Rob's web

Kirlianfototoestel

Foto 1

Kirlian- of aurafotografie heeft weinig gemeen met de gebruikelijke fotografie. Kirlian-foto's zijn 'stralings'afdrukken die een verschil laten zien tussen levende en dode stoffen. Er wordt door aanhangers beweerd dat bepaalde lichamelijke en zelfs psychische toestanden van mensen kunnen worden vastgelegd op fotogevoelige plaat. Kirlian-foto's ontstaan niet door de inwerking van daglicht, maar onder hoogspanning. Hoe? Dat komt in dit artikel aan de orde.

Er is niets nieuws onder de zon: Kirlianfotografie is al zo'n dikke 50 jaar bekend. Was men indertijd aangewezen op de traditionele roetoden om de benodigde hoogspanning op te wekken, sinds enige jaren heeft de elektronica ook hier zijn intrede gedaan. Kirlian-fotografie is een hoogspanningsfototechniek, waarbij onder invloed van sterke elektronische wisselvelden bepaalde ontladingen optreden, die zich uiten op fotogevoelig materiaal. Indien hand of vinger(s) als objekt worden gebruikt, dan geeft het fotogevoelig materiaal - na ontwikkelen en fixeren - een bepaald beeld te zien, dat kwa vorm en kleurpatroon (bij gebruik van kleurenfilm) volgens de opvattingen van de Kirlian-adepten samenhangt met de psychologische konditie van de eigenaar van de hand. Het is niet aan ons om een uitspraak te doen over de waarde, die aan dit soort interpretaties moet worden toegekend. We verschaffen slechts de hamer; het timmeren laten we aan de lezer over.

N.B. De Kirlian-fotografie wordt uitputtend (?) behandeld in de eerste hoofdstukken van het boek van Matthijs van der Veer; Psychotronica', dat wordt uitgegeven door Ankh-Hermes te Deventer.

Het toestel

Voor de opwekking van de hoogspanning wordt gebruik gemaakt van een afgedankte bobine, die kan worden verkregen door een kort bezoek aan een autokerkhof. In figuur 1 treffen we de schakeling aan voor de sturing van de bobine (L1/L2). Het gaat hier om de 'Universele ontsteking' uit de halfgeleidergids 1974 (schakeling 6). De oorspronkelijke weerstand R3 komt te vervallen; R2 wordt 100 ohm. Deze schakeling wordt nu echter niet gestuurd uit het onderbrekerkontakt, maar uit de schakeling van figuur 2, welke bestaat uit een astabiele multivibrator rond IC 1. De frekwentiebepalende komponenten zijn R4, P1 en C1 of C2. De weerstanden R1, R2 en R3 zijn van invloed op de DC-instelling en de hysterese van IC1. De transistoren T1 en T2 van figuur 2 zorgen ervoor dat op punt X energieke pulsen verschijnen. De voeding van figuur 3 spreekt voor zichzelf.

Fig 1
Figuur 1. Als hoogspanningsgenerator doet de universele ontsteking uit de halfgeleidergids 1974 dienst. De sturing vindt plaats uit de schakeling van figuur 2, in plaats van via het onderbrekerkontakt.

Onderdelenlijst bij de figuren 1 en 4.
R147 Ω 1 watt
R2100 Ω 1 watt
R30 Ω (draadbrug)
R4,R533 Ω 10 watt
D1,D2,D3,D41N4148
Dz200 ... 240 volt zener (zie tekst)
T1BD242, staat foutief in het schema vermeld.
T2BU111
L1,L2bobine
 5 aansluitstrips met passende kabelschoenen

Fig 2
Figuur 2. De stuurschakeling bestaat uit een astabiele multivibrator. De frekwentie van de blokspanning - en daarmee de frekwentie van de hoogspanning - is binnen wijde grenzen instelbaar met P1 en C1/C2. Dit is vooral voor kleurenopnamen van belang.

Onderdelenlijst bij de figuren 2, 3 en 5.
R1,R347k
R222 k
R4,R510k
R62k2
R7,R81 k
R91k2
P1potmeter 100 k lin
C1560 n
C2100 n
C3,C44700 µ/25 V
C510 µ/10 V
C647 µ/10 V
D1,D2diode 50 V/5 A
IC1741
T1BC557B
T2BC141
T3BC547B
Tr1transformator 2x12 V/1,5 A
S1schakelaar enkelpolig om
S2dubbelpolige schakelaar

Fig 3
Figuur 3. De voeding voor de schakeling van figuur 2.

In figuur 4 is de komponentenopstelling getekend van de bestaande print (EPS 4523). Op de plaats van R3 wordt een draadbrug gemonteerd. Het kontakt rechtsboven in figuur 4 wordt nu gebombardeerd tot X. De zenerdiode Dz moet opgebouwd worden uit een aantal 1 watt-zeners met een totale zenerspanning van 200 à 240 volt. De schakelingen volgens de figuren 2 en 3 worden ondergebracht op een print, waarvan in figuur 5 alle gegevens te vinden zijn.

Fig 4
Figuur 4. De print van de schakeling van figuur 1. Het gaat hier om een reeds lang bestaande print. De aansluiting voor het onderbrekerkontakt (rechtsboven) wordt vervangen door een aansluiting, genaamd X.

Fig 5
Figuur 5. De print voor de schakelingen van figuur 2 en 3.

De figuren 6 en 7 geven een visuele indruk van de opbouw van het Kirlianfototoestel. Plexiglas leent zich zeer goed voor de behuizing vanwege de uitstekende isolerende eigenschappen. Figuur 8 geeft de afmetingen van de behuizing. Voor de bodemplaat en voor de vier opstaande zijden wordt 5 mm dik plexiglas gebruikt; de bovenplaat wordt 3 mm dik.

Fig 6
Figuur 6. Onder-aanzicht van het Kirlian-fototoestel.

Fig 7
Figuur 7. Zij-aanzicht van het Kirlian-fototoestel.

Fig 8
Figuur 8. Een maatschets voor het Kirlianfototoestel.

Tegen de onderkant van de bovenplaat wordt een aluminium plaat met een dikte van 1 à 2 mm gelijmd met een twee-komponentenlijm. De te lijmen oppervlakken worden vooraf ruw gemaakt. Voordat tot lijmen wordt overgegaan, wordt in een der hoeken (niet in het midden) van de aluminium plaat een gat van 3 mm geboord en aan de plexiglaskant verzonken, waarna in dit gat een M3-bout met verzonken kop wordt aangebracht (zie figuur 9). Een en ander aangevuld met een soldeerlip en een moer levert de hoogspanningsaansluiting op.

Fig 9
Figuur 9. Detail van de hoogspanningsaansluiting voor de elektrode, welke bestaat uit een aluminiumplaat met een dikte van 1 à 2 mm. De aansluiting moet zich in een der vier hoeken van de plaat bevinden.

Aangezien er levensgevaarlijk hoge spanningen optreden, dient tijdens de bouw zeer grote zorgvuldigheid in acht te worden genomen op het punt van isolatie. Het gebruik van het toestel in vochtige ruimten wordt ten strengste afgeraden. De plexiglas-bovenplaat mag niet dunner dan 3 mm zijn. De aluminiumplaat dient bij ingeschakelde voedingsspanning onder geen beding te worden aangeraakt. Het gebruik van het toestel door hartpatiënten wordt eveneens afgeraden.

Het fotograferen

Als fotogevoelig materiaal komen in principe alle zwartwit- en kleurenfilms in aanmerking. Het materiaal wordt - met de gevoelige kant boven - op de bovenplaat gelegd. Vervolgens wordt het te Kirlianiseren objekt op het materiaal geplaatst (wellicht een open deur, maar dit vindt allemaal plaats bij absolute duisternis, of bij omgevingslicht waarvoor de betreffende film ongevoelig is). Gedurende een 'belichtingstijd' van 1 à 5 sekonden wordt nu het toestel ingeschakeld. De foto's van figuur 10 en van figuur 11 geven aan wat er dan ontstaat. In figuur 10 gaat het om een vers geplukt blad; in figuur 11 om drie oude bladen. De 'aura's' verschillen onderling nogal. Voer voor 'aurologen'. Kirlian-foto's zijn ook in kleur zeer goed mogelijk. De frekwentie van de wisselspanning is van invloed op de dominerende kleurtoon van de foto (variërend tussen overwegend rood en overwegend blauw); de frekwentie is binnen wijde grenzen instelbaar met potmeter Pl van de stuurschakeling (figuur 2) en met C1/C2.

Fig 10
Figuur 10. Kirlian-opname van een vers geplukt boomblad. 'Belichtingstijd' ca. 2 sekonden bij een frekwentie van ongeveer 50 Hz.

Fig 11
Figuur 11. Kirlian-opname van drie - reeds lang geleden gevallen - boomblaadjes. Kondities als in figuur 10.