Rob's web

Ouderdom

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Ouderdom


De leeftijd die onze dierbare honden kunnen bereiken is helaas niet zo hoog. Honden worden in het algemeen 10-15 jaar oud. Grote rassen worden minder oud dan kleine rassen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen van 17, 18 en 22 jaar, maar het overgrote deel van de honden sterft tussen de tien en vijftien jaar aan ouderdomsziekten. We zullen eens gaan kijken wat er zoal gebeurt bij een verouderende hond.

Het eerste wat opvalt, is dat de vroeger zo glanzende yacht doffer begint te worden en de beharing minder dicht wordt. Vaak zijn de haren om de snuit grijs geworden Kortharige rassen kunnen kale plekken op een donker verkleurde huid krijgen. Ruwharige vachten vertonen ook nogal eens een sterke verdunning van de vacht en soms kaalheid. Het spierweefstel en het onderhuidse vet verminderen sterk op oudere leeftijd, waardoor de beenderen, zoals ribben en wervels, onder de huid te zien zijn. Hierdoor krijgt het lichaam een hoekig en knokig aanzien. Deze uiterlijke kenmerken zijn voor de hond geen probleem en daarom ook niet zo belangrijk.

Belangrijker is de vertroebeling van de lens van het oog. Vanaf 6 a 7 jaar begint de lens, die tot nu toe glashelder en onzichtbaar is, grijsblauwig troebel te worden. De eigenaar merkt meestal pas tegen het negende a tiende jaar de 'staar' op. De verandering gaat langzaam zodat de hond ermee leert te leven. Het beeld wordt door de troebele lens onduidelijker en zwakker. In de schemering kan dit voor sommige honden een probleem opleveren omdat er dan te weinig licht is om buiten nog goed te kunnen zien. Vooral als er weinig licht is zien we door de wijd geopende pupillen een blauwe gloed. Bij sommige honden, b.v. dwergpoedels, neemt de staar zulke vormen aan, dat de lenzen net stuiters zijn en de hond praktisch blind wordt. Deze honden hebben er op bekend terrein weinig last van, want ze ruiken hoe ze moeten lopen. Staaroperaties, waarbij zoals bij de mens de lens weggenomen wordt leveren bij honden meestal geen goed resultaat op, omdat het netvlies inmiddels niet meer goed werkt. Over het algemeen is het ongemak voor de honden minder groot den de eigenaar denkt. De mate van staar is voor een asieldierenarts een zeer betrouwbaar kenmerk om de leeftijd van de hond te schatten.

Doofheid door vergroeiing van de gehoorbeentjes komt net als bij mensen veel voor. Zij treedt vrij plotseling op, in tegenstelling tot staar, zodat de honden ineens doof blijken te zijn. Doofheid komt meestal pas boven de twaalf jaar voor. Soms kunnen de honden harde geluiden van een bepaalde toonhoogte nog wel horen. Met verkeer moeten we dan oppassen want de honden horen geen auto's meer aankomen. Soms lukt het om commando's d.m.v. gebaren te geven.

Doofheid verstoort ons contact met de hond en isoleert de hond gedeeltelijk. Een therapie is niet mogelijk. Eigenaren denken nogal eens dat een verstopping van de oren de oorzaak is: dit is zelden het geval.

De reuk van de hond blijft gelukkig bijna altijd goed, zodat zijn belangrijkste zintuig intact blijft.

Het gebit vertoont vaak slijtage, afhankelijk van de mate van gebruik. Herders, die veel met stokken of stenen spelen, hebben vaak al vroeg een sterk afgesleten gebit, wat ze overigens geen problemen oplevert. Bij oudere honden verliezen de tanden hun mooie witte kleur en door ontkalking krijgen ze een glazig aanzien. Vaak zet zich op de tanden en kiezen bruin tandsteen af. Dit is ruw oppervlak en er blijven veel etensresten aan kleven. Hierdoor ontstaat er een plaque van voedsel en rottingsbacterien, waardoor het tandvlees gaat ontsteken en de wortel van de tand langzaam maar zeker ondermijnd wordt. Op den duur komt de tand los te staan en valt uit. De bacteriën produceren een rottingsstank en een ontsteking in de bek, waardoor de hond een vieze adem krijgt.

Het is belangrijk voor de hygiene en voor het behoud van het gebit om door de dierenarts met een cavitron het tandsteen te laten verwijderen. Na de gebitsbehandeling zijn de tanden weer helemaal schoon en wit en verdwijnt de stank. Vaak zal de behandeling jaarlijks herhaald moeten worden, maar het is het behoud van het gebit en om hygienische redenen voor de hond zeer belangrijk. Zelfs een hogere leeftijd is geen belemmering voor de vereiste narcose. Kleine rassen hebben er meer last van dan de grotere honden. Als het gebit niet onderhouden wordt, vallen na jaren achterstallig onderhoud de tanden uit. Dit is vaak de verlossing van de pijnlijke ontsteking en stank in de bek. Het dier is zonder tanden beter af dan met loszittende tanden en kiezen. Zelfs zonder tanden en kiezen kunnen ze nog eten. Eigenaren denken vaak dat bruine tanden van hun hond verrot zijn en dat daar niets aan te doen is. Tandrot komt bij honden bijna niet voor, tandsteen zeer vaak. Aan het afslijten van het gebit, aan de kleur van de tanden en aan het terugtrekken van het tandvlees is de leeftijd van de hond te schatten. Het is niet zo betrouwbaar als het schatten aan de hand van de ooglenzen.

Een heel ander ongemak van de ouderdom is de gewrichtsslijtage of 'arthrose'. Arthrose wordt vaak als verzamelnaam gebruikt voor gewrichtsafwijkingen t.g. kraakbeenslijtage, heupdysplasie en ongelukken. De verschijnselen zijn het duidelijkst als een dier een tijd gelegen heeft en dan moeizaam overeind komt. Het gewricht is stijf en pijnlijk en het dier mankt een paar passen. Na even lopen gaat het meestal wat beter, maar langer wandelen en spelen lukt niet goed meer. De gewrichten zijn door de versleten en woekerende weefsels chronisch steriel ontstoken. Met ontstekingsremmende tabletten is vaak een uitstekend resultaat te behalen en kan de hond weer prima vooruit. Het is wel belangrijk om de hond regelmatig te laten lopen, hoe minder zo'n gewricht gebruikt wordt des te moeizamer het functioneert; overbelasting is altijd uit den boze.

De meest voorkomende slijtage is die van het heupgewricht op oudere leeftijd, maar ook komt arthrose van elleboog en schouder nogal eens voor. Problemen met het kniegewricht worden meestal veroorzaakt door gescheurde kruisbanden. Dit letsel reageert niet op behandeling met ontstekingsremmers. Erger is het als de achterhand langzaam maar zeker verlamd begint te raken.

Dit komt vooral bij Duitse Herders voor. De prikkelgeleiding door het ruggemerg valt uit. Het dier verliest zijn gevoel, maar ook de motoriek van de achterhand. Als de hond een bocht maakt valt de achterhand vaak om. Het is niet pijnlijk, maar er is ook niets tegen te doen Na 1 a 2 jaar moet de hond vaak geeuthaniseerd worden wegens totale verlamming van de achterhand.

Wat de inwendige ouderdomsziekten betreft, nemen de nieren een belangrijke plaats in. Tijdens het leven neemt de nierfunctie langzaam af. Als 75% van de nieren niet meer werkt, gaan de honden meer drinken en plassen. Soms is dat zoveel dat ze het ook binnen doen. Het verdient aanbeveling om te laten onderzoeken of er geen urineweginfectie is, want dan zijn de klachten met wat penicilline snel verholpen. Aan nierslijtage is niets te doen.

Ook de zogenaamde nierdieten verbeteren niets aan de positie van de nieren en verlengen het leven niet. Het is wel mogelijk dat een hond met slechte nieren zich wat beter voelt als hij een nierdieet krijgt. Nierfalen is uiteindelijk een belangrijke doodsoorzaak bij oudere honden. Als de nieren nog maar voor 10-15% werken worden de honden suf en gaan ze braken en kunnen geen eten en drinken meer binnen houden. De dieren zijn meestal sterk vermagerd. prostaatvergroting bij reuen veroorzaakt nogal eens blaasontsteking en heftige prostaatbloedingen. De honden verliezen of plassen vaak veel bloed of urine met bloed. Een te grote prostaat kan ook de ontlasting sterk bemoeilijken. De reuen zitten dan langdurig op een beetje ontlasting te persen. Door castratie verdwijnen al deze klachten omdat de prostaat daarna sterk krimpt. Het onzindelijk worden: binnen plassen, ontlasting laten lopen, komt gelukkig pas op hoge leeftijd voor (14-15 jaar). De oorzaak is meestal neurologisch en daarom niet te behandelen. Vaak is uiteindelijk euthanasie de enige oplossing. Als het alleen binnen plassen betreft dient op een urineweginfectie of een sterilisatie-incontinentie onderzocht te worden. Beide zijn goed te verhelpen.

Bij teven kennen we allemaal de baarmoederontsteking, door sommige ten onrechte baarmoederkanker genoemd. Etterige uitvloeiing uit de vulva en koorts zijn meestal de verschijnselen. De honden zijn ziek en drinken veel water. Onmiddellijke verwijdering van baarmoeder en eierstokken gee-ft 100% genezing. Weken wachten met opereren vermindert de overleveningskans uiteindelijk tot 0%. Teven kunnen op oudere leeftijd gezwellen in de melkklieren krijgen. Meestal komt het bij honden boven de 8-9 jaar voor en bij honden die nooit of slechts eenmaal gejongd hebben. 75% van deze gezwellen zijn goedaardige tumoren. Ze zaaien niet uit naar de longen of in de melkklier. Ze groeien slechts langzaam. 25% van de gezwellen zijn kwaadaardig, d.w.z. kankergezwellen. Ze groeien snel en zaaien uit naar de longen of in de melkklieren. In alle gevallen is operatieve verwijdering van zoveel mogelijk melkklierpakketten de beste oplossing. Bij goedaardige tumoren volgt er een totale genezing.

Bij kankergezwellen ontstaat in de helft van de gevallen weer opnieuw een gezwel of blijken er in de longen uitgezaaide tumoren te zitten.

Hartzwakte t.g.v. lekkende hartkleppen veroorzaakt bij kleine rassen nogal eens vochtophoping in de longen met als gevolg hoesten en verminderd uithoudingsvermogen. Dit is meestal goed te behandelen met plaspillen en harttabletten. Hoest ten gevolge van long- en luchtpijpafwijkingen bij oudere honden zoals bij chronische bronchitis, laat zich vaak veel moeilijker behandelen. Grote rassen met hartklachten hebben vaak een slecht uithoudings-vermogen. Ze vermageren en zijn snel moe. Op den duur ontstaat er nogal eens vochtophoping in de buik die zeer omvangrijk kan worden. Ook hier helpen plaspillen en harttabletten goed.

Leveraandoeningen gaan gepaard met een slechte eetlust, of en toe braken, lusteloosheid en soms geelzucht. Met intensieve medicatie zijn tegenwoordig steeds vaker goede resultaten te bereiken. Op dehuid van oude honden komen nogal eens wratten voor. De tumoren zijn bijna altijd goedaardig en hoeven alleen verwijderd te worden als ze gaan bloeden of als u het een akelig gezicht vindt.

Als laatste wil ik het "seniel℘ worden noemen. Uitingen daarvan zijn dat ze gaan janken als ze alleen gelaten worden. 's Nachts levert dat problemen op, want het dier is alleen stil te krijgen als het mee mag naar de slaapkamer. Het gedrag kan totaal veranderen en vreemd worden. Op den duur worden ze ook onzindelijk, zonder dat ze er zelf erg in hebben. Aan het eind van het leven zal vaak tot euthanasie besloten worden. Het dier krijgt dan een overdosis van een narcosemiddel toegediend waardoor het in enkele seconden het bewustzijn verliest en sterft. Het is absoluut pijnloos en ik raad iedere eigenaar aan om erbij te blijven, zodat ze kunnen zien dat hun huisdier rustig inslaapt.

lk heb een opsomming gegegeven van een aantal veel voorkomende ouderdoms, ziekten. In de meeste gevallen is met wat medische zorg de klacht goed op te lossen en krijgt de hond de kans om redelijk gezond oud te worden. De diergeneeskundige kennis en kunde is de laatste jaren in een aantal kleine huisdierpraktijken sterk verbeterd en er is heel veel mogelijk met geriatrische patienten, bijvoorbeeld narcose met gasinhalatie, wat heel veilig is voor oude dieren, zodat chirurgie tot op onbeperkte leeftijd mogelijk is. U zult wat vaker dan vroeger naar de dierenarts moeten, maar een hond die een leven lang trouw is geweest heeft wel recht op wat genadebrood!

©clubblad NTC De Dashond; Dierenarts R. J. Wirtz, Waalre