Rob's web

Het werphok

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Het werphok


Teneinde de geboorte van pups zo optimaal mogelijk en controleerbaar te doen plaatsvinden, zal het een vereiste zijn de beschikking te hebben over een werpplaats die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Afhankelijk van behuizing en materiaal, doch ook van de ideëen die de fokker zelf heeft komen we in de praktijk vrij uiteenlopende werpgelegenheden tegen.

Normen

De belangrijkste eisen waaraan de werpgelegenheid moet voldoen zijn:

Er van uitgaande dat de fokker er belang in stelt het geboorteproces nauwkeurig te volgen, teneinde complicaties tijdig te onderkennen, dan wel de teef enige morele steun te verschaffen, moet ook de mogelijkheid aanwezig zijn tot het observeren door de fokker zonder dat aan de reeds gestelde normen getornd wordt.

Daarnaast moet een werphok, wanneer dit tevens het normale, aan een uitloopren verbonden nachthok is, voldoen aan de vereiste maten welke door de wet gesteld worden aan de huisvesting van honden. Voor een verantwoordelijk fokker voldoen ook ouderdieren aan kwalitatieve normen.

De plaats

Alhoewel de geboorte gemakkelijk binnenshuis kan plaatsvinden, verdient het in de meeste gevallen aanbeveling de teef haar jongen ter wereld te laten brengen in haar eigen, rustige "hol". Elke drukte en overmatige belangstelling tijdens partus en zoogperiode kan de teef onnodig verstoren. Voor wat oudere pups is het evenwel van eminent belang sociale contacten te kunnen hebben met mensen; aldus heeft een te afgelegen werphok zeer zeker nadelige aspecten. Wie niet de mogelijkheden bezit een teef te laten jongen op een geschikte plaats, moet niet met fokken beginnen.

Veelal heeft men de beschikking over een schuur waarin een opening naar een loopren is gemaakt. In de schuur kunnen een aantal voorzieningen aangebracht worden om de rustplaats van de teef aan te passen als werpgelegenheid. Sommige honden hebben aan hun loopren een nachthok dat dusdanig van constructie is dat er zonder bezwaar in geworpen kan worden.

Een van de belangrijkste criteria is dat de werpgelegenheid voorzien kan worden van warmte en licht terwijl ook eisen gesteld moeten worden aan de bereikbaarheid, zonder daarbij de teef te storen.

Vocht, tocht en temperatuur

Omdat vocht en tocht voor moeder en pups zeer nadelig kunnen zijn, moeten we hier extra aandacht aan besteden. Op zijn minst zal een tochtschot de werpplaats afscheiden van de opening naar buiten, daarbij eventueel gecombineerd met een jute zak ervoor.

Wanneer het tochtschot aan de bovenkant verbonden wordt met een plaat die zich net boven de doorlaatopening bevindt dan ontstaat zelfs de mogelijkheid om een sluisconstructie te vervaardigen. Dit moet dan van dusdanige lengte zijn dat de hond in zijn geheel voorbij de eerste opening is, alvorens de tweede te passeren.

Om vocht en tocht binnen blijvend te weren, moeten we overwegen in hoeverre we de werpplaats nog verder willen afsluiten. Een en ander hangt tevens samen met het handhaven van een geschikte temperatuur. Alhoewel het heel goed mogelijk is de pups in een grotere ruimte te houden, doch dan onder een warmtebron, zijn hier een tweetal bedenkingen tegen. Ten eerste zal de warmtebron vrij sterk moeten zijn: immers de warmte moet "direct" zijn, daar veel verloren gaat in de grote ruimte, dit houdt tevens in dat een en ander vrij veel energie vergt, terwijl bij eventuele stroomstoringen de temperatuur snel daalt, ten tweede voelt een teef zich beter thuis in haar eigen "hol" dan in een groot vertrek. De natuur geeft ons hier het voorbeeld. Het weren van vocht en tocht, alsmede het handhaven van een geschikte temperatuur kan het beste plaatsvinden middels het vervaardigen van een werphok.

Materialen

Bij de keuze van de bouwmaterialen voor het werphok kan men het volgende overwegen: bij het gebruik van steen heeft men het voordeel van een solide constructie en een goede mogelijkheid tot in-standhouden van hygiënische omstandigheden, waarbij het laatste nog aanmerkelijk verbeterd kan worden door het aanbrengen van gladde vloeren en wandtegels. Nadeel hierbij is dat we te maken kunnen krijgen met condensvorming, althans onder bepaalde omstandigheden. De bodem zal in haar geheel moeten worden voorzien van een vlonder om optrekken van koude te voorkomen.

Bij het vervaardigen van het werphok uit houten materialen, bezitten we een iets minder kil aandoend geheel, waarbij als nadelen genoemd kunnen worden: kieren en spleten en de kans op rotten en schimmelvorming. Door enige maatregelen kunnen we een aantal zaken goed ondervangen. Een verantwoorde bouwtechnische constructie alsmede het vooraf behandelen met een geschikt impregneermiddel werkt uitstekend. Het gebruiken van plaatmateriaal aan binnen- en buitenzijde (waterbestendig hardboard) vermindert het aantal kieren. Het verdient aanbeveling het aan de binnenzijde gebruikte materiaal niet te verven, doch bijvoorbeeld te behandelen met lijnolie waaraan siccatief is toe gevoegd om te bewerkstelligen dat het opdroogt. Deze behandeling kan het beste plaatsvinden, geruime tijd vóórdat de teef haar nieuwe werphok betrekt. Het met de lijnolie behandelde plaatmateriaal kan aldus beter vocht verdragen. Zonder bezwaar kan men het hok dan regelmatig ontsmetten.

Bij het vervaardigen van het werphok kan men er het beste rekening mee houden om aan de voorzijde geen drempel te plaatsen. Bij gebruik van een kist één wand uitneembaar houden.

De warmtebron

In een goed geïsoleerd werphok van de geschikte afmetingen zal een slechts geringe warmtebron volstaan om te voldoen aan een juiste omgevingstemperatuur voor moeder en pups.

Alhoewel tijdens de partus zelfs en kort erna de temperatuur wat hoger behoort te zijn, zal het handhaven van zogenaamde kamertemperatuur veelal voldoende zijn. De teef geeft zelf ook warmte af, die door de goede isolatie redelijk aanwezig blijft. Afhankelijk van grootte van het hok, jaargetijde en isolatie kan een keuze gemaakt worden uit de verschillende warmtebronnen. Dit varieert van een simpele gloeilamp tot speciaal voor het werpen geschikte lampen die voorzien zijn van een beschermende kap, zodat de teef niet rechtstreeks tegen de lamp aanloopt.

Voor het meten van de temperatuur zal het noodzakelijk zijn de beschikking te hebben over een solide thermometer. Van belang is vooral de temperatuur in de omgeving der pups, dus op de grond.

Het regelen van de temperatuur kan geschieden door de warmtebron hoger of lager te zetten, dan wel door een lamp te plaatsen die sterker of zwakker is. Er bestaan ook zogenaamde donkerstralers die geen licht, doch uitsluitend warmte verspreiden. Ook zijn er electrische kacheltjes te plaatsen (let steeds op de veiligheidsaspecten!)

Het aanwezig zijn van een lichtbron is met name voor de fokker toch wel erg gemakelijk.

Tegenwoordig bestaat er nog een eenvoudiger middel om de temperatuur te regelen. Na gekozen te hebben voor een warmtebron die voldoende warmte afgeeft onder de koudste omstandigheden, kan een zogenaamde "dimmer" geplaatst worden tussen warmtebron en stopcontact. Meestal gebruikt men deze binnenshuis om een lichtbron te regelen qua intensiteit, doch in combinatie met de thermometer in het hok is dit een uitstekend middel om buiten langs een simpele handbeweging de hoeveelheid toegevoegde energie te reguleren. Middels montage op een stevige plank en na voorzien te zijn van kabel, stekker en contra-stekker vormt dit een handig hulpmiddel voor de fokker.

Het behouden van warmte door het voorkomen van tocht is vanzelfsprekend, waarbij een laag schotje voor de uitgang goede diensten kan bewijzen: de teef stapt er gewoon overheen, terwijl de tocht over de grond tegengehouden wordt.

Het nestmateriaal

Niet altijd behoeft gebruik gemaakt te worden van nestmateriaal: bij een goede moederhond vindt men weinig of niets. Hierbij is een goed gebruik van geschikte reinigings- en ontsmettingsmiddelen met name van belang. Tevens stelt deze methode hogere eisen aan de nestbodem. Bij het gebruik van houtkruiletjes constateren we een hoog absorberend vermogen en goed warmtebehoud. Bij het gebruik van te fijn materiaal ontstaan problemen met vuil in de oren en ogen. Te grof materiaal absorbeert slechter en is verminderd bodembedekkend. Stro is voor pups te scherp. Het gebruik van kranten is uitermate handig waarbij het fixeren vergemakkelijkt kan worden door gebruik te maken van een losse plaat hardboard. Deze plaat kan het beste uit één stuk bestaan doch moet aan de rand een stukje kleiner zijn dan de afmetingen van de werpplaats. Hierdoor heeft men de mogelijkheid de kranten om de losse plaat heen te vouwen, waardoor ze beter blijven liggen. Sommige teven presteren het evenwel om in een mum van tijd alle kranten door elkaar te krabben. Daarnaast zijn er in de handel speciaal vervaardigde matrassen die uitgewassen kunnen worden.

Observatie

Bij het vervaardigen van het werphok dient overwogen te worden of de fokker de geboorte wil gadeslaan binnen of buiten het hok. Vindt dit binnenin plaats dan zal er in de ruimte rekening mee gehouden moeten worden. Onder geen beding mag de observateur de werpende teef hinderen. Bij het plegen van waarnemingen van buiten het hok zal dit moeten kunnen geschieden eveneens zonder dat het de teef stoort of warmte doet ontsnappen. Het optillen en neerlaten van een luik, dan wel het regelmatig open en dicht doen van een deur valt te rangschikken onder de categorie: niet-verkieslijk. Het aanbrengen van een kijkgat, eventueel met een gordijn of glas ervoor komt dan meer in de richting.

Voor beide observeer-locaties geldt dat licht aanwezig moet zijn teneinde wat notities te kunnen maken. Tevens kan het aanwezig zijn van een zogenaamde "baby-foon" zijn vruchten afwerpen in dit verband. Men behoeft dan de laatste uren vóór de partus niet constant aanwezig te blijven.

Voor het wegen der pups en voor het reinigen van het werphok zal men de beschikking moeten hebben over een alternatieve plaats om de pups te deponeren zonder dat ze het al te koud krijgen. Overigens, de opslag van desinfectantia, wormmiddelen, weegschaal, nagelschaartjes etc. dient te geschieden bij voorkeur buiten bereik van kinderen of dieren. Afhankelijk van de situatie kan de fokker naar eigen inzicht volgens andere methodieken te werk gaan: zo zijn er al kennels die gebruik maken van video-apparatuur. Voor welke methode men ook kiest: steeds zal het welzijn van moederhond en pups centraal dienen te blijven staan.

P. Nefs