Rob's web

Swimming puppy syndrom

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Swimming puppy syndrom


Dit is een niet veel voorkomende afwijking in de ontwikkeling van pups, die vooral bij de Engelse Bulldog en Basset voorkomt, maar ook bij de Beagle, Schotse Terrier, Duitse Herder en enkele andere rassen.

De oorzaak van deze afwijking is onbekend, hoewel er vele theoriën over bestaan. De verschijnselen kunnen al bij de geboorte aanwezig zijn of zich soms pas enkele dagen nadien manifesteren. De afwijking uit zich doordat de pup zich niet of moeilijk voortbeweegt, ietwat kromme naar opzij uitstaande voorpoten heeft en in een later stadium niet kan staan.

De vóór- en achterpoten komen niet onder het lichaam maar steken zijdelings uit, zodat het lichaam niet door de poten ondersteund wordt. Hierdoor krijgen we een afplatting van borstkas, buik en bekken. Door deze afplatting gaan de poten nog verder zijwaarts en krom staan. De poten hebben zo helemaal geen functie meer en maken slechts zwemmende bewegingen. Door de afplatting van de borst en buik kan benauwdheid en verstopping optreden. Andere complicaties zijn: doorligplekken en urineus-exceem. Bij sectie en parthologisch onderzoek van deze "zwemmers" is nog nooit een duidelijke oorzaak gevonden, ook niet in de zenuwen en spieren van de poten.

Een van de theorieën over het ontstaan van de "zwemmers" is dat erfelijke factoren aanleg geven voor zwakke pootspieren en dat omgevingsfactoren het verschijnsel kunnen verergeren. De aanleg tot het "zwemmen" zou ook kunnen ontstaan door ziekte van de teef tijdens de dracht of door giftige (teratogene) stoffen die tijdens de dracht door de teef zijn opgenomen.

Hoe dan ook, de pups worden geboren met het probleem en afhankelijk van de omgeving kan het genezen of verergeren. Het is wel opgevallen dat het probleem vooral voorkomt bij kleine nesten (èèn tot drie pups) en de verklaring daarvoor is alsvolgt: Doordat de pups als ze met twee of drie zijn geen competitie hebben om de tepels en daardoor niet of nauwelijks bewegen, worden ze gauw te dik en krijgen ze door de inactiviteit een slechte spierontwikkeling. De combinatie van het te zwaar worden en de zwakke pootspieren verergerd het doorzakken en buigen van de poten, waardoor in combinatie met de erfelijke of aangeboren aanleg, de"zwemmers" ontstaan.

Als dan bovendien de bodem van de werpkist glad en glibberig is, is de kans dat de pups goed opgroeien zeer klein. De oorzaak van het Swimming Puppy Syndrom is dus waarschijnlijk een combinatie van een aangeboren (erfelijke?) spierzwakte, kleine nesten, weinig beweging, te snel dik en zwaar worden en een gladde bodem waarop de pups geen houvast hebben.

Komt het probleem bij een bepaalde teef of reu meerdere malen voor, dan is het zinvol om via een stamboomonderzoek na te gaan of er van erfelijkheid sprake kan zijn. Met pups die de aandoening gehad hebben en toch, door juiste hulp, goed zijn opgegroeid moet in ieder geval niet gefokt worden!

Behandeling moet in een zo vroeg mogelijk stadium gebeuren door de poten aan elkaar te plakken met leukoplast, zodanig dat de poten niet kunnen spreiden en toch wel de normale afstand tot elkaar behouden.

Verder is het belangrijk een stroeve bodem te creëren waarop ze niet uitglijden. Als het voorkomt bij pups in kleine nesten dan is loop-therapie ook van belang; laat de pups een paar maal per dag verplicht een tijd rond kruipen om zodoende de spierontwikkeling te stimuleren. Naast deze maatregelen kan men de pups nog spierversterkende injecties laten geven, hoewel het effect hiervan nog niet bewezen is. (Vitamine E, selenium en anabole steroïden hebben een positief effect op de spierontwikkeling).

Mocht de behandeling geen effect hebben, dan is euthanasie de enige oplossing.

W L. Keers, Dierenarts.