Rob's web

Ringleiding

Fig 1
Figuur 1. De ringleidingontvanger, waarin voor T1 en T2 vrijwel iedere PNP-germaniumtransistor gebruikt kan worden.

Een ringleidingsysteem kan veel nut hebben in openbare ruimten (voor hardhorenden), in musea voor rondleidingen en in kongressen voor het direct vertalen van een redevoering. Maar ook in kleiner verband lijkt ons een ringleidingsysteem zinvol, bv. voor de TV.

Men kan in principe elke versterker gebruiken, waarbij dan de luidspreker wordt vervangen door een ringleiding. Bovendien is nog een laagfrekwentontvanger nodig.

Indien een eenvoudige ringleiding aan de televisie-ontvanger wordt verbonden, parallel aan de luidspreker of in plaats ervan, kan een deel van de familie kijken en luisteren, terwijl een ander studeert. Ofwel, oma, die hardhorend is en haar hoortoestel normaal met een Lange kabel dicht bij de ontvanger legt, kan voortaan ook horen wat ze ziet.

De ringleiding

Tabel 1. De tabel vermeldt de gegevens waarmee de grootte van de ring kan worden bepaald en het erbij behorende versterkervermogen. Tolerantie ± 50%.
Draaddikte8 Ω - 6 Ω4 Ω - 3 ΩVermogen bij 8 Ω
L.S. uitgang
mmmmW
0,324121
0,454272,5
0,5663310
0,71806520
1,026013040
1,01100550100

Een veel voorkomende fout bij het maken van dergelijke systemen is wel, dat de aanpassing van de ringleiding aan de versterkeruitgang niet goed is. Men dient ervan uit te gaan, dat de impedantie van de ringleiding moeilijk te bepalen is en dat beter kan worden uitgegaan van de vuistregel, dat de gelijkstroomweerstand ca. 80 % van de wisselstroomweerstand is. Verder hebben we een aantal gegevens, die als standaard moeten worden aanvaard, nl. dat de vier wan-den van een normale woonkamer een totale omtrek van 30 meter van de ring opleveren, dat deze ring op een versterkeruitgang van 8 ohm moet worden aangepast. Dat het kabeltje niet te dun mag zijn, omdat het niet als verwarmingselement dient. Om een indruk te geven van de mogelijkheden is in tabel 1 een aantal- draaddikten uitgezet op een gelijkstroomweerstand van 6 en 3 ohm afgerond, d.w.z. voor 8, resp. 4 ohm luidsprekerimpedantie met als resultaat de totaal benodigde draadlengte. Nu behoeven die getallen niet nauwkeurig te worden aangehouden. Het blijkt echter dat voor een 1 mm draad bij aansluiting van een 8 ohm versterkeruitgang een ruimte van 50 × 80 meter (bijna een voetbalveld) kan worden "bestraald". Zinvoller is het om een dubbele lus of zelfs een ring van vier "windingen" te leggen, zoals figuur 2 aangeeft.

Fig 2
Figuur 2. Door een ring van 4 windingen te leggen, wordt de induktie op de ontvanger sterk vergroot en de aanpassing op de versterker aangesloten.

Als men daarvoor tweelingsnoer neemt, en dan wel van de dunste kwaliteit, die vaak voor schemerlampjes wordt gebruikt, is de montage eenvoudig, de prijs laag en wat belangrijker is, de kabel heeft met een relatief korte lengte de goede aanpassing. Bovendien kan dit draad met ongeveer 10 watt gelijkstroom, dus met zo'n 20 à 30 watt piekmuziekvermogen, belast worden. Zelfs schelledraad van 0,4 mm zou nog gebruikt kunnen worden, maar dat laat slechts een paar watt aan vermogen toe.

De tabel geeft voldoende informatie voor andere ruimten.

De ontvanger

Om de zaak goedkoop te houden, werd er van uitgegaan, dat de ontvanger zo eenvoudig mogelijk moest zijn. De meeste versterkers in de huiskamer hebben toch een "teveel". Indien dan voldoende gevoeligheid te verkrijgen is bij dezelfde stand van de volumeregelaar, als waarop deze bij normaal gebruik staat, zou het nodig zijn nog een ekstra transistortrap aan de ontvanger toe te voegen. Het is aanmerkelijk goedkoper de kraan maar iets verder open te draaien.

Een kompromis dus met als voorbeeld een razend eenvoudige ontvanger. Met een spoel F4 van Amroh, waarvan de kern vervangen is door een ferrietstaafje, wordt de magnetische energie uit de ring getrokken. Een zeer simpele transistorversterker met twee transistors, waarvoor elk type kan worden gebruikt, kompleteert het geval.