Rob's web

Waarom hebben mensen eigenlijk honden?

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Waarom hebben mensen eigenlijk honden?


Het antwoord waarom iemand een hond neemt kan zeer gevarieerd zijn. Sommige mensen houden een hond voor de gezelligheid of voor de veiligheid. Anderen doen dat voor de sport. En weer anderen nemen een hond om ermee te fokken. Maar er zijn ook mensen die een hond houden om daarmee een mode te volgen, die in het houden van zo'n dier een statussymbool zien.

Hoe het ook zij wanneer mensen een hond gaan kopen is het voor de hond maar te hopen dat zijn toekomstige eigenaren overal goed over hebben nagedacht. Zij komen bij een nest jonge honden, wijzen er een aan en zeggen "die wil ik hebben".

Op grond van die actie is men niet alleen eigenaar van een hond geworden maar is men ook voor 100% verantwoordelijk voor zijn lichamelijk en geestelijk welzijn. Een hond heeft evenals de mens een aantal lichamelijke en geestelijke behoeften. Aan de meest elementaire lichamelijke behoeften, voeding, verzorging en huisvesting wordt meestal wel voldaan.

De meest elementaire geestelijke behoeften zoals duidelijkheid en leiding worden in een groot aantal gevallen finaal over het hoofd gezien. Aileen in een sfeer van duidelijkheid en leiding kan een hond functioneren, hij voelt zich beschermd en weet instinctief dat zijn roedelleider sterk is. Hoe beter de kwaliteit van uw leiding is hoe meer u de hond terugziet zoals u hem graag heeft. Een hond verwennen, in veel dingen zijn zin geven en hem zichzelf vrij laten ontwikkelen, ontneemt hem zijn zelfvertrouwen. Het maakt hem afhankelijk van zijn omgeving, veroorzaakt spanningen en tenslotte angst. U maakt er een zenuwpatient van. De hond wordt schrikachtig, onbetrOuwbaar, bijterig en kan ten slotte zelfs gevaarlijk worden. ledere hond die lichamelijk gezond is kan opgevoed of heropgevoed worden tot een prettige huisgenoot die goed luistert, niemand overcast bezorgd en door de samenleving geaccepteert wordt. Dat kan alleen als u goed op de hoogte bent van zijn gedrag en zijn geestelijke behoeften. Als u weet hoe uw hond reageert en wat hij uitdrukt met verschillende gedragingen, dan zult u veel fouten bij zijn opvoeding vermijden en meer plezier hebben van uw hond. Evenals mensen hebben honden groepsactiviteiten en persoonlijke uitdagingen nodig. Zonder die zaken worden ze ongeduldig, neurotisch en rusteloos.

Wil een hond in onze huidige, steeds drukker wordende, maatschappij functioneren dan zijn gehoorzaamheid en concentratie absolute basisvoorwaarden. Het aanleren van gehoorzaamheid en zelfbeheersing gekoppeld aan het concentreren op de geleider en de oefeningen is een proces van mentale osmose. D.w.z. dat datgene wat de hond moet leren langzaam, door herhalingsprocedees, moet doordringen door de half doorlatende wand van het bewustzijn tot het zich heeft vastgezet in het karakter van de hond als een gewoonte. De snelheid waarmee een bepaalde hond leert is afhankelijk van leeftijd, intelligentie, persoonlijk tempo, temperament en niet te vergeten, individuele benadering. Deze combinatie van factoren zal ten slotte pas leiden tot het gewenste resultaat.

Het is dus de kunst om een gehoorzame hond te krijgen zonder dat het voor hond en eigenaar heel onaangenaam is en tot allerlei frustraties leidt. Heel veel mensen ontdekken dat alle pogingendie ze doen om het hun hond naar de zin te maken een tegengestelde uitwerking hebben. Zij zijn geneigd om hun hond een beetje te vervennen en in veel dingen zijn zin te geven. Vooral als hij nog klein is. Ze denken dat ze op die manier aan hun hond laten merken dat ze van hem houden. Een hond echter neemt dit niet op als houden van. En zeker niet als u hem, wanneer hij groot is, straft voor de dingen die hij wel mocht toen hij klein was.

Hoe gaan wij nu te werk om een prettige, goed gehoorzame en goed functionerende hond te krijgen die strak op ons gericht is? De familie "Doorsnee" heeft een puppy van een bepaald ras gekocht. Het is huneerste hondje dus zij zijn niet over een nacht ijs gegaan en hebben zich goed laten voorlichten door de fokker en de rasvereniging. Alleemaal prima, maar nu komt het. De familie Doorsnee moet de pup de huisregels gaan leren en hem duidelijk maken wat wel en niet mag. Zij hebben een boek aangeschaft over puppyopvoeding om er maar zeker van te zijn dat zij niets fout doen.

Maar hoe goed ze ook de aanwijzingen in het boek opvolgen, het gaat niet goed. Naar de bibliotheek dus en een ander goed boek halen. Hier staat een heel andere methode in dan in het vorige. Nu wordt het toch wel vervelend en opnieuw spoeden zij zich naar de bibliotheek om het nieuwste boek over puppyopvoeding te lezen. Helaas wijkt de in dit boek beschreven methode totaal of van de twee voorgaand. Goed raad is duur, en met de hond gaat het ook niet zo goed. En alle auteurs hebben een ander idee over hoe de familie Doorsnee met zijn hond om moet gaan.

De familie Doorsnee weet het niet meer en zit met de handen in het haar. Welke raad moeten ze nu opvolgen en wie heeft er nu gelijk. Het is heel simpel: Ze hebben allemaal een beetje gelijk, want de methoden die zij aandragen werken wel degelijk maar alleen voor de honden die er op reageren.

Op de meeste plaatsen waar men honden traint bedient men zich van een methode of systeem. Methoden en systemen bestaan bij de gratie van het feit dat ze werken, anders bestonden ze niet. Ze werken echter alleen voor de honden die er positief op reageren. De methode of het systeem wordt dan als een eenheidsworst aangeboden aan alle aanwezige cursisten en toegepast op alle aanwezige honden zodat veel methoden en systemen voor veel honden een ramp zijn.

Hoe krijgen we nou die gehoorzame hond die toch zijn eigen karakter, werklust en temperament blijft behouden, snel gehoorzaam wordt en terug komt op commando onder alle omstandigheden als men hem roept. Eigenlijk is het heel eenvoudig. Wij gaan werken volgens een uitgangspunt en wel "HET ULTIEME UITGANGSPUNT"

De visie die aan het ultieme uitgangspunt en grondslag ligt is dat spel de basis is van alle leerprocessen en dat wij iedere hond, overeenkomstig zijn karakterstructuur, individueel dienen te behandelen. Dat betekent de ontwikkelingsgang van zijn opvoeding aanpassen aan datgene wat wij waarnemen. De aandacht en meer-tijd die men vooral in het begin aan een puppy besteedt moet men zien als een diepte-investering. Een hond moet functioneren in de maatschappij. Dan heb je het meeste plezier van je hond en de hond heeft meer plezier in zijn leven dan een ongehoorzame soortgenoot.

Volgens het ultieme uitgangspunt mag de gekozen werkwijze bij een hond nooit ten koste gaan van werklust, temperament en karakter. Om dit te bewerkstelligen gaan we een aantal basisdriften gebruiken om in eerst instantie een zeer strakke gerichtheid van de hond op de eigenaar te creëren. Deze basisdriften zijn jacht-, achtervolgings-, yang-, schud- en buitdriftgedrag. Wij bieden de pups een spelvorm aan waarin deze basisdriften optimaal tot hun recht komen. Wij zorgen ervoor dat de pup jacht kan maken op een speeltje en het achtervolgt tot wij de pup het speeltje laten vangen. Als hij het te pakken heeft probeert de pup zijn zojuist gevangen prooi dood te schudden en vervolgens probeert hij door aan de prooi te trekken een stuk of de hele buit in zijn bezit te krijgen. Dit de z.g. buitdrift. Wij moeten er echter wel voor zorgen dat wij altijd rangordebepalende spelletjes zelf winnen en de pup het speeltje altijd los moet laten. Pups van alle hondachtigen spelen deze "noodzakelijke "spelletjes underling ook om vaardigheden te verwerven die ze in staat stellen om later te kunnen overleven. In wezen is aanleg ontwikkelen het eenvoudigste wat er is. Het halffabrikaat, de aanleg, is er al. Het werktuig om het te ontwikkelen tot een goed eindproduct is het ultieme uitgangspunt.

Nu nog even dit: Leerprocessen bij honden verlopen via twee belangrijke fenomenen n.l. beloning en straf. Uit dierpsychologisch standpunt is er geen sprake van straffen of belonen maar alleen het teweeg brengen van een lust c.q. onlustgevoel.

Er zal bij de training van de jonge hond of pup wel degelijk sprake zijn van zachte dwang of het verschaffen van een onlustgevoel als gevolg van correctie. Het enorme voordeel van het werken volgens het ultieme uitgangspunt is dat de jonge hond een stuk minder timide wordt en veel minder heftig of angstig zal reageren op correcties dan onder andere omstandigheden. Dit komt omdat hij sterk gemotiveerd is om het speeltje te pakken. Men zegt wel dat de mentale belastbaarheid toeneemt.

Op de eerste plaats nemen we de discipline van het lijnvolgen.

Volgen aan de lijn bevat veel componenten maar de belangrijkste is opvoeding tot gehoorzaamheid. Een hond die goed volgt aan de lijn komt ook op commando als men hem roept, dat ligt daarin besloten. De lijn is niet om de hond in zijn bewegingsvrijheid te beperken, maar om hem duidelijkheid te geven over wat wij van hem verlangen. De lijn is tevens het enige tastbare contact tussen de mens en de hond. Middels de lijn kunnen wij aan de hond een stuk leiding doseren, d.w.z. veel of weinig leiding laten voelen.

Echter het volgen aan de lijn vervult ieder hond, jong of oud, in eerste instantie met hevige onlustgevoelens. Nog nooit zag iemand de ene hond met de andere aan een lijn lopen. Honden bepalen de hierarchie door een ingewikkeld communicatiesysteem waarbij geluiden en houdingen een zeer belangrijke rol spelen. Zij stoten, duwen, imponeren, dreigen, blaffen, maken geluiden en bepalen zo hun onderlinge verhoudingen. De primitieve manier van verhoudingen bepalen ligt ons niet zo en daarom hebben wij een halsband of slipketting en een lijn om op die manier onze wensen kracht bij te zetten. Zoals al eerder gezegd vindt de jonge hond het lijnvolgen absoluut geen pretje. En toch hebben we de diciplinaire volgsituatie nodig om opvoeding tot gehoorzaamheid te bewerkstelligen. Als we er voor zorgen dat er een positieve koppeling ontstaat tussen lijnvolgen en het reeds besproken ultieme uitgangspunt dan gaat de hond binnen de kortste keren het lijnvolgen wel aantrekkelijk vinden. Het gevolg is dat de hond altijd aandacht heeft voor de geleider, datgene wat hij moet leren sneller opneemt maar ook langer en beter vasthoudt. Dus meer plezier voor baas en hond.

Het afliggen en blijven is een zelfbeheersings-concentratie-oefening die leidt tot rust in de hond. Ook hier worden weer de basisdriften van de hond en daarom het speeltje benut om de oefening aan te leren.

Ook bij de zitoefening benutten we weer het speeltje om de hond ongemerkt te laten doen wat wij van hem verlangen. Een zeer belangrijke oefening is het indammen van jacht-en achtervolgingsgedrag van de jonge hond op andere honden, dieren, trimmers en fietsers.

We laten een aantal jonge honden op een rij naast de geleiders zitten. Zij moeten de zelfbeheersing en concentratie opbrengen om rustig te blijven zitten terwijl een andere hond vlak voor hen langs naar zijn baas toe rent. Voor deze honden is dit een contactdruk-oefening. Voor de hond die voor de groep langs naar zijn baas rent is dit een heerlijke contact-ontspannings-oeening. Om de spanning nog wat te vergroten wordt de hond vastgehouden en als hij helemaal rustig is, mag hij naar zijn baas toerennen.

De geleider van de hond moet natuurlijk wel interessanter zijn dan de andere honden.

Om dat te bereiken wordt er steeds als de hond bij zijn geleider baas aankomt volgens het ultieme uitgangspunt met hem gespeeld. Doordat de geleider steeds deelneemt aan de favoriete activiteiten van zijn hond creëert hij in zeer korte tijd een zeer strakke gerichtheid van de hond op zijn baas.

Als men een hond heeft die netjes aan de lijn loopt zonder dat hij zijn eigenaar als een voddenbaal achter zich aansleurt van de ene geurvlag naar de andere, die terugkomt op commando als men hem roept, blijft liggen tot men hem ophaalt en niet alles wat sneller gaat dan hijzelf wil achtervolgen dan heeft men een ideale huishond die goed zal functioneren in de hedendaagse maatschappij.

H. J. D. M. Cuppen