Rob's web

Waarom kwispelt een hond met zijn staart?

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Waarom kwispelt een hond met zijn staart?


Zowel door leken als door deskundigen wordt vaak gezegd dat een hond die met zijn staart kwispelt, vriendelijk gestemd is. Dat is niet juist. Dezelfde fout maken mensen die beweren dat een kat kwaad is als hij met zijn staart zwiept. De enige emotionele situatie waarin alle kwispelaars (zowel katten als honden) verkeren is dat ze zich in een conflictsituatie bevinden.

Dit geldt voor bijna alle voor-achter bewegingen in de communicatie tussen dieren onderling. Als een dier zich in een conflictsituatie bevindt, heeft hij het gevoel naar twee kanten getrokken te worden. Hij wil tegelijk naar voren gaan en terugdeinzen of tegelijk naar links en naar rechts gaan. Daar de ene aandrang tegengesteld is aan de andere blijft het dier waar het is maar in een toestand van spanning. Het lichaam, of een deel ervan, begint zich de ene kant uit te bewegen, in antwoord op de ene aandrang, stopt en beweegt zich dan de andere kant uit. Dit leidt tot een heel arsenaal van gestileerde visuele tekens in de lichaamstaal, zoals kop draaien, kop wippen, poottrappelen, schouder draaien, ineen duiken, met de staart slaan en -bij katten en honden- het welbekende kwispelen.

Kwispelen als visueel signaal

Wat gaat er precies in de geest van een kwispelende hond om? Het komt er eigenlijk op neer dat de hond wil blijven en weg wil gaan. De drang om te blijven is ingewikkelder. Die kan door van alles veroorzaakt worden. De hond kan willen blijven omdat hij hongerig, vriendelijk gezind, of agressief is of om welke reden dan ook. Daarom is het ook onmogelijk aan het kwispelen één enkele betekenis toe te kennen. Het is een visueel signaal dat alleen in zijn context begrepen kan worden, dus in verband met andere zaken die tegelijkertijd plaatsvinden. een paar voorbeelden kunnen dit verduidelijken: Pups kwispelen niet als ze nog erg jong zijn. Het vroegste kwispelen dat ooit gemeld is betrof een zeventien dagen oude pup, maar dat was ongewoon. Ongeveer de helft van de pups kwispelt met dertig dagen en dat kwispelen is pas met negenenveertig dagen tot volle rijpheid gekomen. (Dit zijn gemiddelden, bij verschillende rassen bestaat enige variatie.) De situatie waarin het eerste kwispelen optreedt is wanneer de pups bij de teef drinken. Als ze zich op een rij tegen haar buik rangschikken om te zogen, dan beginnen hun staartjes heftig te kwispelen. Het ligt voor de hand dit te interpreteren als "gezellig samen genieten" van de kant van de jonge dieren, maar als dat het geval is, waarom werd er dan niet eerder gekwispeld, toen de pups bijvoorbeeld twee weken oud waren? De melk was toen even belangrijk voor hen en hun staarten waren ver genoeg ontwikkeld, dus wat ontbrak er nog? Het antwoord is: onderlinge rivaliteit. Op de leeftijd van twee weken kruipen de pups bij elkaar voor warmte en omdat het lekker is, maar van echte rivaliteit is nog geen sprake. Maar op een leeftijd van zes of zeven weken, als het staart-kwispelen tot volle ontplooiing is gekomen zijn de pups in het stadium van onderlinge schermutselingen. Om bij de moeder te drinken moeten ze heel dicht bij elkaar komen, vlak bij de lijfjes van hen die net nog naar hen hapten of hen achterna zaten. Dat veroorzaakt angst, maar de angst wordt overstemd door het verlangen aan licht openstaande tepels te zuigen. Dus tijdens het zogen verkeren de pups in een conflictsituatie tussen honger en angst, ze willen niet te dicht bij de andere pups zijn. Dit is het conflict dat bij honden het vroegste staartkwispelen doet ontstaan. De volgende situatie waarin het kwispelen optreedt is bij het bedelen om voedsel bij het volwassen dier. Hier werkt hetzelfde conflict. Als het jong dicht bij de bek van het volwassen dier komt om daar voedsel te zoeken, worden ze weer gedwongen heel dicht bij elkaar te komen. Later, wanneer ze als volwassenen elkaar na een scheiding ontmoeten kwispelen ze naast hun andere contactsignalen. Hier is het de combinatie van vriendschap- en angstgevoelens die het emotionele conflict veroorzaakt. Ook seksuele toenaderingspogingen gaan met kwispelen gepaard, daar seksuele aantrekking en angst naast elkaar aanwezig zijn. En, het opvallendst, ook bij agressieve benadering wordt er gekwispeld. In dat geval is de kwispelaar weliswaar vijandig gezind, maar ook angstig, dus ook hier een conflict tussen twee tegengestelde geestestoestanden.

Variaties in kwispelen

De manier van kwispelen vertoont allerlei variaties. Onderdanige honden kwispelen soepel en breed. Agressieve honden kort en stijf. Hoe ondergeschikter een kwispelaar is, des te lager houdt hij de kwispelende staart. Het zelfbewuste dier houdt zijn staart bij het kwispelen recht overeind. Hoe komt het nu dat het kwispelen zo vaak ten onrechte wordt aangezien voor een teken van welgezindheid, terwijl iedereen dit alles kan waarnemen door naar honden (of wolven) te kijken bij ontmoetingen onder verschillende omstandigheden? Het antwoord is: dat wij veel meer gewend zijn aan mens/hond dan aan hond/hond begroetingen. Als we een paar honden hebben zijn ze haast steeds bij elkaar, maar zij en wij scheiden en herenigen ons meermalen per dag. Wat we dus keer op keer zien is de vriendschappelijk gezinde onderdanige hond die zijn baas of bazin, voor hem dominant lid van zijn "roedel" begroet. Bij deze gelegenheid is zijn stemming er vooral één van vreugde en opwinding, maar toch nog doorspekt met een tikje angst, genoeg om de conflictreactie, het kwispelen, te doen ontstaan. We kunnen dit moeilijk accepteren omdat we niet willen zien dat onze hond iets anders dan liefde voor ons zou kunnen voelen.

Een beetje angst

Het idee dat ze ook een beetje bang voor ons zouden kunnen zijn, MI er bij ons niet in. Maar denk eens even aan onze afmetingen -alleen al onze hoogte- in vergelijking met de zijne. We toornen boven hem uit en dat alleen is al verontrustend. Voeg daar het feitaan toe dat wij op allerlei gebied dominant zijn en dat voor vele kanten van zijn voortbestaan van ons afhankelijk is, dan is het niet zo'n wonder dat zijn gevoelens gemengd zijn. Ten slotte meent men dat naast visuele signalen door het kwispelen ook geursignalen worden overgebracht. Ook dit is voor ons moeilijk te begrijpen, tenzij we ons dwingen de wereld vanuit het gezichtspunt van de hond te bekijken. Honden hebben elk hun eigen geur die door anaalklieren worden afgescheiden.

Ten gevolge van heftige kwispelbewegingen worden deze klieren regelmatig samengeknepen. Als de staart rechtop staat, zoals dat het geval is bij zelfbewuste honden, zal het snelle heen weer zwaaien van de staart de afgifte van anaalgeuren enorm versterken. Hoewel onze menselijke neus niet gevoelig is om die persoonlijke geur te onderscheiden, zijn ze voor de hond zelf van grote betekenis. Dit extraatje zal ongetwijfeld hebben bijgedragen tot de grote rol die de simpele conflictbeweging van staartkwispelen nu in het sociale leven van de hond vervult.

© Waarom blaffen honden; Desmond Morris