Rob's web

Het opvoeden van een pup begint vaak met het aanleren van ongewenst gedrag

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Het opvoeden van een pup begint vaak met het aanleren van ongewenst gedrag


Als een pup oud genoeg is mag hij worden opgehaald en het is heel natuurlijk dat, als de pup in huis is, ook de onzekerheid van de nieuwe baas toeneemt. Nu heeft hij de verantwoordelijkheid over dat kleine schepseltje. Omdat men nog geen enkele ervaring heeft met hondjes stapelen de vragen zich in groot tempo enorm op: "eet hij wel genoeg, hij slaapt zoveel, wordt hij niet ziek, hij lekt zo bij het drinken" en nog veel meer.

Ook in de opvoeding komt men vaak voor verrassingen te staan: "hij kluift aan de tafel, na twee dagen plast hij nog steeds binnen, hij luistert nog niet zo goed, hij schiet achter de bank bij visite die eigenlijk erg leuk is, hij wil buiten helemaal niet meelopen" en wat moeten we nu doen als die grote hond eraan komt, wanneer kunnen we hem een keer loslaten zonder dat hij wegloopt en wat moet ik doen als hij niet langs die vuilniszakken durft". Allemaal vragen en problemen die de nieuwe bazen op voorhand niet verwacht hadden. Wat is het toch moeilijk met zo'n pup.

Jonge pups zitten in hun natuurlijke leerperiode zitten; ze leren heel gemakkelijk de goede maar ook de verkeerde dingen. Als we hier dus op een verkeerde manier mee omgaan moeten we later de pup weer allemaal dingen gaan afleren. En dit gebeurt nogal eens.

Het is heel frappant; het lijkt dat niemand in Nederland van honden houdt maar dat wel iedereen gek is op puppy's. Als je buiten loopt met een pup komt de hele wereld op je af en iedereen wil even vriendjes worden met de pup. De pup vindt die aandacht allemaal geweldig en heel "lief" springt op tegen de "aaier". De "aaiers" vinden dit alleen maar leuk. De hond wordt dan geknuffeld en beloond voor zijn "opspringgedrag". Als diezelfde hond eenmaal een halfjaar is en nog steeds opspringt zijn de gevoelens voor die hond ineens helemaal omgedraaid. Dan is het die rothond geworden die tegen alles en iedereen opspringt. Met vieze poten. Maar de hond was hier als puppy, in zijn natuurlijke leerperiode, alleen maar in aangemoedigd. Niet helemaal eerlijk eigenlijk.

De meeste pups vinden het de eerste dagen een beetje griezelig buiten. Ze zijn het wandelen aan de lijn nog niet helemaal gewend en de baas moet alle mogelijke moeite doen om het hondje mee te lokken. Na verloop van tijd is de pup een beetje gewend en kent de route die altijd gewandeld wordt. De baas is blij dat het puppy het nu wel leuk vindt buiten en vindt het eigenlijk schitterend dat de pup nu al de wandelroute weet. Bij de derde boom linksaf, vervolgens bij de slager rechts en achter die fietsenstalling nog eenmaal oversteken en dan is hij in het park. De baas is apetrots op dat kleine slimme wezentje en moedigt hem aan in de keuze van de route. Dat de hond daarbij trekt aan de lijn stemt de baas nu alleen nog maar tot tevredenheid, want hij is tenminste niet meer bang buiten. De hond wordt nu dus beloond. Dat later dat trekken aan de lijn weer moet worden afgeleerd vergeet men, net zoals dat de baas de route hoort te bepalen en zich dus nu al onderdanig opstelt. Krijg dat later maar weer eens goed.

Als de voordeurbel gaat staat de baas op en loopt naar de grens van het territorium, de voordeur. Hij doet de voordeur open en jawel, daar staan vreemden. Omdat honden roedeldieren zijn met een eigen territorium kan dit dus alleen maar een bedreiging zijn. Het is dan logisch dat een goede hond, de baas komt helpen bij het verdringen van de indringers. Ook al is het nog zo'n heel klein hummeltje. En het is natuurlijk heel vertederend voor de baas en de visite als zo'n turfje voor het eerst een blafgeluidje produceert. Er wordt hartelijk om gelachen en het pupje wordt geknuffeld en beloond voor zijn moedige optreden.

Nog steeds zit de pup echter in zijn natuurlijke leerperiode en leert dus dat dit gedrag goed is. Het is alleen voor de baas minder plezierig als deze hond, als hij eenmaal veertig kilo weegt, nog steeds de visite wil wegjagen. Zelfs dan worden honden nog vaak beloond!! Al blaffend wordt de hond dan vastgehouden waarbij hij wordt toegesproken met de woorden: "Rustig maar, het is goed, die mensen zijn goed, het baasje vindt het okee". Nu verstaat geen enkele hond Nederlands en door de rustige stem van de baas wordt de hond opnieuw beloond voor zijn agressie.

Behalve dat de pups vaak al wat verkeerde dingen aangeleerd, vergeten we ze ook vaak goed gedrag aan te Ieren. We kijken pas in zijn oren of zijn bek als er iets aan de hand is. We doen dat op het moment waarop de hond het liefst heeft dat we overal van afblijven. Het wordt een gevecht met een heel vervelende ervaring voor de hond. We temperaturen de hond pas als hij zich helemaal niet lekker voelt. Juist op dat moment heeft hij helemaal geen zin aan dat gefriemel aan hem. Hij wil met rust gelaten worden.

Al deze dingen moet de hond aangeleerd worden op een positieve manier. Hij moet het borstelen heerlijk gaan vinden. Af en toe eventjes temperaturen betekent tevens dat de baas precies weet wat de lichaamstemperatuur is van de hond in zijn normale doen. Handig voor als er echt iets aan de hand is. Zorg ook dat de hond went aan het aan zijn oren, ogen en tanden zitten. Hij krijgt dan vertrouwen in de baas en de baas kan dan rustig kijken als er iets mis is.

We bedoelen het vaak zo goed allemaal. We willen allemaal het beste voor ons nieuwe pupje. Maar menselijke dingen zijn niet altijd het beste voor honden. We moeten proberen vooruit te kijken en te denken en ons af te vragen of het gedrag dat wij belonen of corrigeren wel of niet gewenst is. Ook in de toekomst.

Peter Beekman, Kynotrain