Rob's web

De pup mee naar buiten

Home - Kynologie - De duitse herdershond - De pup mee naar buiten


Voor de eerste keer mee naar buiten kan voor een pup een heel vreemde ervaring zijn. Hierbij mogen wij absoluut niet vergeten dat een pup buiten geen enkele mogelijkheid heeft om naar het nest terug te vluchten, wanneer het hem allemaal teveel wordt. Hij moet daarom volledig vertrouwen op z'n nieuwe baas.

Daarbij komt dat de meeste pups een halsbandje om hebben. Om maar niet te spreken over het lijntje waarmee ze vastgehouden worden. Er overkomt ze dus van alles, waar ze niet mee bekend zijn. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat een heleboel pups zich de eerste keer volledig schrap zetten en als een haas weer terug naar binnen willen. Ze vinden er niets aan. Het is eng, het is vreemd en het is helemaal niet leuk.

Veel leuker wordt het als de baas hem optilt. Binnen wordt het halsbandje omgedaan, zodat de pup dan even kan wennen. Na een uurtje wordt hij opgetild en wordt de lijn aan het halsbandje bevestigd.

Op de arm van de baas mag hij dan mee naar buiten. Deze is extra voorzien van wat hondesnoepjes en een speeltje. Zo maakt het dier vervolgens kennis met de buurt. Bomen, auto's, vrachtwagens, fietsers enzovoorts. De pup leert, veilig op de arm van de baas, dat hij zich nergens zorgen over hoeft te maken.

Op een veilige plek wordt de pup vervolgens neergezet. De baas neemt wat afstand en lokt hem met een hondesnoepje naar zich toe. Als de pup komt, krijgt hij direct zijn beloning.

Hierna lokt de baas hem een paar stapjes mee. Loopt hij goed mee, dan kan er met hem gespeeld worden. Spelenderwijs maakt hij kennis met alles wat er buiten gebeurt. Bovendien leert hij dat het heel leuk is om samen met de baas die grote wereld te verkennen. Per wandeling kan dan de afstand waarin de pup wordt opgetild, afgebouwd worden zodat hij steeds langere stukjes loopt.

Natuurlijk loopt hij netjes mee aan een slappe lijn met de baas die al het vertrouwen van de wereld uitstraalt.

Ook als de pup mee naar de markt of het winkelcentrum gaat, is het verstandig om hem eerst op te tillen. Merkt de baas dat de pup het allemaal prima vindt, dan kan hij neergezet worden. Is hij echter nog wat onwennig, dan kan beter gewacht worden met neerzetten tot een leuke, minder bedreigende plek is gevonden. Later is het opnieuw de moeite waard om te proberen een iets spannender locatie uit te kiezen. De pup kan ook best worden meegenomen in winkels, waarin dat mag. De verkopers en verkoopsters vinden het meestal leuk en zo krijgt de pup veel positieve aandacht.

Sommige pups vinden meteen alles prachtig. Ook hier moet direct veel mee gespeeld worden. Dit omdat ze anders heel snel leren dat het overal zo leuk is en ze de baas niet meer zien staan. Dan zijn ze weg als ze worden losgelaten of sleuren de baas mee van boom naar boom. En dat kan toch nooit de bedoeling zijn. Daarom moet de pup vanaf de eerste dag leren dat de baas het belangrijkste is in zijn leven.

Als het niet zo'n ondernemend pupje is en hij ergens nogal van onder de indruk is, mag hij nooit hiervoor getroost worden. Dat bevestigt namelijk zijn angst, of onzekerheid en leert hem dat hij bang moet zijn voor datgene waarvan hij geschrokken is.

Op zo'n moment optillen is ook al een bevestiging. Negeren van het gedrag of afleiden van de pup door met hem te spelen, leren hem dat die passerende vrachtwagen of op hem afkomende trimmer gewoon hun eigen weg vervolgen en hem niets doen.

Ook kan heel snel met de pup naar een speelveld gegaan worden. Daar mag hij los, terwijI de baas gewoon een stukje gaat wandelen. Al direct zal blijken dat hij de baas heel goed in de gaten houdt. Het is immers zijn enige houvast op dit grote vreemde veld. Ook hier mag (of eigenlijk moet) de baas uitgebreidt met hem spelen. Natuurlijk mag de pup ook wel lekker zijn eigen gang gaan, maar als hij alleen maar geroepen wordt als de baas hem weer wil aanlijnen, leert de pup dat als hij geroepen wordt, de pret over is. En dat betekent dan weer dat het komen bij de baas helemaal niet leuk is.

Daarom is het verstandig dat de pup vaak bij de baas geroepen wordt, waarbij deze altijd iets lekkers of iets leuks bij zich heeft om de pup te belonen. Hierna mag hij weer doen wat hij leuk vond. Tenminste: voor zover de baas dat goed vindt, want de pup mag natuurlijk niet van de grond eten en niet achter fietsers en trimmers aanjagen. Als de baas echter leuk genoeg is, zal de pup hier niet zoveel behoefte aan hebben.

Ook mag nooit paniekerig gedaan worden als er een keer een andere hond aankomt. De pup reageert hier heel snel op en weet vanaf dat moment dat grote honden eng zijn. En dat terwijI spelen met andere honden vaak heel leuk kan zijn. Bovendien zijn de meeste grote honden enorm tolerant ten opzichte van pups. Het beste kan de pup vanuit de ooghoeken in de gaten gehouden worden, waarbij de baas net doet of hij hem en de situatie negeert. Zo merkt de pup dat het gedrag van de baas niet verandert en hij zich dus eigenlijk nergens zorgen over hoeft te maken.

Zo weet iedere pup later: met mijn baas op stap is het leukste dat er bestaat en is absoluut niet eng.

©Het Collieblad