Rob's web

EXOR-impulsvormer

De figuur toont een schakeling waarmee van een blokvormig signaal een impulssignaal met de dubbele frekwentie kan worden gemaakt. Dat er impulsen worden gevormd is te danken (of te wijten?) aan het feit dat de ingangssignalen van de laatste van de vier poorten (N4) niet gelijktijdig aankomen. Het ene signaal komt rechtstreeks van de blokspanning, het tweede signaal heeft eerst de drie poorten N1 t/m N3 moeten laten schakelen. Voor de 4-voudige EXOR, type 7486, geldt dat de tijdsvertraging van een "van-laag-naar-hoog-gaand" signaal ca. 18 ns (18 miljardste delen van een sekonde!) bedraagt als de andere ingang "hoog" is, terwijl die vertraging voor een "van-hoog-naar-laag-gaand" signaal ca. 13 ns is. Stellen we de gemiddelde vertraging op zo'n 15 ns, dan betekent dat een vertraging van 3 × 15 = 45 ns na drie poorten. Aangezien de uitgang van een EXOR "laag" is als beide signalen gelijk zijn en de beide signalen aan N4 ten opzichte van elkaar geinverteerd zijn, zal de uitgang van N4 alleen "laag" zijn gedurende de zeer korte tijd dat beide ingangen als gevolg van de vertraging gelijk zijn. Aan de uitgang van N4 verschijnt dus steeds een negatieve impuls, met een breedte van ca. 45 ns, bij elke positieve en bij elke negatieve flank van de blokspanning.

Fig 1