lang met het maken van een afspraak. Een castratie tijdens de dracht betekent een abortus en hoe verder het stadium is gevorderd, des te groter is de lichamelijke en geestelijke belasting voor de hond, terwijl het voor de chirurg dan ook echt geen pretje is.

Hoe gaat alles in zijn werk?

Maak tijdig een afspraak voor de operatie. Dit in verband met ons operatieschema. Het is beter om de hond vanaf de vorige dag 18:00 uur alleen drinken te geven en geen eten, omdat sommige patienten tijdens de operatie wel eens kunnen braken. Wanneer u de hond voor de operatie bij ons brengt, wordt deze eerst gewogen en vervolgens goed onderzocht. Als alles in orde is, krijgt ze een narcoseprik waar ze weinig of niets van voelt. In veel gevallen is dat de voornarcose en de bedoeling daarvan is dat we straks even een tube (rubberen buisje) in de luchtpijp kunnen aanbrengen. Na dat eerste prikje valt uw hond in slaap. Dat gaat allemaal heel rustig en mooi, dus u hoeft zich van tevoren geen zorgen te maken. Als we goed hebben gecontroleerd of uw hond goed onder narcose is, dus nergens meer van weet en niets meer voelt, gaan we beginnen met de operatie. Zoals gezegd is de voornarcose alleen maar bedoeld om ongemerkt en tube (slangetje) in de luchtpijp te kunnen inbrengen. Daarmee kan de patient aangesloten worden aan het narcose-apparaat. Zo kan de narcose nauwkeurig worden geregeld.

De buik van de teef wordt geschoren en grondig gedesinfecteerd door de assistente. Ondertussen bereidt de dierenarts-chirurg zich op de operatie voor (handen schrobben en operatiekleiding). De ingreep gebeurt steriel en duurt, afhankelijk van veel factoren, een tot twee uur (uitzonderingen daargelaten). Automatisch worden alle buikorganen even gecontroleerd. Buikwand, onderhuid en huid worden meestal afzonderlijk gehecht.

De nazorg

De patient krijgt alle gelegenheid om rustig bij te komen. Binnen een paar uur staat ze weer op de poten. In de regel is het zo dat de geopereerde geef in de loop van de dag alweer lopend mee naar huis kan. Desondanks is een castratie een buikoperatie, dus toch wel een vrij grote ingreep. Het is logisch dat uw viervoeter, ondanks dat ze lopend mee naar huis kan toch wel een paar dagen de tijd moet krijgen om helemaal bij te komen. Dat houdt in dat u in de eerste dagen niet te ver met haar moet gaan lopen of met haar moet gaan dollen.

Eten en drinken kunt u klaarzetten, maar u moet het niet gaan opdringen. Als de hond de dag na de operatie al weer drinkt, zijn we dik tevreden. Het eten komt wel, ook al dan dat een paar dagen duren. De wond is stevig en meestal in drie lagen gehecht. U hoeft zich geen zorgen te maken dat daar iets mee kan gebeuren.

Belangrijk: het oplosbare hechtmateriaal is pas na zes tot acht weken, dus na anderhalf tot wee maanden, opgelost!

Tot die tijd kunnen er lichte afstotingsver schijnselen optreden die slechts tijdelijk van aard zijn, zoals wondzwelling, wat wondvocht of vochtblaasjes die open kunnen springen. Behandeling daarvan is niet nodig!

De buikspierwand is zorgvuldig met zwaar hechtmateriaal gesloten en met de onderhuid kan ook niets gebeuren. Wat u eventueel aan de wond ziet gebeuren, heeft alleen te maken met de huidhechting! Oplosbare hechtingen moet u er na ongeveer tien dagen uit laten halen. Dan wordt de patient meteen even gecontroleerd.

Wanneer terugkomen

Terugkomen is alleen nodig als u het op enigerlij wijze niet vertrouwt, bijvoorbeeld als de patient na twee dagen nog niet gedronken heeft, als er echt etter uit de wond mocht komen of als de wondranden gaan wijken.

Waarschuwing

Mocht u gekozen hebben voor een andere methode dan een volledige castratie, wilt u dat de dierenarts dan duidelijk kenbaar maken? Wanneer een client een afspraak maakt voor een sterilisatie gaan wij ervan uit dat men een castratie bedoelt tenzij anders vermeld. Nog beter is het om eerst eens van gedachten te wisselen over de voors en tegens van een castratie of een sterilisatie. Meestal spelen ethische overwegingen een rol al kan de veterinaire situatie niet geheel met de "humane" worden vergeleken.

©"DE STERILISATIE VAN DE TEEF".
Uitgegeven door: A.U.V. dierenartsencoöperatie. Voor verdere informatie kunt U zich wenden tot uw dierenarts.