Rob's web

Aandoeningen in het gebied van de anus

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Aandoeningen in het gebied van de anus


Iedereen kent het wel het zogenaamde 'sleetje rijden'. Dit doet een hond als hij jeuk heeft aan zijn achterwerk en dat kan meerdere oorzaken hebben zoals:

  1. Overvulde anaalzakjes.
    Normaal wordt de inhoud van deze stinkklieren door passerende ontlasting eruit gedrukt. Bij diarree bijvoorbeeld niet. De anaalzakjes zijn dan gespannen en geven jeuk. Tussen twee vingers zijn ze leeg te drukken.
  2. Ontstoken anaalzakjes.
    Dan geven ze naast irritatie ook nog pijn. De grijsbruine pasteuze inhoud is dan veranderd in een slijmerige, etterige soms bloederige troep. Deze worden met leegdrukken en een kuur met antibioticazalf in de zakjes behandeld. Bij ernstige ontstekingen kunnen zelfs abcessen ontstaan welke kunnen doorbreken. Het beeld is een gezwollen anaalstreek. Rood, erg pijnlijk bij het poepen en bij het doorbreken hebben we een bloederige, waterige, slijmerige troep. Als deze kwalen vaak optreden, is het advies deze anaalzakjes operatief te laten verwijderen. Ze kunnen heel goed gemist worden bij een huisdier en in huis is het gebruiken van deze klieren, bij bijvoorbeeld schrik, toch al verre van aangenaam.

Het sleetje rijden doen ze ook wel bij eczeem en jeuk, door vlooien aan de dijen en rond de staart, maar nog meer als een lintwormlid naar buiten is gekropen. Het lijkt net een klein plat wormpje, wit tot lichtroze en beweegt wat. Het is zo ongeveer een cm. lang of nog korter. Ingedroogd lijkt het op een rijstkorrel. Er zijn hele goede wormtabletten voor, terwijl de vlooienbestrijding ook noodzakelijk is, want een hond krijgt de meeste soorten lintwormen door het opnemen van een besmette vlo.

Duitse Herdershonden zijn berucht voor het hebben van fistels in het anale gebied. Vanuit abcesjes aan het anusslijmvlies ontwikkelen ze zich. Deze proberen we chirurgisch te verwijderen, ze komen echter nogal eens terug.

Tumoren komen ook in het anale gebied voor en wel van de zogenaamde Circumanaalklieren, dus van de klieren welke rond de anus zitten. We zien ze alleen bij reuen en zijn vaak met meerdere tegelijk, doch gelukkig meer goedaardige dan kwaadaardige. Ze kunnen de passage belemmeren als ze flink groot zijn, doch zover moet het niet komen. Wel kunnen zelfs kleintjes al vroeg gaan zweren en je ziet ze dan als een rood knopje naast de anus en natuurlijk ook wat verdikt.

Als er niet te veel zitten, worden ze chirurgisch verwijderd. "Circum" betekent "rondom". Er zitten dus rondom de anus kleine kliertjes welke alien tot tumoren kunnen ontaarden. Gelukkig zijn ze te remmen door de reu te castreren.

Een andere aandoening is een zogenaamde dambreuk, dat wil zeggen een breuk naast de anus en wel een- of tweezijdig. Je ziet daar dan een bult welke meer of minder slap is (afhankelijk van de inhoud) en terug te drukken is. In die breuk zit dan een darnnlis, doch bij een flinke, ook de blaas en soms nog de prostaat. De breuk is een verscheuring van de spierafsluiting van de achterkant van de bekkenholte en dat komt practisch altijd door teveel persen en dat vele persen komt meestal door een te grote prostaat. Doordat de organen, zoals darm en blaas, in een kronkel liggen, gaat de ontlasting en het urineren moeilijker en gaat het dier nog meer persen en verscheurt er nog meer weefsel en wordt de breuk nog groter. Ook hierbij werkt castreren gunstig. Dit geeft een prostaatverkleining. Verder moet de bekkenholte van achteren naast de anus operatief gesloten worden en dat gaat minder moeilijk naarmate er minder spierweefsel verscheurd is.

Het beste kan dit gebeuren in het beginstadium. Regelnnatige controle door de eigenaar op deze symptomen is dus zeker gewenst.

Drs. H. van Rhee, dierenarts te Hoogeveen.