Stroombronverbetering
In de stroombronschakeling volgens figuur 1 wordt de basis van de stroombron-transistor T1 van spanning voorzien door D1, D2, R1 en de spanning '+1'. De kollektorstroom van T1 is gelijk aan ca. 
, waarbij R2 in ohm wordt uitgedrukt. Kleine variaties in de spanning '+1' uiten zich via de differentiele weerstand 
van D1 en D2 in variaties in de kollektorstroom van T1. Dit kan voorkomen worden door de spanning '+1' to stabiliseren met een zenerdiode. Als alternatief hiervoor kan een weerstand R3 worden aangebracht tussen '+1' en de emitter van T1, zie figuur 2.
Indien R3 zodanig gekozen wordt dat: 
, waarbij V de spanning '+1' is, uitgedrukt in volt, dan is de kollektorstroom van T1 konstant voor kleine variaties in de spanning '+1'.