Voorzetlens
Zolang het doel is om de camera binnen bepaalde grenzen dichterbij te krijgen, zijn Canon-voorzetlenzen onverslaanbaar wat betreft lichtheid en gebruiksgemak. Net als filters worden ze op de lens geschroefd en veranderen ze de brandpuntsafstand zonder de lichtintensiteit in het minst te beïnvloeden. Natuurlijk wordt uitgebreid diafragmeren alleen vanwege de scherptediepte aanbevolen. Voorzetlenzen zijn verkrijgbaar in verschillende diameters.
De typeaanduiding staat voor de opnameafstand in millimeters vanaf de frontlens wanneer de lens op oneindig staat. De close-uplens 240 geeft dus een groter beeld dan de lens 450.
Canon-voorzetlenzen zijn het meest geschikt voor lenzen met brandpuntsafstanden tussen 35 mm en 135 mm. De meest gebruikte close-uplenzen met 55 mm schroefdraad bestaan uit twee convexe lenzen om een bijzonder hoge beeldkwaliteit te bereiken, zodat ze de onvermijdelijke prestatievermindering van de basislens in het close-up bereik gedeeltelijk compenseren.
| Zonder Close-up lens | Close-up lens 450 | Close-up lens 240 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Objektief | Kortste opname afstand (mm) | Objektveld (mm) | Vergroting | Kortste opname afstand (mm) | Objektveld (mm) | Vergroting | Kortste opname afstand (mm) | Objektveld (mm) | Vergroting |
| FD 1:3,5/35 mm SC | 286 | 126 × 190 | 0,19 × | 266 | 93 × 140 | 0,22 × | |||
| FD 1:2/35 mm SSC | 350 | 141 × 212 | 0,17 × | 250 | 96 × 143 | 0,25 × | 225 | 76 × 114 | 0,31 × |
| FD 1:1,8/50 mm SC | 600 | 240 × 360 | 0,10 × | 341 | 110 × 166 | 0,22 × | 267 | 76 × 113 | 0,32 × |
| FD 1:1,4/50 mm SSC | 450 | 160 × 240 | 0,15 × | 305 | 94 × 141 | 0,26 × | 252 | 68 × 103 | 0,35 × |
| FD 1:1,2/55 mm SSC | 500 | 185 × 277 | 0,13 × | 345 | 104 × 156 | 0,23 × | 270 | 71 × 107 | 0,34 × |
| FD 1:1,8/85 mm SSC | 850 | 195 × 293 | 0,123 × | 407 | 77 × 115 | 0,31 × | 305 | 49 × 74 | 0,49 × |
| FD 1:2,8/100 mm SSC | 1000 | 200 × 300 | 0,12 × | 422 | 64 × 96 | 0,37 × | 313 | 41 × 61 | 0,59 × |
| FD 1:3,5/135 mm SC | 1300 | 185 × 277 | 0,13 × | 490 | 53 × 80 | 0,45 × | 357 | 32 × 48 | 0,75 × |
| FD 1:2,5/135 mm SC | 1300 | 185 × 277 | 0,13 × | 493 | 56 × 84 | 0,43 × | 357 | 33 × 50 | 0,73 × |
De sterkte van voorzetlenzen kan ook met dioptrie worden gegeven.
450 is +2,22 en 240 is +4,17.
Dioptrie
De dioptrie (symbool dpt) is een eenheid voor sterkte van een lens of spiegel. Een dioptrie is gedefinieerd als 1 dpt = 1 m-1. De dioptrie kan worden beschouwd als een afgeleide eenheid van het SI-stelsel.
De sterkte S van een holle of een bolle lens of spiegel is gedefinieerd als het omgekeerde van de brandpuntsafstand f in m:
S = 1 / f.
Werkafstanden en vergrotingen
Close-uplenzen veranderen zowel de maximale als de minimale focusafstand van een lens. Het bereik kan vrij klein zijn.
Werken op maximale afstand
Door een close-uplens toe te voegen aan een lens die is scherpgesteld op oneindig, verandert het focuspunt in de brandpuntsafstand van de close-uplens, dat wil zeggen het omgekeerde van zijn optische kracht. Dit is de maximale werkafstand van de combinatie:
Xmax = 1 / D
Die afstand staat soms op het filter aangegeven in mm. Een +3 close-uplens heeft een maximale werkafstand van 0,333 m of 333 mm.
De vergroting is de brandpuntsafstand van de objectieflens (f) gedeeld door de brandpuntsafstand van de close-uplens; dat wil zeggen de brandpuntsafstand van de objectieflens (in meters) vermenigvuldigd met de dioptriewaarde (D) van de close-uplens:
MXmax = f × D
Als de lens in het bovenstaande voorbeeld een brandpuntsafstand van 300 mm heeft, is de vergroting 0,3 × 3 = 0,9.
Gezien het kleine formaat van de meeste sensoren (ongeveer 25 mm voor APS-C-sensoren) zal een insect van 20 mm bij deze vergroting het frame bijna vullen. Met behulp van een zoomlens kunt u het onderwerp eenvoudig naar wens inkaderen.
Werken op minimale afstand
Wanneer u een close-uplens toevoegt aan een camera die scherpstelt op de kortste afstand waarop de objectieflens kan scherpstellen, wordt de scherpstelling verplaatst naar een afstand die wordt gegeven door de volgende formule:
Xmin = X / (D × X + 1)
X is de kortste afstand waarop de objectieflens kan scherpstellen (in meters), en D is de dioptriewaarde van de close-uplens. Dit is de minimale werkafstand waarop u een foto kunt maken met de close-uplens.
Een lens die kan scherpstellen op 1,5 m in combinatie met een close-uplens van +3 dioptrie geeft bijvoorbeeld een kortste werkafstand van 1,5 / (3 × 1,5 + 1) = 0,273 m.
De vergroting die onder deze omstandigheden wordt bereikt, wordt gegeven door de volgende formule:
MXmin = MX (D × X + 1)
MX is de vergroting op afstand X zonder de close-uplens.
In het bovenstaande voorbeeld is de vergrotingswinst bij Xmin = (3 × 1,5 + 1) = 5,5.
Hoewel het voor de hand lijkt te liggen dat u op deze Xmin-afstand de hoogste vergroting krijgt, kan focusbreathing een groter verschil in werkelijke vergroting veroorzaken dan het kleine algemene bereik van de scherpgestelde werkafstand, vooral bij dioptrieën met een hogere sterkte.
Configuratie
| 1 | Voorzetlens |
| 2 | FD 50 mm |