Rob's web

De hond en de dierenarts

Home - Kynologie - De duitse herdershond - De hond en de dierenarts


Ondanks het feit dat de meeste honden zich dit niet zo goed realiseren, is een dierenarts ook maar een mens. En zelfs heel vaak een mens dat van dieren houdt. Anders was hij of zij geen dierenarts geworden. Toch hebben de meeste honden een bloedhekel aan dierenartsen.

En daar zijn wij mensen, als baas van de hond, voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor. Als de hond nog klein is moeten we hem eigenlijk al wennen aan de dierenarts. Op het moment dat de pup een paar dagen in huis is, is het heel belangrijk dat de nieuwe eigenaar een keer met de pup naar de dierenarts gaat. Om hem even na te laten kijken zonder dat er iets engs gebeurt. Zonder dat de baas ook van te voren "de zenuwen" heel over hoe de hond zich zal gedragen. De meeste dierenartsen vinden dit prettig en voor de mensen is het fijn om zeker te weten dat zij een gezonde hond hebben gekocht. Voor zover dat nu natuurlijk te beoordelen is. Wanneer zo'n kleine pup voor de eerste keer mee gaat naar de dierenarts wordt hij in de wachtkamer op schoot gehouden of hij mag naast je op z'n eigen meegebrachte kleedje liggen. Laat hem niet met andere honden spelen; het is niet bekend of ze een besmettelijke ziekte onder de leden hebben.

In de spreekkamer worden de honden opgetild en op tafel gezet. Dit is heel afwijkend van de gewone situatie thuis. Veel honden reageren hier wat angstig op. Het is dan heel belangrijk dat de hond niet getroost wordt. Troosten van honden is niets anders dan aangeven dat de honden zich ergens zorgen om moeten maken. Het gedrag van de baas is ineens afwijkend en dat moet toch ergens aan liggen. De honden worden waakzamer en alerter op wat er komen gaat. En hoe meer ze getroost worden hoe meer ze beloond worden voor het besef dat er nu toch wel iets heel ernstigs te gebeuren staat. En hoe banger of agressiever ze worden. Veel verstandiger is het de hond dit allemaal thuis aan te leren. Leer hem dat hij opgetild wordt. Doe dit regelmatig, op de goede manier en zorg dat hij rustig blijft. Geef hem na het optillen iets lekkers. Zorg dat de hond weet dat hij of en toe getemperatuurd wordt. Voor u is het tenslotte ook heel belangrijk om te weten wat zijn normale lichaamstemperatuur is, zodat u snel afwijkingen hierop kunt controleren. Til hem, als hij rustig blijft bij het optillen, ook eens op een tafel en geef hem hier dan wat lekkers. Laat z'n halsband om, zodat u hem goed kunt vasthouden.

Voorkom dat een pup, maar ook een volwassen hond, zomaar van de tafel afspringt! Zorg dat u hem op tafel kunt borstelen, zijn oren, ogen en gebit kunt controleren en hem zelfs wat later op z'n zij kunt laten liggen zodat u z'n liezen en bulk kunt bekijken. Til eens een pootje op en als u hem zelfs op tafel rustig kunt temperaturen bent u echt al ver gevorderd.

Als uw hond hier thuis aan gewend is zal het allemaal bij de dierenarts een stuk gemakkelijker worden. Voor u, de hond en de dierenarts.

Marian Servaas