Rob's web

Eenvoudige amplitude-modulator

Fig 1

Het HF-signaal wordt toegevoerd aan de versterker T1. De emitter hiervan is ontkoppeld d.m.v. kondensator C. Door de hoge kollektorweerstand van deze trap varieert de versterking van deze trap lineair met de emitterstroom. T2 is een stroombronschakeling waarvan de kollektorstroom evenredig is met het LF-signaal. Deze wisselstroom, tevens emitterstroom van T1, bepaald dus de versterking van T1, zodat op de kollektor van T1 een gemoduleerd signaal verschijnt.

Het verschil in frekwentie van het HF- en het LF-signaal moet zo groot zijn dat C een kortsluiting vormt voor de draaggolf en een hoge weerstand heeft voor het modulatiesignaal. Indien de frekwentie van de draaggolf 1 MHz is en die van het modulatiesignaal kleiner is dan 4 kHz, voldoet een, kondensator van 470 pF uitstekend.