Rob's web

Kat en hond als partners

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Kat en hond als partners


Wanneer twee mensen elkaar niet kunnen uitstaan, zegt men in de volksmond: "die twee gedragen zich als kat en hond".

Indien je een kattenliefhebber vraagt, wie of wat hij als vijand van zijn kant beschouwd, ziet deze dadelijk een hond voor zich. Stel je dezelfde vraag aan een hondenliefhebber, dan komt bij hem aanstonds het beeld van kat opduiken.

In feite is deze vijandelijke houding nooit onvermijdbaar geweest. Eigenlijk bestaat ze slechts in beperkte mate in de natuur. Ze is in haar hedendaagse verschijningsvorm door de mens "gemaakt". Vaak steekt er een verkeerd begeleide jachtdrift achter.

Indien een hond door zijn begeleider niet op katten wordt afgestuurd of wordt opgehitst, zal een hond bijna nooit in de aanval gaan, wel wordt de achtervolgingsdrift van de hond opgewekt door het weglopen van een kat. In de vrije natuur gaan hond- en katachtigen elkaar uit de weg, omdat hun manier van jagen totaal verschillend zijn. Een sluipende jager zoals de kat vindt met zekerheid de eerste uren geen buit, wanneer een meute honden voor haar het wild heeft opgejaagd.

Leefgemeenschap

Een kat zal haar buit altijd eerst bespieden, om ze vervolgens te verassen, terwijl de hond zijn buit altijd opjaagt. Ook het vluchtgedrag van kat en hond is verschillend. Beide behoren tot de roofdieren, maar biologisch gezien, bestaat er geen enkel verband.

Voor een kat speelt zeer vaak het spreekwoordelijk levensreddend geluk in de vorm van een boom een rol, wanneer ze opgejaagd wordt. Over het algemeen zal zij als dier met een snellere reactietijd de hond tegenhouden middels een schijnaanval, om daarna van de gelegenheid gebruik te maken om er vandoor te gaan, liefst in de levensreddende boom, hoog boven de bedreiging. Hoe ze later, wanneer de hond het reeds lang heeft opgegeven, weer beneden komt, is haar zorg niet, maar meer dan eens moet de mens er dan bij te pas komen.

Onder de "hondenmensen" doen echte griezelverhalen de ronde over katten die honden rechtstreeks in het gezicht springen om hun ogen uit te krabben. Eigenlijk tot grote opluchting en geluk van de vrijlopende katten, want dit gerucht leidt er vaak toe dat hondenbezitters, die met hun hond binnen het bereik van katten komen, hun hond aan de lijn houden. Maar het kan ook anders... De niet dominante "hondenmensen" zullen vaak zowel kat als hond adopteren en integreren in het huisgezin.

Staarttaal

In verbazingwekkend veel huishoudens, vooral in de landelijke streken, leven katten en honden vreedzaam en eendrachtig samen onder hetzelfde dak. Hier wordt dan aangetoond dat het gezegde "zij leven als kat en hond" niet van toepassing is, maar dat ze geleerd hebben zich aan elkaar aan te passen en elkaar te aanvaarden.

De hond moet zijn "opperheerschappij" voelen, zonder dit te hoeven bewijzen. De kat moet het gevoel van geborgenheid en veiligheid hebben. Ontbreekt een van deze zaken, dan kunnen er misverstanden ontstaan.

Een andere hoofdoorzaak van onderling "misbegrijpen" kan de "staarttaal" zijn. Katten laten met zwiepende en trillende staarttop zien dat ze opgewonden en kregel zijn, terwijl dit bij de hond juist een teken van blijdschap is. De kat denkt op dat moment dat de hond haar bedreigt, terwijl de hond daarentegen meent dat de staartzwiepende kat hem uitnodigt tot verdere kennismaking. Hij is dan met het volste recht verbolgen wanneer hij een tik op de neus krijgt.

Gewenning

Een punt van verwarring is het onderscheid tussen snorren en grommen, wat beide moeten leren kennen. Deze taalproblemen kunnen omzeild worden. De eenvoudigste manier is natuurlijk om kat en hond aan elkaar te laten wennen wanneer zij beide nog jong zijn. Ze leren dan elkaar to aanvaarden in een zorgeloze en ongedwongen sfeer.

Bij een eerste kennismaking is in hoofdzaak het gedrag van de kat bepalend, bij beide diersoorten moet een vriendschappelijke gezindheid herkenbaar zijn.

De hond kan er gemakkelijk toe gebracht worden om nieuwe leden van "zijn familie" to aanvaarden, waarbij zijn gezellig (sociaal) wezen een hoofdrol speelt. De kat daarentegen went slechts traag aan de uitgelaten, temperamentvolle vreugdeuitingen van de hond, die haar vaak in grootte overtreft. Ze leert deze vernoemde gedragingen dan ook nooit te waarderen.

Het is niet onmogelijk volwassen katten, die nog geen beduidend slechte ervaringen hebben opgedaan, to brengen tot een vredevol samenleven met honden. Hier zal de mens moeten ingrijpen om een en ander in goede banen to leiden. Het rustig samenleven is hier vooral een vraag van gewenning en tot dan moet de mens voor deze rust kunnen zorgen en zelf ook begrip opbrengen. Hij moet in staat zijn om hun gedrag en houding juist to interpreteren en to beoordelen, zodat hij de mogelijkheid heeft om opkomende vrijandelijkheden, die op wederzijds onbegrip steunen, in de kiem to smoren.

Een kat die het huis deelt met een hond is over het algemeen niet als "hondvriendelijk" to omschrijven, vreemde honden zal ze immers met het grootste wantrouwen bejegenen.

©Het Collieblad.