Rob's web

High-level mixer

De dynamiek van een ontvanger is sterk afhankelijk van de eigenschappen van de mixer. Het is dus van groot belang dat de mixer vervormingsvrij grote signalen kan verwerken en daarbij een zo klein mogelijke ruisbijdrage levert. Als de ruisbijdrage in het gebied tussen 0,1 en 30 MHz minder is dan 10 dB en een konversieversterking optreedt van ca. 6 dB, kan de mixer direkt als ingangstrap van de ontvanger worden gebruikt.

Voor enkelsupers met een vrij hoge middenfrekwentie (bijv. 9 of 10,7 MHz), is het kwa konstruktie gemakkelijk als de HF- en oscillatoringang hoogohmig zijn. Bijgaande schakeling voldoet aan deze eisen:

Twee ingangssignalen, elk van 2,5 Vtt, resulteren in een uitgangssignaal met een derde orde IMD van -45 dB ten opzichte van een uitgangssignaal. Bij een optimale instelling van P1, Zs en Zp bedraagt de konversieversterking ca. 6 dB, bij een ruis-bijdrage van ca. 4 dB.

De schakeling ziet er symmetrisch uit, maar is dit niet helemaal. Het ingangssignaal op G1 is verzwakt op beide sources aanwezig en de beide drainsignalen zijn dus wel in tegenfase maar niet aan elkaar gelijk. Nog sterker geldt dit voor het oscillatorsignaal. Voor het mengprodukt zijn de drainsignalen wel in fase.

Fig 1
Fig. 1.

Uit het bovenstaande volgt dat het per definitie onmogelijk is om een goede onderdrukking van het ingangs- en het oscillatorsignaal te verkrijgen. De verhouding Z/Zs moet tussen 6 en 10 liggen. Het gemakkelijkst is het om Zs kleiner te nemen dan men denkt nodig te hebben en in serie met Zs een weerstand op te nemen.

Hoewel deze 'long tailed pair' mixer in de meeste handboeken is opgenomen, wordt vaak over het hoofd gezien dat de schakeling zonder Zs niet behoorlijk werkt. De mixer dankt zijn smalbandig gedrag aan Zs, die reëeel en minimaal is op de middenfrekwentie. Dit is eerder een voordeel dan een nadeel, omdat de meeste MF-filters buiten het doorlaatgebied een hogere impedantie bezitten dan in het doorlaatgebied, wat de oorzaak kan zijn van oversturing aan de mixer-uitgang.

Voor de afregeling gaat men als volgt te werk:

Zs wordt weggelaten en er wordt een dusdanig sterk HF-signaal (bijv. de 40 meter band 's avonds) toegevoerd, dat net kruismodulatie hoorbaar wordt. P1 wordt dan afgeregeld op minimale kruismodulatie (eventueel het HF-signaal verder verhogen). Hierna wordt Zs aangebracht. Mits juist gedimensioneerd, verhoogt dit de waarde van het MF-signaal, zonder dat de kruismodulatie toeneemt. Door het toevoeren van een meetzendersignaal van voldoende grootte is men verzekerd van IM-produkten. Er dient wel op te worden gelet dat er geen IM ontstaan na de mixer!