Rob's web

Infectie-ziekten

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Infectie-ziekten


Zoonose

Welke infectie-ziekten kunnen honden hebben? Meestal zijn infecties zogenaamd soortspecifief. Een bepaalde bacterie, virus, schimmel of mijt, welke de infectie of wel de besmetting veroorzaakt, heeft grote voorkeur voor een bepaalde diersoort. Indien een smetstof naast een of meer diersoorten, ook de mens kan infecteren, noemen wij de ziekte een zoonose. voorbeelden hiervan zijn tuberculose (t.b.c.), tetanus, hondsdolheid, schimmelinfecties enz. De vanouds meest bekende ziekte bij de hond is Hondeziekte (hoe hebben ze die naam kunnen verzinnen?). Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus en komt het meest voor bij puppies en verzwakte dieren. Verschijnselen zijn o.a.: eerst koorts en braken, daarna vaak huidontstekingen in de lies, oog en neusuitvloeiingen (tot heftig etterend), longontsteking, diarree en wat het ernstigst is: zenuwverschijnselen en wel verlammingen of erg kenmerkend: een "tic" (dat is het telkens trekken met een poot).

Een virus is niet te bestrijden, doch wel de verschijnselen door bacterien. Een antibioticabehandeling helpt dan ook niet bijzonder. Als er zenuwverschijnselen optreden, is de situatie hopeloos. Voorbehoedend is er tegen te enten. Als de moeder immuunstoffen heeft, dan worden die met de melk aan de pup doorgegeven en zorgen die voor de afweer bij het jonge dier. Deze afweerstoffen zijn in afnemende hoeveelheid tot 10 a 12 weken bij de pup aanwezig.

Enten gaat in deze tijd niet afdoende, de immuunstoffen vangen de entstof direct weg en er ontstaat geen hechte immuniteit. Voor de definitieve hondeziekteenting moeten we dus wachten tot ca. drie maanden. Deze enting werkt ongeveer twee jaar. Er is echter lets op gevonden. Het menselijke mazel-virus lijkt veel op het hondeziekte-virus en geeft er ook een kortdurende immuniteit tegen. De meeste jonge dieren kunnen vanaf ca. zes weken zelf immuniteit ontwikkelen. Daarom kan op de leeftijd van zes a acht weken de pup met deze mazelen-entstof behandeld worden, dat is de zogenaamde pupenting. Vroeger vielen er veel slachtoffers door hondeziekte. Door het vele enten komt dit nu maar heel weinig meer voor. De besmetting gaat via speeksel, urine en ontlasting, dus op allerlei manieren. Een besmet dier moet dus geisoleerd worden. Het Honden- en kattenbesluit verplicht de enting drie weken voor opname in een pension en dergelijke. Gelijk met de hondeziekte-enting wordt al jaren tegen Hepatitis geen. Dit wordt ook weer door een virus veroorzaakt, speciaal bij de hond. Het komt weinig voor en dan vooral bij jonge dieren. Het geeft een leverontsteking en nogal wat bloedingen in het maagdarmkanaal onderhuids en ook de huid zelf. Het bekendste verschijnsel is een zgn. blauw oog. dat kan ook optreden na het enten. Als het jonge dier de eerste dagen overleefd heeft, is er een redelijke kans op herstel. Er is specifiek weinig aan te doen, hooguit een ondersteuningstherapie. Zoals gemeld, er is tegen te enten met goed resultaat.

Leptospirose

Een volgende ziekte is leptospirose. Hiervan komen bij de hond twee vormen voor.

Een speciaal in de lever, dit is de Ziekte van Weil. Het belangrijkste reservoir van deze bacterie is de rat en de besmetting gaat via ratte-urine. Overal waar men ratten kan verwachten, stilstaand water, al of niet vervuilde omgeving, is door zwemmen in of drinken van dit water besmetting mogelijk.

Een speciaal in de nier. Door nierontsteking uitscheiding van de bacterien met de urine en de besmetting gaat o.a. via besnuffelen van pispaaltjes.

Bij beide kunnen een week na de infectie de volgende verschijnselen optreden: koorts, rode ogen, braken, diaree en afhankelijk van welke leptospirose bacterie geelzucht (door de leverontsteking) of nierontsteking. Vaak zijn de dieren zeer ernstig ziek en de genezing is dubieus. Er sterft een groot percentage. Met antibiotica wordt het wel geprobeerd, doch de organen lever of nier zijn vaak ernstig beschadigd. Ook tegen deze ziekten is te enten (en dat gebeurt massaal). Dit moet als jonge hond tweemaal met een tussentijd van drie of vier weken gebeuren en verder dient dit jaarlijks herhaald te worden. Het beste is natuurlijk dit in het voorjaar te doen. Voor het zwemseizoen, omdat de minnuniteit nu eenmaal vlak na het enten het sterkst is. Ook rattenbestrijding is gewenst en zal effectief zijn. De ziekte van Weil is een zoonose en wat was dat ook weer? Het is een infectie die ook op de mens kan overgaan.