Rob's web

Help, mijn pup is bang

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Help, mijn pup is bang


Het is heel normaal voor honden als ze een keer ergens van schrikken. lets dat onverwachts komt kan natuurlijk altijd voor een schrikreactie zorgen. Het is wel belangrijk dat de honden, als ze eenmaal gewend zijn geraakt aan een nieuwe situatie, geen angstreactie blijven vertonen. Hier speelt de baas een heel belangrijke rol in.

Angstfase

Pups zijn tot een week of vijf eigenlijk nergens bang voor. De hele wereld is prachtig en ze nemen alles in zich op. Daarmee leren ze tegelijk dat alles wat ze nu tegenkomen helemaal niet eng is en er gewoon bij hoort. Vanaf vijf weken begint echter de natuurlijke neiging om te vluchten voor het onbekende de kop op te steken. In het begin is dit nog niet zo erg ontwikkeld maar deze 'natuurlijke vluchtneiging' krijgt steeds meer de overhand. Vanaf een week of twaalf tot aan de puberteit, rond de vijf à zes maanden, is dit het ergst. Dit is ook logisch want de pup kent zijn eigen kracht nog niet, heeft zich geestelijk nog niet helemaal ontwikkeld en begint de bescherming van het nest en de moederhond te missen. Zeker als de pup natuurlijk met acht weken gehaald is bij de fokker en bij de nieuwe eigenaar is gekomen. Dan staat hij nog meer op zichzelf. In feite heeft de nieuwe eigenaar de rol van de moederhond en het nest overgenomen. Juist buiten is die rol heel nadrukkelijk want hier heeft de pup helemaal de mogelijkheid niet om terug te vluchten naar het nest.

Aanleren van angstgedrag.

De nieuwe baas heeft de verantwoordelijkheid en de zorg voor de kersverse huisgenoot. Vaak komen er ook allerlei vragen op bij die nieuwe baas, die voor behoorlijk wat onzekerheid kunnen zorgen: eten die grote honden mijn pup niet op, loopt mijn pup niet weg, steekt hij de straat niet over, wordt hij niet ziek van al dat gesnuffel, wordt hij wel zindelijk, kan hij straks wel alleen thuisblijven, eet hij de salontafel niet op, eet hij geen vergif van de straat enzovoorts, enzovoorts. Dit houdt vaak in dat de nieuwe baas erg bezorgd is over zijn pupje en hem van alle kanten wil beschermen. Heel menselijk natuurlijk maar helaas absoluut niet honds. En een hond menselijk opvoeden kan nu eenmaal niet.

Veel fouten worden dan ook juist in deze periode gemaakt. De pup wordt opgetild als er een grote hond aankomt. Hiermee leert de baas de pup dat grote honden gevaarlijk zijn. Het gevolg kan zijn dat de pup angst ontwikkeld voor grote honden of als de pup zelf groter is geworden hij agressief gaat doen tegen andere grote honden. Als de pup schrikt van een voorbijrazende brommer of denderende vrachtwagen zijn wij geneigd om de pup troostend op te tillen. Het probleem hiervan is echter dat wij het schrikgedrag van de pup hiermee bevestigen en we hem belonen voor zijn angst. We leren hem hiermee dan ook dat het juist is om bang te zijn voor vrachtwagens en brommers. Hetzelfde geldt voor onweer, vuurwerk, wapperende vlaggen, spelende kindertjes en ga zo maar door. Veel beter is het om het angstgedrag te negeren. De pup heeft namelijk alleen de roedelleider (de baas) om op terug te vallen want zijn nest is te ver weg. Als die baas nu aangeeft dat hij helemaal niet bang is voor datgene waar de pup wel van is geschrokken, dan leert de pup dat hij zich dus helemaal geen zorgen hoeft te maken en dat dit soort zaken gewoon bij het leven, zijn leven, horen.

Afleiden van de angstprikkel

Een andere fout die vaak gemaakt wordt om de pup van zijn angst af te helpen is om de pup te lokken naar het voorwerp waar hij voor terugdeinsde. Een vuilniszak, uithangbord of bijvoorbeeld vuilniswagen kan die reactie bij de pup oproepen. De baas ziet dit en loopt vervolgens naar het voorwerp toe, gaat er op zijn hurken bijzitten, klopt er vriendelijk op en lokt de pup er naar toe. De pup herkent dit gedrag van de baas niet deinst alleen maar verder terug. Want als de baas zo vreemd doet bij dat voorwerp, zal er wel van alles mee aan de hand zijn. Hier is het beter om de pup af te leiden met een spelletje of iets lekkers en op deze manier drie keer langs het voorwerp te lopen. De pup leert dan dat het voorwerp niet bedreigend is en dat hij er verder niet bang voor hoeft te zijn.

De bazen moeten dus hun pups gewoon op een hondse wijze door de angstfase loodsen. Zodat het honden worden waarop de baas verschrikkelijk trots kan zijn.

Marian Servaas, Kynotrain