Rob's web

Een electronische sirene

Hobbyisten die zich te kort gedaan voelen door de overheidssirenes, die alleen op de eerste maandag van de maand om 12 uur eventjes loeien, kunnen op eenvoudige wijze hun eigen sirene bouwen, niet om luchtalarmpje te spelen, maar bij voorbeeld als speciaal geluidseffect voor een discobar, bij het maken van bandopnamen, als extra snufje voor een modelbaan of als alarm voor een inbraakbeveiliging. Toepassingsmogelijkheden te over.

De luidheid van de sirene kan gemakkelijk worden aangepast aan de behoeften, want ze is afhankelijk van het vermogen van de versterker die het door de sireneschakeling opgewekte loeisignaal versterkt.

afb1

Principe van de schakeling

In afbeelding 1 is het principeschema van de schakeling getekend. TR1 met alles wat er omheen hangt, vormt een zogenaamde RC-generator, die een toon van zeer lage frequentie opwekt. TR2 met entourage vormt eveneens een RC-generator, maar deze werkt op een hogere frequentie. De hoge toon van de tweede trap wordt nu als het ware gemoduleerd door de zeer lage toon van de eerste trap, waardoor een sirene-achtig signaal ontstaat aan de onderkant van weerstand R9. Als u geen al te luidruchtig signaal nodig hebt, kunt u het signaal aan de onderkant van R9 versterken met een kleine transistor, in het schema aangegeven met TR3. Deze bekrachtigt rechtstreeks een luidspreker AD 33701Y150, die een impedantie van 150 ohm heeft. R10 dient voor de instelling van TR3, R11 en C7 kunt u in dit geval weglaten.

Luide sirene

Wilt u meer volume hebben, dan brengt u R11 en C7 aan en verbindt u uitgang U met de ingang van een versterker. De massa's van de sireneschakeling en de versterker moeten worden doorverbonden; het signaal wordt dus afgenomen van de onderkant van C7. De versterker dient ten minste een ingangsgevoeligheid te hebben van om en nabij de 250 mV. Het verdient aanbeveling te onderzoeken of Rii, die de invloed van de versterker op de sireneschakeling vermindert, groter kan worden genomen dan 10.000 ohm. Dat is het geval als er meer geluid uit de luidsprekers komt dan nodig is. Vooral als de versterker een ingangsgevoeligheid van zo'n 100 mV heeft, zal Rii wel wat groter kunnen uitvallen. Omdat u de geluidssterkte toch kunt regelen met de sterkteregelaar van de versterker, kunt u het best R11 zo groot nemen dat u met de sterkteregelaar geheel rechtsom gedraaid juist het geluidsvolume krijgt dat u wenst. De schakeling geeft een signaal met een sterkte van circa 250 mV af, dus enig signaalverlies in Rii valt te tolereren. Het is niet uitgesloten dat u voor R11 een gunstigste waarde van meer dan 100 kΩ vindt. Overigens kan experimenteren met de waarde van deze weerstand geen kwaad; er kan niets stukgaan. Wel verdient het aanbeveling steeds de volumeregelaar geheel terug te draaien voordat u een nieuwe waarde van R11 beproeft.

In dit geval, dus bij gebruik van een aparte versterker, kunnen Rio, TRs en de in het schema getekende luidspreker vervallen.

Wilt u over alternatieve mogelijkheden beschikken, dus de sireneschakeling naar keuze met of zonder aparte versterker kunnen gebruiken, dan brengt u en R11 en C7 en R10, TRs en de luidspreker LS aan.

Voeding

De sireneschakeling moet worden gevoed met 9 volt, min aan massa. Met ingebouwde eigen versterker (TR3, R10 en LS) is het stroomverbruik circa 22 mA, zonder eigen versterker circa 2,5 mA. In beide gevallen kan voor het voeden gebruik worden gemaakt van twee in serie geschakelde platte 4,5-volts batterijen. Vanzelfsprekend kan ook een voedingseenheid worden gebruikt, mits deze 9 volt levert, maar aangezien niet mag worden verwacht dat iemand de elektro-nische sirene zeer lang achtereen zal laten loeien, is voeding uit batterijen de goedkoopste oplossing.

Lijst van gebruikte onderdelen

TR1, 2BC 549B
TR3BC 557
LSAD 3370/Y 150
R1, 21O kΩ
R3330 Ω
R43,3 kΩ
R56,8 kΩ
R6390 Ω
R7, 8, 92,2 kΩ
R104,7 kΩ
R1110 kΩ of groter (zie tekst)
C1, 2, 310 µF / 16 V
C4, 5, 622 nF
C7100 nF