Rob's web

Spiroskoopprint

Uit lezersreakties blijkt er nogal een grote belangstelling te bestaan voor de in het september-nummer '78 gepubliceerde spiroskoop. Voor dit ontwerp was echter geen print ontworpen. Om aan de wens van velen tegemoet te komen, wordt hierbij een print-layout afgedrukt voor degenen die deze print zelf willen (en kunnen) vervaardigen. Ook is de spiroskoopprint leverbaar via de EPS.

Voor degenen die het betreffende artikel (nog) niet gelezen hebben, even een korte uitleg over het doel en de werking van de spiroskoop.

Ondanks het grote nut van een oscilloskoop staat dit apparaat een groot gedeelte van zijn leven werkloos. In kombinatie met de spirator (lijnenspel-generator) uit figuur 1 kan de skoop allerlei oogstrelende patronen op zijn scherm weergeven. De patronen zijn opgebouwd uit een aantal Lissajousfiguren. Twee resonantiekringen (opgebouwd rond IC2/IC3 en IC5/IC6) leveren gelijktijdig, op kommando van een multivibrator (IC1), gedempte (in amplitude afnemende) sinussen. Via de X- en de Y-ingang van de skoop op het beeldscherm geprojekteerd, leveren zij een boeiend (stilstaand) lijnenspel op.

Fig 1
Figuur 1. Het schema van de spirator, die in kombinatie met een skodp een kreatieve spiroskoop vormt. In afwijking met het in sept. '78 gepubliceerde schema is hier ook een uitgang getekend die een geinvesteerd Z-signaal geeft.

Aangezien de frekwentie en de demping van beide sinussen instelbaar zijn, resp. met P1/P3 en P2/P4, kunnen ontelbaar veel verschillende patronen gekreeerd worden. Het Z- of Z-uitgangssignaal (afhankelijk van skooptype), aangesloten op de intensiteitsmodulatieingang, voorkomt storende lijnen op het beeldscherm tijdens de aanstootfase van de resonantiekringen.

Een kontinu wijzigend patroon verkrijgt men door op de stuuringangen (Mx en My) een laagfrekwent signaal aan te sluiten. Verschillende (in vorm, frekwentie en amplitude) modulatie-signalen zijn mogelijk. Een voorwaarde die aan deze signalen gesteld wordt, is dat ze geen DC-komponent mogen bezitten (dus AC-gekoppeld), omdat anders de kans bestaat dat het patroon geheel of gedeeltelijk buiten het beeld valt. De amplitude van het modulatie-signaal mag maximaal 15 V bedragen. Desgewenst kunnen de weerstanden R13 en R20 aangepast worden indien de invloed van het modulatiesignaal niet naar wens is.

De voeding

In figuur 2 is het schema voor de voeding van de spiroskoop gegeven. De positieve voedingshelft wordt door een geintegreerde spanningsstabilisator geleverd (IC9). De negatieve spanning wordt m.b.v. een opamp (IC10) en een transistor (T2) van de positieve spanning afgeleid. De uitgang van de opamp regelt T2 zo dat op de emitter van deze transistor een spanning staat, die een zodanige waarde heeft dat het knooppunt R24 - R25 op massapotentiaal ligt. Aangezien R24 gelijk is aan R25 zal de negatieve voedingsspanning -5 V bedragen.

Fig 2
Figuur 2. Een symmetrische voedingsspanning voor de spirator.

De print

De koper-layout en de komponentenopstelling van de print zijn in figuur 3 weergegeven. Op deze print kan zowel de spirator (lijnenspelgenerator) als de voeding (behalve de trafo) ondergebracht worden. In kombinatie met de skoop vormen zij de spiroskoop.

Fig 3
Figuur 3. Koper-layout en komponentenopstelling van de print waarop spirator (lijnenspelgenerator) en voeding ondergebracht kunnen worden.

Onderdelenlijst bij figuur 1, 2 en 3.
R1,R9,R10,R16,R17,R24,R2510k
R2,R3,R8,R1 1,R12,R14,R15,R18,R19,R21100 k
R422 k
R5,R234k7
R6,R221 k
R72k2
R13,R20220 k
P1 ... P410k lin.
C147 n
C2 ... C510n
C6,C7220 µ/16 V
C8,C910 µ/10 V
T1BC107,BC547
T2BC557
IC1 ... IC7, IC10741
IC84016, 4066
IC978L05ACZ of 78L05CZ
D1 ... D41N4001
Tr1trafo 2 x 6 V/100 mA
S1dubbelp. netschakelaar
F1smeltveiligheid 100 mA
PrintEPS 9970

De print is uitgevoerd met een Z- en een Z-uitgang. Een van deze uitgangen kan uiteraard alleen gebruikt worden indien de skoop van een Z-ingang voorzien is. Welke uitgang benut moet worden, hangt (zoals reeds gezegd) van het type skoop af. Proberen geeft hier snel uitsluitsel.

Mocht het beeld zichtbaar flikkeren, dan kan de waarde van C1 verkleind worden.