Rob's web

Spanningsregelaar als stroombron

Geïntegreerde spanningsregelaars kunnen ook dienst doen als stroombron. Het schema toont als voorbeeld een stroomregelaar waarin het IC LM309 (5 V/1 A) is toegepast.

Fig 1

De uitgangsstroom I3 van de schakeling bestaat uit de uitgangsstroom I2 en de ruststroom I1 van het IC. De stroom I2 wordt bepaald door de uitgangsspanning U2 van het IC en door weerstand R1 : R2 = I. De ruststroom wordt altijd door de fabrikant van het IC opgegeven.

Vooropgesteld dat vergeleken met I2, de ruststroom I1 kan worden verwaarloosd (I1 < I2 ), zal de uitgangsstroom I3 konstant zijn (I3 ≈ I2 ); de uitgangsstroom hangt immers alleen of van de (vaste) uitgangsspanning van het IC en van de (vaste) waarde van R1.

Voor een goede werking is een bepaald minimaal spanningsverschil tussen in- en uitgang van de schakeling noodzakelijk. Dit verschil wordt bepaald door het minimale spanningsverschil tussen in-en uitgang van het IC en door de uitgangsspanning van het IC:

(U1 - U3 )min = (U1 - U2 )min + U2

Het maksimale spanningsverschil (U1 - U3 )max is gelijk aan de maksimale ingangsspanning van het IC; evenzo is de maksimale uitgangsstroom gelijk aan de maksimale IC-uitgangsstroom. Voor het IC LM309K gelden de volgende waarden:

(U1 - U3 )min = 2,2 V + 5,2 V = 7,4 V
(U1 - U3 )max = 35 V
I3max = 1 A
I3 ≈ 5 V / R1 (bij I3 ≥ 100 mA)
U3 = I3 × RL ≈ 5 V × (RL /R1)