Rob's web

Geef je hond de tijd om te leren

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Geef je hond de tijd om te leren


Een definitie van bekrachtiging is dat de kans dat het gedrag vaker optreedt, toeneemt. Dat is natuurlijk wat we niet alleen graag willen zien bij het opvoeden van honden, maar ook binnen de sport is het een essentieel onderdeel van het "hogerop komen". Uiteraard geldt dat we alleen dat gedrag dat we graag zien, willen laten toenemen. Hier gaan we als mensen echter niet zo heel goed en handig mee om.

Er wordt gelukkig binnen de hondenwereld steeds vaker gekeken naar het welzijn van de honden. Enerzijds is het heel moeilijk om dit te meten. Wanneer voelt een hond zich prettig, wanneer voelt een hond zich gelukkig en wanneer heeft hij plezier in het leven, zijn vragen waar we helaas nooit een antwoord op zullen krijgen. Toch is het goed dat we er mee bezig zijn. Anderzijds maken we er ook enorm veel gebruik van op onze cursussen. Het belonen voor goed gedrag en het hiermee bekrachtigen van gewenst gedrag staat volop in de belangstelling en de dagen van het "erin rammen" van gedrag zijn geteld.

Kijken naar je hond

We moeten echter uitkijken dat we hier niet te menselijk mee omgaan. Wat wij plezierig vinden hoeft een hond niet ook altijd als prettig te ervaren. Zo is een schouderklop waar een hond voor wegduikt niet echt een beloning en zal de snelheid van het uitvoeren van een oefening niet altijd (ik denk zelfs nooit) ten goede komen. Ook moeten we ons kunnen voorstellen dat een aai over de bol wel eens heel anders ervaren kan worden dan dat wij denken. We weten inmiddels ook dat hoe belangrijker de prikkel is hoe beter gemotiveerd een hond is om er iets voor te doen.

Dooddoeners

Laten we daarom nu met zijn allen afspreken dat we nooit meer zeggen dat een hond het maar moet doen voor een aai, een schouderklop of een brokje van zijn eigen voer dat hij doorgaans toch al niet zo lekker vindt. Laten we zoeken naar een prikkel die voor elke individuele hond zo belangrijk is dat hij supergemotiveerd iets wil leren of wil uitvoeren. Als we die prikkels bedenken moeten we ze vaak ook aan de hond aanleren.

Prikkels liggen op straat

Als we over het bovenstaande nadenken dan hebben we heel vaak niet eens een aai, een snoepje of een speeltje nodig om de hond op te voeden. Een hond die graag naar het speelveld wil is heel gemakkelijk aan te leren om te blijven in de auto totdat de baas zegt dat hij mag. Je hoeft hem zelfs geen snoepje te geven als hij netjes is gebleven. Vaak is hij er niet eens in geïnteresseerd. Zijn beloning is het uit de auto mogen. Een hond die graag naar andere honden wil is heel gemakkelijk aan te leren om eerst even bij de baas te komen. Hij wordt gewoon niet losgelijnd zolang hij niet is gekomen. Zijn beloning voor het komen is dat hij naar die andere honden mag. Ook nu zit hij niet te wachten op een snoepje, een aai of een knuffel.

Gedrag koppelen

Bij heel veel oefeningen willen we dat de hond een hele serie aaneengesloten gedragingen vertoont. Over de sport zullen we het maar niet hebben, laten we ons beperken tot de huissituatie. Bij het komen alleen al willen we bijvoorbeeld dat de hond stopt met datgene waar hij mee bezig is, hij moet opkijken, hij moet omkijken, hij moet lopen, hij moet versnellen en gaan rennen en hij moet weer stoppen. Bij het liggen moet hij op het moment dat we het hem aanleren het snoepje ruiken, geïnteresseerd raken, het snoepje volgen, door zijn voorpoten zakken en met zijn buik de grond raken. Daarna willen we ook nog eens dat hij even blijft liggen. Op het moment dat je al deze stappen achter elkaar zet betekent dit wellicht nogal wat. Er moeten nogal wat gedragingen achter elkaar gedaan worden om te doen wat willen dat hij graag doet.

Gelukkig heeft een hond een enorm vermogen om te anticiperen op wat gaat komen. Daar moeten we hem echter wel de tijd voor geven. Het moet allemaal tot hem gaan doordringen. Vaak zijn we daar als mensen veel te snel in. Wat wij in ons hoofd hebben moet hij in één of enkele keren al door hebben. Dat is niet eerlijk, we moeten de hond de gelegenheid geven om te leren.

Liggen

Zo herinner ik mij een pup die absoluut niet wilde liggen. De baas nam zelfs een dekentje mee naar cursus omdat hij in de veronderstelling leefde dat de koude ondergrond ervoor zorgde dat de hond het liggen te koud zou vinden. Hoe menselijk kunnen wij denken, nietwaar. Om deze redenering uit te zoeken hebben we de pup even met een andere pup laten spelen. Binnen enkele seconden rolde het hondje over de grond. Die was dus niet te koud. De hond begreep gewoon de handeling van de baas niet.

De baas stuurde zijn hond met een snoepje in de zitpositie, dit begreep de hond. Vervolgens deed de baas het snoepje loodrecht naar beneden. De hond volgde tot het punt waar zijn schouders hem tegenhielden. Zijn koppie kon niet verder omlaag. Vol onbegrip hoopte het hondje dat het snoepje weer omhoog zou komen. En wat hij hoopte gebeurde. De baas probeerde het nogmaals en nogmaals en nogmaals. De hond kreeg echter zijn snoepje niet en de baas kreeg zijn hond niet in de ligpositie. Een moment waarop menig baas de hond dan maar naar beneden duwt en al mopperend het snoepje in het bekkie van de hond propt omdat hij denkt dat de hond het daarmee wel zal leren.

Rustig laten nadenken

We gingen een stapje terug. De hond ging keurig zitten en kreeg zijn snoepje. Het volgende snoepje werd gebruikt om het koppie van de hond naar beneden te laten gaan. Dit lukte en hij kreeg direct zijn snoepje. Deze handeling is een aantal keren herhaald. Vervolgens ging het snoepje een klein stukje verder. De hond zat er met zijn neus een centimeter vanaf, maar moest iets door zijn pootjes zakken. We gaven hem de gelegenheid om hierover na te denken. Na een paar tellen deed hij zijn pootjes iets naar voren en viel bijna letterlijk met zijn neus in het snoepje. Bingo, zijn theorie klopte. Hierna hadden we hem door stapje voor stapje te herhalen en te herhalen en pas daarna uit te bouwen toch binnen vijf minuten liggend. Zonder dekentje en wat nog veel belangrijker is: zonder hem te dwingen maar door het hem rustig door te laten krijgen. Vanaf dat moment was het een van de beste "liggers" in de groep.

The sky is the limit

Dit geldt voor al het gedrag dat we honden willen aanleren, of het nu gaat om apporteren, vooruitsturen, terug naar de plaats gaan, high five geven of de was ophangen, als honden de aanleg hebben voor gedragingen, zijn ze overal in te sturen. Wij moeten de oefeningen opbouwen in hele kleine stapjes die de hond aankan. Wij moeten leren kijken naar hoe snel een hond begrijpt wat we willen. Wij moeten onze snelheid aanpassen aan het anticiperend vermogen van de hond. En daarin is de ene hond niet dommer dan de ander. Alleen maar de bazen.

Peter Beekman