Rob's web

Transistortester

Dit kleine en goedkope apparaat is bijzonder geschikt voor het snelle sorteren van grote aantallen transistors. Het geeft onmiddelijk aan of een geteste transistor een PNP of een NPN-tipe is, en of de kollektor-basis en emitter-basis overgangen in orde zijn.

Het principe van deze tester is zeer eenvoudig. In figuur 1 is de schakeling weergegeven. De transistoren T5 en T6 vormen een multivibrator, die een laagfrekwente blokgolf produceert. Dit signaal wordt door T7 versterkt, waarna het de transistoren T8 en T9 beurtelings in verzadiging stuurt en spert.

Fig 1
Figuur 1. Het schema van de transistor tester.

De weerstand R9 wordt dus beurtelings verbonden met massa en met de plus van de voeding. Via deze weerstand wordt de basis van de geteste transistor gestuurd.

Bij een NPN transistor kan er nu stroom lopen vanuit de plus via T8, R9, de basis-kollektor overgang, D5 t/m Dg en T1 naar massa: de lamp L1 brandt. Tegelijk loopt ook een stroom via de basis-emitter overgang, die T2 stuurt zodat lamp L2 brandt. Wanneer de basis van de geteste NPN transistor via R9 en T9 niet massa verbonden wordt (dus T8 spert), zullen de basis-emitter en basis-kollektor overgangen sperren. Er brandt dan geen enkele lamp.

Bij een PNP transistor daarentegen zullen de lampen L1 en L2 gedoofd blijven, terwijl L3 en L4 juist branden. Als echter van deze PNP transistor bijvoorbeeld de emitter-basis overgang doorgeslagen is (kort-gesloten), dan kan er niet alleen een stroom van emitter naar basis maar ook een stroom van basis naar emitter vloeien. In dit geval branden de lampen L2, L3, en L4. Van een dergelijke transistor is de basis-kollektor overgang nog goed bruikbaar als diode.

In figuur 2 zijn alle mogelijke kombinaties van brandende lampen weergegeven, met de betekenis hiervan. De kombinaties 1 en 2 geven aan dat de transistor goed is, zij het dat de stroomversterking bijzonder gering kan zijn. De kombinaties 3 t/m 10 geven exemplaren aan waarvan slechts een overgang in orde is. Dergelijke exemplaren zijn alleen als diode nog te gebruiken. De kombinaties 11 t/m 14 tenslotte geven uitschot aan.

Fig 2
Figuur 2. De betekenis van alle mogelijke kombinaties van brandende lampen. "1" en "2" zijn goede transistors; "3" t/m "10" zijn nog bruikbaar als diode; "11" t/m "14" zijn volledig onbruikbaar.