Rob's web

Straf

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Straf


In het VDH nummer van juni 1998 stond een artikel over het "opvoeden en africhten van onze honden" waarin onder andere melding werd gemaakt om ongewenst (agressief) gedrag of te leren door middel van harde/duidelijke correctie (straf). De boeken waar ik hierna naar verwijs beschrijven de grote negatieve gevolgen/effecten van het gebruik van straf (lees: pijn) bij de opvoeding van honden. Deze mensen vinden dat het gebruik van straf/pijn als onderdeel van de opvoeding moet worden uitgebannen. lk deel hun opvattingen hierover. Wat schrijven zij zoal?

Effect

Abrantes

Het effect van straf kan nooit worden voorzien. Experimenten hebben aangetoond dat straf leidt tot vechten, angst, hulpeloosheid, vermijding of vlucht. Het effect van straf is niet blijvend, zelfs als het zeer sterk en effectief was ten tijde van de toepassing ervan. Straffen heeft daardoor niets met leren te maken. Het verandert de motivatie niet om bepaald gedrag te vertonen. Het voorkomt het gedrag alleen, weldra het zich aandient.

Het effect van straf is gebaseerd op angst en daarom is het gevaarlijk om te gebruiken als een methode om gedrag aan te passen. Het kan ook leiden tot de ongewilde conditionering van ongewenste prikkels, met verstrekkende gevolgen.

Voorbeeld: uw hond valt uit naar een andere hond, u geeft uw hond hiervoor een harde correctie. Wat is het effect? Associeert de hond zijn straf met zijn gedrag? Met de andere hond? Met zijn geleider? Met de specifieke omgeving? U weet nooit van tevoren tot hoever de associatie van de straf reikt. Als u een Steen in het water gooit, weet u nooit van tevoren hoeveel kringen u in het water zult veroorzaken!

Associeert uw hond de straf met zijn omgeving dan heeft u er een probleem bij. Bijvoorbeeld het trainingsveld! De hond gaat het trainingsveld op en duikt in elkaar. lets wat ik toch regelmatig heb waargenomen.

Bovendien al zou het effect hebben, dan heeft u vermijdingsgedrag geconditioneerd bij de hond. De hond valt niet meer uit en blijft naast u lopen, niet omdat hij het prettig vindt, maar om straf te vermijden!

Een praktijkvoorbeeld

Fisher

Een vrouw moest met haar hond -een Duitse Herder genaamd Ben- naar de dierenarts. De hond was in een verhoogde staat van opwinding/angst toen hij in de wachtkamer zat te wachten. Ben had voordien nooit moeilijkheden opgeleverd, uiterst sociaal en non-agressief. Hoe kwam het dat Ben zich nu zo anders gedroeg bij de dierenarts? Het is aangetoond dat wanneer honden angstig zijn, zij een bepaalde lichaamsstof aanmaken die een bepaalde geur afgeeft.

Als andere honden deze geur ruiken, kunnen ze spontaan angstig worden. Aangezien de meeste honden niets van een dierenarts moeten hebben, is het goed mogelijk, dat hoewel Ben nog nooit enige slechte ervaring had meegemaakt bij de dierenarts, hij door die specifieke geur, toch angstig is geworden. Zijn vecht-/vluchtgedragsysteem stond dus op scherp en gereed om afgevuurd te worden. Ben ging samen met zijn eigenaresse de behandelkamer binnen. De assistente kende Ben al vanaf zijn puppy tijd, dus behandelde zij Ben zonder de dierenarts. Op een gegeven moment kwam de assistente met een gestrekte arm Ben tegemoet. Ben viel hierop agressief uit naar haar, de assistente die ervaren was, deinsde meteen terug om aan de aanval van Ben te ontkomen. De eigenaresse trok Ben terug naar haar om hem gerust te stellen. De dierenarts die werd gealarmeerd door het lawaai, kwam de behandelkamer binnen. En stelde voor om Ben zelf te behandelen.

De dierenarts nam Ben mee naar een andere behandelkamer en onderzocht hem van top tot teen zonder enig probleem. Om Ben voor zijn goede gedrag te belonen wilde de dierenarts hem een aai geven. Hierop viel Ben weer furieus uit naar de dierenarts. De dierenarts deinsde ook meteen terug en Ben werd onmiddellijk door zijn eigenaresse teruggetrokken en gerustgesteld.

De eigenaresse ging vervolgens met Ben naar een hondenvereniging om het probleemgedrag te laten wegtrainen. Overigens had haar man wanneer hij met Ben liep geen problemen met hem, het was alleen bij haar. De aanwezige instructeurs dachten dat het om een overdreven dominante/beschermingsdrift ging van Ben tegenover zijn 'vrouwtje'. Ze zouden Ben wel even 'aanpakken'. Ben werd een slipketting omgedaan en werd regelmatig stevig gecorrigeerd, wanneer hij uitviel naar andere mensen. Het probleem werd steeds groter totdat Ben alle mensen die binnen een bepaalde straal kwamen ging aanvallen, ondanks de keiharde correcties die hij hiervoor kreeg. Tenslotte adviseerde men om Ben te laten inslapen/doodmaken. Deze vrouw ging naar John Fisher toe, die haar laatste strohalm was.

Onderzoek naar de effecten van agressie en stress

Het experiment betrof het leren van honden om te rennen naar het eind langs een kant van een soort lang apparaat, gelijkend op een corridor waar wat voedsel lag. De corridor was over de lengte opgesplitst in twee gelijke secties door een lage scheidingswand. Het voedsel was alleen beschikbaar aan het einde van een van deze twee secties en dus kozen de honden ervoor om te blijven op deze helft. Wanneer het zeker was dat de honden na het binnengaan van het apparaat onmiddellijk naar het voedsel zouden rennen, kon het experiment beginnen.

Vlak voordat de honden het voer bereikten, werd er een licht ontstoken, of een geluid gemaakt -dat de honden allemaal negeerden, omdat het geen betekenis had. Echter, wanneer ze het voedsel bereikten, kregen zij een elektrische schok, wat hen noodzaakte om te ontsnappen, door over de barriere heen te springen naar de andere kant van de corridor, waar ze geen schok kregen en waar ze zich veilig voelden. Reeds na een behandeling, sprongen de honden naar de veilige kant van het apparaat elke keer dat het waarschuwingslicht of geluid werd aangezet en bleven dat doen gedurende 200 proeven. Zoals vermeld onderzochten de wetenschappers de effecten van stress en angst om na 200 proeven, waarbij de honden met succes de elektrische schok konden vermijden, werd het punt bereikt dat ze niet langer angstig of onder enkele vorm van stress konden zijn, vanwege het felt dat, nadat ze een waarschuwing hadden gekregen, ze wisten hoe ze zich konden redden.

De wetenschappers besloten toen om de doelen wat bij te stellen (eigenlijk werden ze een heel stuk bijgesteld), en de nieuwe overeenkomst was als volgt. Als het licht of het geluid wordt aangezet en je gaat voor het voer, krijg je GEEN schok. Als je stil blijft staan krijg je GEEN schok, maar spring je naar de andere kant van de corridor krijg je WEL een schok. Het resultaat dat zij bereikten was dat de meerderheid van de honden bleven springen naar wat voorheen de 'veilige' kant was. Allemaal vertoonden ze duidelijke tekens van angst en de meeste van hen sprongen sneller in de schok dan dat ze eerder deden om het te vermijden.

De conclusies die hieruit kunnen worden getrokken, zijn als volgt:

  1. Wanneer de honden het voedsel vermeden volgend op het waarschuwingssignaal, de handeling van het vermijden hun beloonden.
  2. Het gevoel van opluchting wat zij ervoeren nadat zij naar de 'veilige' kant sprongen, veroorzaakte een tweede beloning. In feite, wat de hond in een moment van angst of schrik doet, beloont de hond, het resultaat van wat de hond deed, veroorzaakt een tweede beloning, welk het gedrag bevestigt en vastlegt. Twee beloningen leggen het gedrag zo succesvol vast, dat zelfs nadat de onderzoekers het gedrag bestraften, zij het gedrag niet konden laten uitdoven. Feitelijk, het ongemak die deze straf veroorzaakte had als resultaat dat de honden sneller sprongen. Het was zelfs zo dat de onderzoekers nadat de honden 100 keer een schok was toegediend, het opgaven.

Wat heeft dit experiment met Ben te maken?

De assistente benaderde Ben met een uitgestoken hand en Ben zag haar als een bedreiging. (Honden die angstig zijn hebben de neiging om over-te-reageren). Wat Ben deed beloonde hem, omdat de assistente zich haastig terugtrok. De eigenaresse die Ben terugtrok om hem gerust te stellen fungeerde als de tweede beloning. Aangezien hetzelfde gebeurde binnen vijf minuten bij de dierenarts en hetzelfde binnen een aantal dagen bij de hondenvereniging, werd het gedrag zeer snel aangeleerd. Onder deze omstandigheden hoefde Ben om agressie te tonen niet meer in een staat van angst te verkeren, hij had geleerd dat wanneer hij was aangelijnd door de eigenaresse, om een ieder die hem te dicht benaderde, aan te vallen.

Het was zeker geen kwestie van dominantie of beschermingsdrift, de enige reden dat Ben het alleen aan de lijn bij zijn eigenaresse deed en niet bij haar man, was omdat haar man het hem niet geleerd had. Toen de instructeurs het gedrag van Ben probeerden te straffen werd het erger. Logisch toch! Herinner de honden van het experiment toen ze een schok kregen op de 'veilige' kant bleven zij opspringen en pas na 100 keer een schok te hebben gekregen, gaven de onderzoekers het op.

Alle honden vertoonden duidelijke tekens van angst en de meesten van hen sprongen sneller. Dit op zichzelf is een sterk argument tegen het gebruik van straffen bij hondentraining.

De therapie

Ben werd een zware lederen halsband omgedaan en aan een stevige lijn vastgemaakt. De lijn werd op zijn beurt aan een haak vastgemaakt, die stevig in de muur verankerd zat. Veiligheid eerst! De eigenaresse moest op een bankje gaan zitten, met haar rug naar Ben toe. John Fisher wist tot welke lengte Ben kon reiken, tijdens zijn uitvallen. Hij instrueerde de eigenaresse om op het moment dat Ben naar hem zou uitvallen om absoluut niet te reageren, niet te kijken of te spreken. Voorts legde hij uit dat wanneer een hond lets doet wat wij niet willen en we doen het stoppen of het stopt vanzelf, wij meestal zeggen dat de hond braaf is. Het is geen brave hond! De hond had het in de eerste plaats nooit mogen doen, en dus zouden we de hond nooit mogen belonen voor het stoppen (tenzij het een puppy is, die net begonnen is te leren hoe de regels zijn).

John Fisher benaderde Ben heel langzaam met zijn armen langs zijn lichaam en zonder Ben aan te kijken. Ben niet meer opwinding geven dan nodig is, antlers is hij helemaal niet meer ontvankelijk om überhaupt lets te leren. Echter bij de eerste de beste stap richting Ben viel deze furieus uit. John Fischer stond roerloos stil vlak voor Ben. Hij zei tegen de eigenaresse dat het niet uitmaakte hoe lang het duurde dat Ben naar hem zou blijven uitvallen, hij zou niet eerder weggaan voordat Ben gekalmeerd was. Als Ben agressief wilde zijn, prima, maar mijn houding was, ga je gang doe je best, echter je zal gaan merken dat het niet meer werkt. Jouw object van agressie reageert niet en je 'vrouwtje' negeert je.

Ben bleef voor een aantal minuten furieus uitvallen, voordat hij het door had dat zijn 'vrouwtje' niet reageerde. Al die tijd bleef John Fischer stil staan en sprak complete onzin uit naar Ben. Hij deed geen enkele poging om dichterbij te komen. Het hele punt van deze behandeling is om Ben aan te tonen dat hij op zichzelf was en dat hij geen succes had.

Op een gegeven moment ging Ben zijn vrouwtje aankijken, om bij wijze van spreken haar te vragen om tegen hem te zeggen dat hij zijn kop moet houden, zodat hij zich op een elegante manier kon terugtrekken.

Echter de uitdrukking op zijn gezicht toen hij zag dat ze zelfs niet naar hem keek, was prachtig. Op een gegeven moment bereikte Ben het stadium van het besef dat zijn huidige gedrag niet het gewenste effect opleverde. Ben produceerde een soort gezicht van, 'beste jongen ik zou je graag willen opvreten, echter ik heb nog wat andere dingen eerst te doen'. Wanneer je dat gezicht ziet, dan weet je dat de hond voor een alternatief gedrag kiest en in Ben's geval, deed hij net of hij een muis had ontdekt onder de stoel. Dat was voor John Fischer het signaal om zich terug te trekken en ging zitten. Het vrouwtje draaide zich om en ging naast Ben zitten - maar zonder verbaal of fysiek contact.

Na een paar minuten werd de hele procudure herhaald, het vrouwtje werd gewaarschuwd dat als ze dacht dat Ben boos was de laatste keer door frustratie, dat hij nu nog bozer zou zijn. En Ben ging bij de tweede benadering als een gelanceerde kogel op John Fischer af. Nu duurde het maar een aantal minuten voordat Ben zijn gedrag veranderde. Op een gegeven moment had hij 'weer de muis in de gaten onder de stoel'.

Een derde keer volgde en bij de vierde keer dat John Fischer hem benaderde keek Ben hem alleen maar aan en keek weer onder de stoel voor de muis. John Fischer vertelde het vrouwtje om hier enorme ophef van te maken en om zelfs te helpen te zoeken naar de muis.

Ben had ervoor gekozen om alternatief gedrag te tonen. Het vrouwtje mocht hem nu belonen, maar de kracht hiervan is dat Ben voor het gedrag had gekozen, hem was niets gezegd of hem lets laten doen. Ben moest deze behandeling nog diverse malen ondergaan, op andere plaatsen en met andere mensen. Ben moest gaan generaliseren. Ben hoefde niet te worden doodgemaakt, hij viel niet meer uit naar andere mensen. Echter zijn vertrouwen in de mens was voorgoed verdwenen. Dat kun je Ben moeilijk kwalijk nemen., aldus Fisher. lk heb hier niets aan toe te voegen.

Dominantie-agressie en angst-agressie

Abrantes

Wanneer men spreekt van angst-agressie dan bedoelt men onderwerping-agressie, welke voor kan komen wanneer de aanvaller de onderwerping niet accepteert van het dier en er geen mogelijkheid tot vluchten is. De aanvankelijke onderwerping verandert in onderwerping en angst, en uiteindelijk in onderwerping en agressie.

Het is niet mogelijk bijvoorbeeld om angstig en agressief tegelijkertijd te zijn. Angst leidt tot verstarring, gelatenheid of vlucht en agressie tot een aanval. Men kan niet verstarren en aanvallen tegelijkertijd. Wanneer een hond aanvalt is het altijd agressief. Het idee van dominantie-agressie is een vooringenomenheid. Het is mogelijk om agressief en dominant te zijn, echter de term suggereert dat de hond agressief is omdat het dominant is. Dat is een tegenstelling.

Dominantie heeft tot doel om de ander te controleren door middel van geritualiseerd gedrag, zonder pijn te doen of te verwonden. De definitieve aanval wordt gemotiveerd door agressie alleen.

Roedelleider/rangorde

Abrantes

Hondeneigenaren beschouwen een groep die wordt gevormd door de hond of honden en de familieleden als hun 'roedel'. De hond zou zichzelf lager in rang moeten beschouwen dan alle menselijke leden en de kinderen niet mogen beschouwen als lagere in rang zijnde puppies.

Zelfs al zou een menselijke familie in vele opzichten als een roedel functioneren, is het twijfelachtig of de hond de familie als een echte roedel beschouwt. Het is nog twijfelachtiger of een hond zich zal gedragen jegens de familie zoals het zou doen jegens andere hondachtige leden van een roedel. De binding tussen hondachtige roedelleden wordt gecreeerd, ontwikkeld en onderhouden door het verrichten van dagelijkse strategieen - prooi zoeken, het vangen, het doden en het opeten, om er een paar te noemen. Het is het deelnemen aan deze vitale handelingen dat ook de rangorde wordt vastgesteld, omgedraaid of gehandhaafd.

Zowel hondeneigenaren als hun honden nemen niet deel aan zulke activiteiten. In het algemeen zijn de voedselprocedures routineachtig en luxueus. Dit soort activiteiten hebben weinig van doen met beslis-sende factoren in het vaststellen van de rangorde. Ten einde de alfa-rol te bereiken in een familie roedel, zal de eigenaar voor dat doel speciaal ontworpen kunstmatige situaties en oefeningen moeten gebruiken.

Trumler

Een geluid, dat we niet graag van honden horen, is het grommen. Zonder uitzondering kunnen ze het allemaal. Het is zonder meer een uitdrukkingsvorm van dreiging. In de omgang met soortgenoten, zijn het alleen de in rang hogere dieren die het zich kunnen veroorloven te grommen. Tegenover ons durft bijna elke hond het, wat er misschien op duidt, hoe weinig ze geven om de superioriteit van de mens.

Wilt u bij een roedel wolven of honden pure agressie zien dan moet u zeer veel geduld hebben, dat komt zelden voor. Gebruik maken van straf (lees: agressie) om de hond op te voeden of te heropvoeden vind ik nou juist typisch menselijk gedrag projecteren op de hond. De mens is het meest agressieve dier van alle diersoorten.

Het projecteren van menselijk gedrag op dieren noemen we antropomorfiseren oftewel vermenselijken!

Genoeg stof tot nadenken en enige bezinning.

Bronnen

Ton Feddes