Rob's web

Agressie is normaal voor honden

Home - Kynologie - De duitse herdershond - Agressie is normaal voor honden


Ook honden maken gebruik van spelregels

Als ik kijk met welke reden cliënten naar mijn gedragsspreekuur komen dan scoort agressie hoog. Veel van de agressieproblemen zijn terug te voeren naar een genetische predispositie (aanleg), een slechte socialisatie en te weinig begrip van hondentaal en daardoor vermenselijking. Met dit artikel is het geenszins mijn bedoeling om overmatige agressie bij honden vrij te pleiten. Integendeel.

Sommige rassen met een lage bijt-drempel, waarbij in de fokkerij het handhaven of toenemen van deze lage bijtdrempel een streven is, kunnen in onze huidige samenleving niet meer gehandhaafd worden. Maar tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat van honden houden ook betekent dat we ons moeten gaan verdiepen in zijn wezen en in zijn gedrag. Het ontkennen van agressie als normaal gedrag zal uiteindelijk resulteren in nog meer bijtincidenten.

Spelregels

Wij vinden het als maatschappij normaal om onze kinderen de spelregels van het verkeer te leren zodat zij niet onverwachts zonder uit te kijken een drukke weg oprennen. Het is helaas nog niet zo normaal om goede voorlichting over de "spelregels" bij honden te geven. 1,5 miljoen honden in ons land en bij allemaal is agressie in aanleg aanwezig. Het feit dat zo weinig honden serieuze agressieproblemen geven is meer aan hun sociale aard te danken dan aan onze omgang met hen.

Niets nieuws

Volgens vele deskundigen is agressie bij honden een probleem geworden in onze samenleving. De wijze waarop er vanuit de diverse invalshoeken tegen het "probleem"wordt aangekeken, wekt de indruk dat agressie bij honden een nieuw fenomeen betreft. Er wordt over agressie gesproken als zou het slechts in enkele rassen aanwezig zijn. Vanuit die gedachte is een verbod op bepaalde rassen de oplossing waarmee we kunnen voorkomen dat mensen ernstig gebeten worden.

Zodra er in een ras agressie voorkomt zetten we het op de "zwarte lijst" en kan de maatschappij weer opgelucht adem halen. Door deze maatregelen wekt de overheid de suggestie dat er in de rassen die overblijven geen agressie zit. Tante Annie van de hoek kan dus veilig het Maltezertje aanschaffen dat zo schattig in de etalage van de dierenwinkel heen en weer huppelt. De familie Doorzon kan met de zaterdagkrant in de hand bij de deur gaan wachten tot de Golden Retriever wordt thuis bezorgd.

Ze hebben niets te vrezen want hun honden staan niet op de "zwarte lijst"en in de rasstandaard worden ze aangeprezen om hun zachte karakter.

Wezenlijk onderdeel

Wat een schok is het steeds weer als ik op mijn gedragsspreekuur aan deze mensen vertel dat alle honden agressie in zich hebben en dit ook kunnen inzetten om duidelijk te maken wat hun belangen zijn.

Agressie is dus een wezenlijk onderdeel van de communicatie bij honden en heeft de volgende functies:

De meeste hondeneigenaren denken dat agressie bij honden betekent: een hond die bijt. Sterker nog; het doelbewust bijten is pas agressie. Alle keren dat oma per ongeluk op de hond zijn staart trapt en vervolgens gebeten wordt, is er geen sprake van agressie. De hond bijt dan "per ongeluk": hij schrikt en/of heeft pijn en het wordt hem niet aangerekend dat hij gebeten heeft. Het feit dat de schade bij oma beperkt is gebleven tot een klein schrammetje versterkt de illusie dat de hond er niets aan kon doen. Maar deze beperkte definitie van agressie levert juist de gevaarlijke situaties op.

Communicatiestoornis

Door de onbekendheid met de uitingsvormen en de betekenis van agressie ontstaat een communicatiestoornis tussen mens en hond. Dit niet begrijpen van "hondentaal"kan uiteindelijk resulteren in een hond die tot harder bijten over gaat. Voor alle duidelijkheid zet ik de gedragselementen die bij agressie voorkomen nog even op een rij: verstarren, fixeren, borstelen, grommen, grom-blaffen, tanden laten zien, klapperen, uitvallen of "snappen'; bijten en schudden.

Klapperen is een bijtintentie die honden bijvoorbeeld bij "begroeten" van vreemde mensen kunnen laten zien. De hond springt hoog voor of tegen de mensen op en klappert met zijn kaken op gezichtshoogte.

De hond die tijdens bijten van mens of dier begint te schudden heeft geen inhibitie (remming) meer en zal, indien de ander geen kans ziet om te vluchten, doorgaan met bijten met alle eventuele gevolgen van dien.

Bijtrem

Bij wolven die in familieverband leven zie je veel geritualiseerde gedragingen die als doel hebben een daadwerkelijk gevecht te voorkomen. Bij honden zien we dit geritualiseerde gedrag veel minder. Het verhaal dat alle honden stoppen met vechten als de ander op zijn rug ligt, zorgt voor veel problemen en berust op verkeerde interpretatie van wolvengedrag.

Wolven hebben een bijtrem als het gaat om agressie naar pups in het roedel. Ook de relatie tussen Alpha reu en teef, en de relatie tussen de hoger geplaatste dieren staat onder invloed van inhibitie. Maar zelfs in het roedel kunnen conflicten tussen bijvoorbeeld een Alpha teef en één van haar dochters zo hoog oplopen dat het ranglagere dier uit de groep moet verdwijnen om niet dood gebeten te worden.. En naar vreemde wolven toe geldt alleen het recht van de sterkste. Waarom denken wij dan toch dat alle honden in het park, die elkaar niet of nauwelijks kennen, in harmonie met elkaar om zullen gaan? Alleen een uitgebreide socialisatie met veel aandacht voor positieve contacten tussen honden onderling kan problemen in het park voorkomen.

Cijfers

Leeftijd en geslacht van een hond, het wel of niet gecastreerd zijn, genetische predispositie, socialisatie, conditionering, het gedrag van de ander, de mate van stress bij de hond, het zijn allemaal omstandigheden die mede bepalen of er agressie ontstaat.

Uit onderzoek naar bijtgedrag van honden t.o.v.mensen blijkt dat reuen vaker bijten dan teven. Cijfers uit het buitenland zijn 70 tot 87% . In Nederland hebben we alleen de gegevens van de Stichting Consument en Veiligheid. Zowel in het rapport van 1989 als van 1997 blijkt dat 70% van de bijtincidenten naar mensen wordt veroorzaakt door reuen.

Castratie heeft bij 62% van de reuen invloed op agressief gedrag naar andere reuen. Bij een bepaalde groep teven, die voor de leeftijd van 6 maanden dominantie gedrag in het gezin vertoont, maakt castratie de agressie erger.

Bijtdrempel

Iedere hond heeft een genetische aanleg voor agressie. Selectief fokken heeft er voor gezorgd dat er in bepaalde rassen honden zijn die een lagere bijtdrempel hebben. Dit betekent dat deze groep honden minder dreiggedrag vertoont en sneller tot bijten over gaat dan andere honden in een vergelijkbare situatie. Door betrouwbare en valide testen kunnen we erachter komen hoe bepaalde rassen en hun individuele vertegenwoordigers omgaan met agressie. De resultaten van zo'n test kunnen in de fokkerij gebruikt worden om ouderdieren uit te selecteren met een hoge bijtdrempel.

Goede opvoeding

Socialisatie en de gevolgen hiervan voor de individuele hond zijn verstrekkend. Een hond die door opvoeding van zijn moeder, spel met soortgenoten en begeleiding door de mens niet de gelegenheid krijgt om te leren welke effecten de diverse gedragselementen hebben op zijn sociale contacten, is als een kind dat geen omgangsvormen heeft meegekregen. Vroeger of later ontstaan problemen zowel met soortgenoten als met mensen.

Succesvol gedrag

Conditionering speelt in gedrag een belangrijke rol. Bij de meeste vormen van agressie leert de hond (door operante conditionering) welke invloed zijn agressieve gedrag heeft op de ander. Doordat mensen de agressie van de hond niet begrijpen, kunnen er twee dingen gebeuren.

In beide situaties zal de agressie dus blijven bestaan.

Bange honden kunnen in het park leren dat uitvallen naar andere honden er voor zorgt dat deze niet te dicht in de buurt komen. Uit proeven met ratten is gebleken dat dieren, waarbij de agressie naar een andere rat beloond werd door ze een korreltje voer te geven, steeds gemakkelijker overgaan tot het aanvallen van andere ratten die in de buurt zijn, als het bereiken van een bepaald doel gehinderd wordt.

Ten slotte kan ook stress, met name chronische stress, een belangrijke bijdrage leveren bij het tot stand komen van agressie.

Indeling

De complexiteit en het dynamische karakter van gedrag maakt het niet altijd mogelijk bepaald gedrag 100% correct te classificeren. Toch kan een grove indeling handig zijn bij rapportage. Daarnaast maakt een indeling duidelijk dat agressie om vele verschillende redenen kan ontstaan. Het achterhalen welke prikkel en motivatie aan het gedrag ten grondslag liggen is de basis van waaruit de gedragstherapeut werkt.

Maternale Agressie is de agressie van een teef die haar pups/nest verdedigt. Ook de schijnzwangere hond kan haar denkbeeldige pups en nest verdedigen.

Spelagressie is de agressie tijdens spel met soortgenoten of de mens; spelgrommen en spelbijten zijn een onderdeel van deze agressie. In het spel met mensen zullen honden vaak handen, polsen en/of kleding willen vastpakken. Omdat spel voor honden meerdere functies heeft, kan spelagressie voor de leek ongemerkt overgaan in bijvoorbeeld competitieve agressie. Om een hond duidelijk te maken dat tanden in mensenvlees ten alle tijden ongewenst is, is het beter om dit ook in spel niet toe te staan.

Angst geïnduceerde agressie is bijvoorbeeld de bange hond die niet meer kan vluchten omdat hij in een hoek zit en dan tot de aanval overgaat. Bij angstagressie zijn de mondhoeken bij de hond langer (naar achteren getrokken) waardoor we bij grommen meer van het gebit zien. De oren staan naar achteren en de staart is laag.

Omdat ook bij angstagressie de hond merkt welk effect zijn gedrag heeft, kan een hond die vanuit angst naar mensen uitvalt hier uiteindelijk zo zelfverzekerd in worden, dat de oorspronkelijke motivatie alleen nog door een ervaren gedragsdeskundige te ontdekken valt.

Voergerelateerde agressie is de agressie die de hond laat zien als hij benaderd wordt tijdens eten of kluiven aan een bot. Indien deze agressie slechts naar een persoon vertoond wordt kan het ook onderdeel zijn van dominantie agressie.

Competitieve agressie is de agressie die als doel heeft dat de ander zich uit de competitie situatie terugtrekt en heeft niet als einddoel de ander tot onderwerping te dwingen.

Dominantie agressie kan alleen in een bestaande relatie voorkomen en heeft tot doel een rangorde in stand te houden en controle over de ander te houden. Begint meestal bij volwassen honden of bij teven die voor de leeftijd van 6 maanden al dominantie in het gezin laten zien. Veel agressie wordt ten onrechte uitgelegd als dominantie agressie.

Pijnagressie heeft als oorspronkelijke motivatie pijn maar als de hond de effecten van zijn agressief gedrag geleerd heeft, kan hij in de situatie waarin hij pijn verwacht (bij de dierenarts) nog voor een aanraking overgaan tot agressie.

Territoriale Agressie: het verdedigen van een terrein, auto, kennel, ligplek enz. Gedrag is er ook zonder aanwezigheid van mensen. Gedrag wordt versterkt door duidelijke territoriumgrenzen. Territoriale agressie is makkelijk herkenbaar. Deze vorm van agressie stopt onmiddellijk als de hond van zijn territorium afgehaald wordt. Het verdedigen van auto's is een mooi voorbeeld van territoriale agressie. Door leken worden territoriale agressie en angstagressie nogal eens verwisseld.

Intra-Specifieke agressie is de agressie tussen soortgenoten, meestal tussen reuen of teven onderling. Deze agressie begint vaak bij sociale volwassenheid (18 tot 24 maanden) kan ook hormonaal gestuurd worden en is dan per definitie gericht tegen seksegenoten.

Redirectie Agressie is het wegvloeien van agressie richting een derde partij. Kenmerkend voor deze agressie is dat het binnen de hiërarchie altijd van hoog naar laag gaat.

Idiopatische agressie is een plotselinge, heftige agressie die niet in de context van dat moment past. Een vorm van deze agressie komt voor bij Golden Retrievers. De Universiteit van Utrecht onderzoekt momenteel wat de oorzaak van deze agressie bij Golden Retrievers is.

Prooiagressie is een term die misleidend is. Normaal gesproken heeft het achtervolgen en eventueel doden van een prooi niets met agressie te maken. Omdat honden dit gedrag ook naar vee en zelfs naar kinderen kunnen vertonen wil ik het in deze opsomming niet achterwege laten. Kenmerk van prooiagressie is het geluidloos achtervolgen door te sluipen, te loeren, te rennen en te bespringen.

Met de wetenschap in het achterhoofd dat de hond voor hem succesvol gedrag zal blijven herhalen hoop ik dat u zult begrijpen dat de eigenaar die een hond heeft die gromt naar mensen, tanden laat zien, uitvalt of bijt er goed aan doet contact op te nemen met een gedragstherapeut.

Debbie Rijnders