Home - Kynologie - De duitse herdershond - Jeuk en vlooien
In de zomer en nazomer komen een groot aantal patiënten met huidproblemen op het spreekuur van de dierenarts. In heel veel gevallen is de vlo hier debet aan. De hond en de kat reageren vaak overgevoelig (allergisch) op het speeksel van de vlo. Als gevolg hiervan ontstaat in meer of mindere mate in eerste instantie jeuk. Alle overige bevindingen komen later pas.
Na de bevruchting door een mannetje heeft een vlooiewijfje een "bloedmaaltijd" nodig om op haar slachtoffer haar eitjes te kunnen leggen.
Bij de hond ontstaat dan vaak een pleksgewijze roodverkleuring van de huid, vooral op het achterste deel van de rug. Naast deze roodverkleuring zien we meestal een te sterke haaruitval. In de wat ernstiger gevallen zien we naast een meer of minder vergaande uitbreiding over het lichaam van de afwijkingen, een duidelijke ontsteking van de huid, vooral ook weer op de achterste helft van de rug. Dit eczeem of deze ontsteking uit zich als regel in natte plekken, die na opdroging een korsterig beeld vertonen.
De ontwikkeling van licht zichtbare afwijkingen naar de natte huidontsteking kan bij de hond zeer snel gaan, zelfs in enkele uren, zodat men spreekt van acute natte huidontsteking ("hot-spot"). In dit stadium wordt vaak de dierenarts gewaarschuwd. Doordat er steeds jeuk is, wordt er steeds gekrabt enz. het geen de genezing vertraagt.
In het chronische stadium kan een zgn. olifantshuid ontstaan: een verdikte, stugge huid, met een grijze kleur. De grijze kleur wordt veroorzaakt door een overmatige pigmentafzetting.
Is het dier eenmaal overgevoelig (allergisch), dan komt de huidafwijking jaarlijks terug of blijft het gehele jaar door aanwezig in meer of minder ernstige mate. De afwijking komt zoals gezegd het meest voor in de zomermaanden, doch dat wil niet zeggen dat we 's winters nooit met huidafwijkingen als gevolg van vlooienbeten worden geconfronteerd.
Immers in de meeste huizen is tegenwoordig centrale verwarming aanwezig en kunnen de vlooien het gehele jaar actief blijven.
Hoewel de boven beschreven verschijnselen vaak zeer duidelijk wijzen in de richting van de vlo als oorzaak, is mijn ervaring, dat heel veel eigenaren niet willen geloven dat hun hond last van vlooien heeft. Dat kan toch niet! En toch is het zo. De aanwezigheid van vlooien kan vaak eenvoudig worden aangetoond door het dier met een daarvoor geschikt middel te besprayen. De vlooien komen dan vaak snel te voorschijn. Ook de aanwezigheid van vlooien "poep" (faeces) is bewijzend. Dit zijn ± 1 mm grote, roodbruine tot zwarte korreltjes. Ze bestaan uit bloed en trekken water aan. Als de faeces op een vochtig wit papiertje worden gelegd nemen ze vocht op en zwellen. Op het witte papiertje ziet men dan rode puntjes verschijnen.
Ook de aanwezigheid van lintwormgeledingen in of op de ontlasting- wijst er op, dat de hond vlooien heeft of heeft gehad. De vlo is nl. de z.g. tussengastheer van de lintworm.
Vele honderden eitjes per wijfje is een heel normaal aantal. Sommige halen zelfs de duizend. De eitjes zijn doorschijnend wit van kleur, en ovaal van vorm.
Verder kennen we de z.g. allergietest. Dit is een test waarbij een van de vlo zelf afkomstige stof (verkregen door vlooien fijn te wrijven) in het oppervlakkigste gedeelte van de huid wordt ingespoten. Indien de hond allergisch is voor vlooienbeten, zien we een zwelling van de huid ter plekke van de injectie ontstaan.
Vertoont een patient huidafwijkingen dan hoeft dat natuurlijk niet in alle gevallen te betekenen dat de vlohieraan debet is. Zo kennen we ook:
We hebben gezien, dat een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste oorzaak van jeuk en eczeem, de vlo is. Het resultaat van de behandeling van huidklachten veroorzaakt door vlooien staat en valt daarom ook met een volledige uitbanning van vlooien. Vooral van belang is, dat de eigenaar de rol van de vlo begrijpt.
Bij langharige dieren zullen wat meer eitfes in de haren blijven steken. Kort- en ruwharigen raken de eitjes vooral kwijt in hun mand, deken of kussen, of in de vloerbedekking.
De kennis van de cyclus en de levenswijze van de vlo is hierbij belangrijk. Wil de bestrijding sucses hebben, dan moet de eigenaar ervan overtuigd worden, dat de vlo de oorzaak is. De bestrijding van de vlo moet elke week gebeuren, gedurende minimaal 3 weken. Een en ander dient om de cyclus van de vlo te doorbreken. Men moet de vlooien bestrijden:
Bestrijding van de vlo op het dier zelf: Dit kan met poeders, sprays, dips en shampoos. Het is belangrijk, dat het hele dier, dus ook kin, kop, staart, liezen en oksels behandeld wordt. Vooral langharige honden dienen grondig behandeld te worden.
Uit een eitje komt nog geen volwassen vlo, maar een vlooielarve. Na drie maal te zijn verveld, spint hij met zijn speeksel een cocon om zich heen.
Voor de behandeling van erg jonge dieren zou ik de voorkeur willen geven aan het inpoederen met een anti-vlooienpoeder. Dat dient eenmaal per week herhaald te worden.
De honden en de katten, die in hetzelfde huis als de patient leven, moeten ook worden ontvlooid. De bestrijding van de vlooien moet plaatsvinden daar waar de hond zich het meeste ophoudt, zoals de mand, deken, schuur, hondehonk, enz. De stofzuiger kan een zeer effectief middel zijn. Na stofzuigen en schoonmaken (dweilen) moet men regelmatig met insekticiden sprayen of strooien. Vooral berucht zijn biezen matten als vloerbedekking en de planken vloer. De plaatsen onder en tussen de matten alsook de naden tussen de planken zijn ideate broedplaatsen voor vlooien.
Hardnekkige huidklachten als gevolg van vlooien zijn vaak terug te brengen op deze vorm van vloerbedekking en op de planken vloer zonder meer. Men dient hierbij dan ook minstens zoveel of nog meer aandacht te vestigen bij de vlooienbestrijding dan op de hond zelf.
In die cocon verandert de larve in een pop: een "vlo in ruste" Door trillingen kan hij worden wakker gemaakt, en komt dan als volwassen vlo uit zijn schuilplaats te voorschijn.
Als men langere tijd van huis gaat (b.v. met vakantie) zou men een Vapona-Cassette in huis kunnen plaatsen. Bij thuiskomst moet men dan wet goed ventileren. In kennels en hondehokken gebruikt men nogal eens houten vlonders. Hieronder kan men vlooienpoeder (b.v. Alugan, Liberate) strooien tussen wat kranten. Ook kan men deze plaatsen regelmatig (eens per week) even dweilen met een oplossing van wat "blauw water".
Helaas ziet men nogal eens, dat de honden toch last van vlooien blijven houden. M.i. is dit mogelijk te wijten aan:
De nieuwe vlo kan wel een maand zonder voedsel. Om eitjes te kunnen leggen, heeft zij weer een bloedmaaltijd nodig. Ook uw hond of kat kan daarvan het slachtoffer zijn.
Tegenwoordig bestaat ook de mogelijkheid om honden minder gevoelig te maken voor de vlo (d.i. de zogenaamde hyposensibilisatie). Men spuit hiertoe een aantal malen een vloeistof in de huid, die bestaat uit een exstract (aftreksel) van hele vlooien. De resultaten zijn echter wisselend.
Hopelijk is het duidelijk geworden welk een belangrijke pleats de vlo inneemt als een van de vele oorzaken voor jeuk en eczeem bij de hond. Het grote voordeel van deze oorzaak is echter, dat er iets aan doen is. Dit in tegenstelling tot sommige andere vormen van jeuk en eczeem, waar we helaas slechts vaak alleen iets aan de verschijnselen kunnen doen, zonder de echte oorzaak te kennen, laat staan er iets tegen te doen.
In dit licht bezien mag u dus blij zijn, dat de huidklachten bij uw hond veroorzaakt worden door de vlo. Doe uw best er iets tegen te doen.
Drs. P. Meijer (dierenarts)