Rob's web

Tekebeet

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Tekebeet


Overgevoeligheid voor vlooienspeeksel

Uw huisdier heeft geen vlooien en toch heeft hij er ontzettend veel last van, dat kan... Anderzijds zijn er genoeg honden en katten die stikken van de vlooien maar daar weinig last van hebben. Ze likken en krabben een keer als die kleine beestjes zitten te kriebelen, maar daar blijft het dan bij.

Overgevoeligheid voor vlooien is heel wat anders. Het afweersysteem gaat overdreven reageren als er maar een verdwaalde vlo een prikje geeft, bijvoorbeeld tijdens het uitlaten. De heftige jeuk wordt veroorzaakt door het speeksel van de vlo dat bij een vlooienbeet in de huid van de hond of kat komt. De vlo hoeft dus helemaal nog geen bloed te zuigen: de beet op zich is al genoeg om alle ellende te veroorzaken!

De plaats waar de vlo prikt is niet belangrijk, of dat nu op een poot is, op de kop, in de hals, op de buik of op de rug: in alle gevallen komt de heftige reactie van het afweersysteem tot uiting in de vorm van jeuk op het achterlichaam, achter op de rug, rondom de staart, in de liezen en aan de binnenkant van de achterpoten. De jeuk komt dus "van binnenuit" en wordt niet veroorzaakt door gekriebel op de huid. Door krabben, schuren, likken en zelfs bijten en knauwen kunnen lelijke eczeemplekken en andere verwondingen ontstaan, soms tot bloedens toe.

Vlooie-allergie komt veel voor bij honden en katten en kan op elke leeftijd zomaar optreden. Het heeft niets te maken met de verzorging van het dier. Elke hond of kat kan wel eens een vlooiebeet oplopen ook al wordt hij nog zo goed behandeld tegen vlooien! De aandoening is heel vervelend; "jeuk is vaak erger dan pijn", zegt men weleens, maar is gelukkig niet besmettelijk; de jeuk komt immers van binnenuit. Er doen zich verschillen in de ernst van de overgevoeligheid voor: sommige dieren hebben er maar een keer last van, andere een of twee keer per jaar en weer andere dieren kampen er doorlopend mee. Het is niet uitgesloten, dat uw hond of kat "er overheen groeit" of met behulp van medicijnen van deze kwaal afkomt.

Wat kunnen we eraan doen?

Het belangrijkste is, dat uw huisdier zo snel mogelijk van de jeuk afkomt, zodat de huid weer kan genezen en eventuele kaalheid verdwijnt. Vaak wordt een "jeukprik" gegeven waardoor het afweersysteem wordt onderdrukt en de jeuk dus zal verdwijnen. De prik werkt bij de hond drie tot vier weken en zolang kan uw hond ook meer gaan drinken. Dat is een normale bijwerking waarover u zich niet ongerust hoeft te maken: het ligt dan echt niet aan de blaas of de nieren! Het beste is de hond een keer vaker uit te laten. Het drinken mag u nooit beperken! Behalve de "jeukprik" krijgt uw dier zonodig medicijnen voor de huid, meestal een lotion, een medicinale shampoo of een antibioticumkuur.

Wat kunt u zelf doen?

Het allerbelangrijkste bij vlooien-allergie is een goede vlooienband en wel het hele jaar door. Het beste is een waterbestendige band waarvan de werking niet achteruit gaat als de hond of kat in de regen heeft gelopen. Het lichte vergif verspreidt zich gelijkmatig via het vetlaagje van de huid over het hele lichaam, tot het puntje van de staart en de tenen toe. De zogenaamde "dierenartsenvlooienband" is goed en niet duur. Er zijn ook vlooiendruppels voor in de nek, een vlooiendrankje of pilletjes tegen de vlooien die stuk voor stuk uitstekend werken. Het nadeel van deze laatste methode voor uw huisdier als "allergiepatiënt" is echter dat de vlo eerst moet prikken en zuigen voordat hij er dood vanaf valt. Maar dan is het kwaad al geschied: de vlo is dood, maar zijn speeksel zit in de huid, en dat is nou juist de oorzaak van alle ellende!

Dus voor allergiepatiënten is een vlooienband beter. Die voorkomt zoveel mogelijk dat een vlo prikt want door het vergif op de huid wordt dat beestje al versuft voordat het tot actie kan overgaan. Er zijn ook vlooiendruppels die zich in de huid over het hele lichaam verspreiden en dus hetzelfde werken als de vlooienband. Deze druppels kunnen eventueel wel bij de allergiepatiënt worden gebruikt.

Heel belangrijk ook is het vlo-vrij houden van de omgeving door een keer per dag goed te stofzuigen. Ook 's winters kunnen de vlooien op elk moment en op de een of andere manier het huis binnendringen! Het is een goede tip om in de stofzuigerzak een middel tegen vlooien op te zuigen - bijvoorbeeld het stukje vlooienband dat U na het omdoen over heeft - zodat de opgezogen vlooien het loodje leggen en niet weer uit de stofzuigerzak kunnen kruipen.

Hardnekkige gevallen

Als de klachten vaak terugkomen, is het niet aan te bevelen om telkens weer een "jeukprik" te geven. Daardoor zou op den duur de bijnier schade kunnen ondervinden wat weer aanleiding zou kunnen geven tot ingewikkelde hormonale ziekten. Twee tot drie keer per jaar is nog acceptabel. In hardnekkige gevallen zijn er meerdere en andere alternatieven. Zo kan de "jeukprik" vervangen worden door tabletten, die telkens met een dag er tussen en in afnemende dosering worden toegediend, zodat de bijnier niet "lui wordt7q . Beter is het natuurlijk om de oorzaak aan te pakken n.l.: de overdreven reactie van het afweersysteem. Bij de hond kan dit door middel van hypo- of desensibilisatie. Na bevestiging van de diagnose door een intradermale huidtest - prikjes zetten en kijken welke er opzetten - kan met regelmaat een verdunning van het antigeen ingespoten worden. Het afweersysteem zal dan langzamerhand gaan wennen aan het vlooienspeeksel en op den duur niet meer zo heftig reageren. Het dier wordt dus minder of zelfs ongevoelig voor vlooienprikken. De kans van slagen hierbij bedraagt ongeveer 60%. Het resultaat kan pas na negen maanden beoordeeld worden.

Op ongeveer hetzelfde principe berust het geven van homeopathische middelen, zowel bij de hond als bij de kat. Via de mond worden druppels gegeven waarin ondermeer de veroorzaker, het speeksel van de vlo, in extreem hoge verdunning aanwezig is.

Informatie "VLOOIENALLERGIE". Uitgegeven door: A.U.V. dierenartsencoöperatie. Voor verdere informatie kunt U zich wenden tot uw dierenarts.