Rob's web

Roger-piep

De mikrofoon van een zend/ontvanger is meestal voorzien van een zogenaamde Push To Talk-schakelaar, kortweg P.T.T.-schakelaar genoemd, die moet worden losgelaten om ontvangst mogelijk te maken. Om het tegenstation op de hoogte te stellen van het feit dat het zijn beurt is om te gaan zenden, kan het loslaten van De P.T.T.-knop worden gevolgd door het uitzenden van de letter K in morsekode. Dit 'dah-di-dah' wordt de betekenis toegekend van 'klaar voor ontvangst/over'.

Het hierbij afgedrukte schema toont hoe een automatische 'dah-di-dah'generator gekombineerd met een sturing van het receive/transmit-relais (trx-relay) kan worden gerealiseerd. In figuur 2 is te zien hoe het 'dah-didah'-signaal is opgebouwd. Er wordt gebruik gemaakt van een signaal met een frekwentie van 800 Hz (instelbaar met P1) dat in de vorm van bursts wordt uitgezonden. De burst van een streep duurt drie maal zo lang als die van een punt; streep en punt worden door een pauze met dezelfde tijdsduur als een punt gescheiden.

Fig 1
Figuur 1.

Onderdelenlijst figuur 1
R1680 k
R2470 k
R3,R1210 k
R4,R9,R11100 k
R5,R7,R1047 k
R822 k
P11 M
P250 k
C156 n
C210 n
C3 22 n
C4100 n
C56n8
IC14017
IC24013 (FF1, FF2)
IC34011 (N1 ... N4)
IC44025 (N5 ... N7)
D1,D2,D3DUS
T1,T2BC557
T3BC140
S1,S2enkelpolige omschakelaar

Om de 3:1 verhouding te realiseren is gebruik gemaakt van een tiendeler welke de oscillator op gezette tijden stopt. De tiendeler zelf wordt door een oscillator bestuurd, waarvan m.b.v. P2 de frekwentie is in te stellen tussen 5 en 15 Hz, zodat dus de snelheid bepaald kan worden waarmee de boodschap dah-di-dah wordt uitgezonden.

Fig 2

Door het indrukken van de P.T.T.knop wordt het trx-relais bekrachtigd zodat de zender wordt ingeschakeld. Laat men de P.T.T.-knop los dan zal het relais nog even aangetrokken blijven en de morsekode worden uitgezonden. In de stand a van S1 wordt het 'dah-di-dah' volledig uitgezonden, in stand b alleen de eerste 'dah'. Is de boodschap beëindigd dan valt het relais af en kan ontvangen worden. De voedingsspanning van de schakeling mag liggen tussen 5 V en 18 V. Bij 12V is de stroomopname (uitgezonderd de stroom door het relais) zo'n 2 mA. Het type relais dient te zijn aangepast aan de voedingsspanning (Utr) van de transceiver.

Fig 3