Rob's web

Het Fading Puppy Syndrome

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Het Fading Puppy Syndrome


Van alle puppies die levend ter wereld komen sterft 28% gedurende de eerste week en nog eens 10% in de tweede week. De voornaamste oorzaken zijn: dood liggen door de teef, te koud liggen van de pup(s) en onvoldoende melkopname.

Een andere oorzaak van puppiesterfte wordt samengevat in een begrip: Het Fading Puppy Syndrome. Dit is dus geen aparte ziekte, maar een verzamelnaam van een aantal aandoeningen die soms alleen, maar meestal samen met andere oorzaken, puppiesterfte kunnen geven (tot 80%). Het Fading Puppy Syndrome (FPS) komt bij alle rassen voor. Echter bij het ene ras meer als bij het andere. Dit omdat er bij sommige rassen meer aangeboren afwijkingen voorkomen en omdat bepaalde rassen meer gevoelig zijn voor infektieziekten.

De oorzaken van FPS kunnen verdeeld worden in:

  1. Niet-infektieuze oorzaken
    1. Aangeboren afwijkingen.
    2. Ondervoeding en onvoldoende zorg in de kraamkamer.
  2. Infektieuze oorzaken
    1. Virussen
    2. Bakteriën

Niet infektieuze oorzaken

Aangeboren afwijkingen

Veel pups met aangeboren afwijkingen sterven direkt na de geboorte. Soms is euthanasie noodzakelijk.
Enkele voorbeelden:

Behandeling

In het algemeen kunnen deze afwijkingen niet beter worden.

Preventie

Bovengenoemde afwijkingen kunnen worden voorkomen door genetisch goed fokmateriaal te gebruiken. Bovendien moet elke toename van dit soort afwijkingen een waarschuwing zijn voor de fokker.

N.B. Pups kunnen zwak zijn om verschillende redenen. Het is belangrijk om systematisch na te gaan dat de zwakte niet is toe te schrijven aan een infektieziekte, een gebrek bij de teef of aan de voeding. Met andere woorden, de doodsoorzaak moet zo mogelijk worden vastgesteld.

Ondervoeding en onvoldoende zorg in de kraamkamer

Fokkers zijn vaak niet op de hoogte van de volgende feiten:

Deze 3 punten zijn erg belangrijk. Een infektie zal eerder aanslaan als de omstandigheden zoals hierboven genoemd, niet optimaal zijn.

Om verliezen vlak na de geboorte zoveel mogelijk te beperken, moeten de volgende regels in acht worden genomen:

Bovenstaande omstandigheden kunnen verkregen worden door de werpkist in een kleine centraal verwarmde ruimte te plaatsen met de mogelijkheid van extra bijverwarming. Warmtelampen zijn erg geschikt om boven de pups te hangen. Het is belangrijk om de temperatuur in de werpkist d.m.v. thermometers regelmatig te kontroleren. De teef kan deze hoge temperatuur heel goed verdagen, mits zij de gelegenheid krijgt eraan te wennen voor de pups geboren worden.

Indien de teef te weinig voeding voor de pups heeft, kan het beste met kunstmelk worden bijgevoerd. Er zijn diverse soorten kunstmelk in de handel, in de vorm van melkpoeder dat met water moet worden aangemaakt. Als de pups achterblijven in groei of teveel piepen moet in de regel worden bijgevoerd.

Tevenmelk heeft de volgende samenstelling:

water75%
ruw eiwit8-9%
vet8-10%
calcium0,3%
fosfor0,2%

Een goede kunstmelk moet bestaan uit:

water6-7% maximaal
ruw eiwit25% maximaal
vet20%
calcium1,2%
fosfor1%

Deze kunstmelk moet aangemaakt worden met water (2-2,5 keer het gewicht). Volle koemelk bevat niet genoeg eiwit en vet, terwiji het gehalte aan suiker te hoog is. Daarom is volle melk koemelk niet geschikt als vervangende tevenmelk.

N.B. Hierna zal worden besproken dat de tevenmelk in kwaliteit kan dalen, besmet kan raken of geheel afwezig blijft, zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor is. Heeft de teef totaal geen melk, dan kan er sprake zijn van een gebrek aan moederzorg, wat uiteraard gauw opvalt.

Melkvergiftiging

Bij de pups zien we soms de volgende verschijnselen:

We noemen dit Melkvergiftiging, maar de oorzaak is niet bekend. Er zijn een tweetal theorieën:

  1. De teef is tijdens de laatste dagen van de dracht overvoerd met voedsel dat rijk is aan mineralen en arm is aan ruw vezel, waardoor een toestand ontstaat waarbij de darm enigszins komt stil te liggen. Rottingsbakteriën kunnen op deze manier via het bloed in de moedermelk terecht komen.
  2. De baarmoeder van de teef hoort na de geboorte van de pups in omvang af te nemen, waardoor resten vruchtwater en bakteriën afkomen. Wanneer zo'n proces (involutio Uteri) wat te lang duurt, kan er een baarmoederontsteking ontstaan waardoor bakteriën via het bloed in de moedermelk kunnen komen.

Bij de teef zijn de verschijnselen soms niet eens, of maar moeilijk te zien, de puppies zijn dan al ziek voordat men iets aan de teef heeft waargenomen.

De behandeling van melkvergiftiging
Hoe kun je Melkvergiftiging voorkomen?

Infektieuze oorzaken

Virusinfekties

Distemper virus (Hondeziekte)

Infektie met dit virus kan abortus veroorzaken of de geboorte van niet levensvatbare pups geven. De ziekte is door een goed vaccinatie-programma zeldzaam geworden.

Herpes virus

Voor het eerst beschreven door Carmichael at al. in 1965. Als de drachtige teef besmet wordt met dit virus, kan dit abortus of mummifikatie (verdrogen van de vruchten) veroorzaken. Soms ook de geboorte van dode pups op de normale tijd. Worden de pups in de eerste 3 levensweken besmet (de pup is in deze tijd zeer vatbaar, omdat het virus zich vermenigvuldigt bij een temperatuur beneden 33°C en vanaf de 4e week kan de pup zijn lichaamstemperatuur handhaven op 38°C) dan ontstaat een ernstige ziekte welke vaak binnen 18 tot 24 uur de dood ten gevolge heeft.

Verschijnselen bij de pup

Houden op met zuigen, voortdurend piepen, buikpijn, versnelde ademhaling, ondertemperatuur enz. De meeste pups sterven tussen de 9de en de 14de levensdag. Worden de pups na de leeftijd van 3 weken geïnfekteerd, dan zien we vooral verschijnselen van het respiratie-apparaat (longen o.a.). Genezen pups scheiden nog enkele weken het virus uit. De pups worden besmet via kontakt met speeksel of met vaginale afscheiding (via neus en mond).

Behandeling

Er is geen behandeling mogelijk. Er is ook geen vaccin voorhanden. Volgens Kirk (Current Vet. Therapy) is het Herpesvirus, van de virussen, een van de belangrijkste doodsoorzaken bij pups.

Het HCC-virus (Hepatitis Contegiosa Canis, ziekte van Rubarth)

Dit virus komt veel voor. Uit onderzoeken is gebleken dat 45-73% van honden die nooit tegen de ziekte waren gevaccineerd, toch antistoffen in het bloed vertoonden. (Niemand 1989). D.w.z. dat deze groep honden op de een of andere manier met het virus in kontakt is geweest, meestal zonder klinische verschijnselen.

Verschijnselen

Bij de teef kan abortus optreden. De pups sterven soms binnen een paar uur (peracute gevallen), zonder waarneembare verschijnselen, zodat de eigenaar eerder aan een vergiftiging denkt. Bij een minder acuut verloop ontbreken ook vaak typische symptomen. Soms zien we in de genezingsfase een oogafwijking (netvliestroebeling).

Behandeling

Meestal is men hiervoor te laat, zeker in peracute gevallen. In andere gevallen infusen en antibiotica.

Preventie

Vooral teven moeten voor de dekking gevaccineerd worden om de produktie van zoveel mogelijk antilichamen te waarborgen. Er moet op gelet worden dat iedere pup colostrum (eerste moedermelk) te drinken krijgt tijdens de eerste levensuren. Pups kunnen vanaf 6 weken ingeënt worden, met diverse herhalingsentingen. Uw dierenarts weet er alles van.

Het Parvo-virus.

We kennen deze ziekte pas sinds 1979. Pups die de ziekte krijgen sterven veelal aan een heftige bloederige maag/darmontsteking of aan een hartspierontsteking. Pups krijgen van de teef (indien deze goed is gevaccineerd) antistoffen mee. Er komt echter een moment in het leven van de pup, meestal rond de 6de week, dat de pup te weinig antistoffen bezit. Vaak zijn er dan nog wel genoeg antistoffen aanwezig, die ervoor zorgen dat een vaccinatie van de pup onvoldoende werkt. Elke hond moet jaarlijks worden ingeënt en teven waarmee gefokt wordt, kunnen het beste voor de loopsheid gevaccineerd worden.

Behandeling

Antibiotica en infusen. De meeste dieren sterven tussen de 4de en 5de dag van de ziekte. Na deze dagen worden de kansen op een herstel duidelijk beter.

Besmetting

Na een incubatietijd van 7-14 dagen worden de dieren ziek. Het virus zit vooral in de ontlasting van zieke en herstellende honden en kan ook door kontakt via b.v. kleren, schoenen, worden overgedragen. Een aangetaste hond die de ziekte overleeft, scheidt gedurende 3-4 weken het virus met de ontlasting uit.

Bakteriële infekties

Bakteriële infekties vormen samen met aangeboren afwijkingen de belangrijkste oorzaken van puppiesterfte. Er zijn vele bakteriën die een rol spelen t.w.: E. Coli, Streptococcen, Staphylococcen, Bordetella, Salmonella, Campylobacter, Brucella, Pseudomonas, Proteus, enz.

Brucellosis

Brucelia Canis is de veroorzaker van deze ziekte. Het is een zeer ernstige, besmettelijke ziekte bij honden welke verwerpen geeft tot de 45de en 55de dag van de dracht. Ook komt vroeggeboorte voor, waarbij de pups binnen een paar uur sterven. Het is vooral een besmettelijke ziekte in kennels en ontstaat nog al eens na het voeren van besmet vlees. Ook de mens kan met deze bakterie besmet raken!!

Sommige bakteriën veroorzaken een septicaemie (bloedvergiftiging). De pup wordt al in de baarmoeder besmet, of later via de navel of via de mond of neus. De bakterie komt bij een bloedvergiftiging in het bloed terecht en vandaar in alle orgaansystemen van het lichaam. Meestal treedt zo'n bloedvergiftiging rond de 10de - 12de dag op, doch kan tot de 40de dag voorkomen.

Verschijnselen

Afhankelijk van de verwekker, maar meestal worden de pups koud, drogen uit en sterven binnen een paar dagen. Soms zenuwverschijnselen, soms diarree, soms enkele pups aangetast, soms ook het gehele nest.

Enkele opmerkingen
Behandeling

Als de pups ziek zijn t.g.v een bloedvergiftiging, dan is men meestal te laat. Men kan proberen te redden wat er te redden valt met:

Preventie

Wanneer er zich problemen voordoen, kan er het beste sektie worden gedaan om te onderzoeken met welke veroorzaker men te maken heeft-en om te laten bepalen welke antibiotica men het beste kan gebruiken, nu of bij latere problemen.

Soms kan een auto-vaccin worden gemaakt. Tijdens het wachten op de resultaten van een autovaccinatie kunnen hoogdrachtige en net zogende teven mogelijk een antibiotica kuur ondergaan. Daarnaast moeten er een aantal maatregelen worden genomen om de kennel infektievrij te maken en te houden:

Konklusie

Het kiezen van de juiste fokdieren, gebaseerd op kennis van de erfelijkheidsleer het uitvoeren van vaccinatieprogramma's en het toepassen van de goede hygiënische maatregelen, zijn de voorwaarden om het Fading Puppy Syndrome zoveel mogelijk te voorkomen.

Als er toch puppiesterfte optreedt zoals hierboven beschreven, dan moet er een volledig onderzoek plaatsvinden om de juiste diagnose te kunnen stellen en om eventueel een autovaccin te kunnen maken.

Een uitgave van Royal Canin Nederland BV. December 1989.
Dr. Daniel Cloche Hfd. Royal Canin Research en Development.
Nederlandse bewerking: Drs. N. J. G. J. van der Wielen, dierenarts.