Rob's web

VHF-konverter voor kortegolfontvangers

Veel nieuwsgierige luisteramateurs vinden na een tijdje het bereik van hun kortegolfontvanger (doorgaans 0,1 ... 30 MHz) wat krap, Ze zouden ook graag weten wat er zich op de hoger gelegen banden zo allemaal afspeelt. Met behulp van deze konverter kunnen ze hun nieuwsgierigheid bevredigen.

Wat is een konverter? Een konverter is eigenlijk een "frekwentieomzetter" die het gewenste ontvangstbereik omwerkt tot een voor de ontvanger in kwestie geschikt bereik. Een soort "leesbril" voor de ontvanger dus, waarvan de uitgang wordt verbonden met de antenne-ingang van de kortegolf-ontvanger. Bijgaande konverterschakeling is geschikt voor ontvangst van het VHF-gebied 60 ... 90 MHz (eventueel ook 30 ... 60 MHz) en bestaat uit een HF-voorversterker, een oscillator en een mixer. Het door de antenne opgepikte 60 ... 90 MHz signaal wordt door MOSFET T1 versterkt en met behulp van de kringen L1/C1 en L2/C2 gefilterd. Via potmeter P1 kunnen de kringen door middel van varicapdioden ruwweg op de juiste ontvangstfrekwentie worden afgestemd, zodat P1 dus de funktie van "preselektor" vervult. Na te zijn versterkt gaat het signaal de mixer (T2) in, samen met een door kristaloscillator T3 geproduceerd 60 MHz signaal. Aan de uitgang van de mixer wordt met behulp van het filter L5/L6/L7/C8/C9 de verschilfrekwentie tussen beide signalen uitgefilterd. Voor het gebied 60,1 ... 90 MHz bedraagt die verschilfrekwentie dus ca. 0,1 .... 30 MHz: dat komt exakt overeen met het ontvangstbereik van de meeste kortegolfontvangers.

Fig 1

L112 wdgn, tap op 2 wdgn van koude einde, CuL 0,8 mm
L2a2 wdgn, CuL 0,6 mm
L2b12 wdgn, tap op 4 wdgn van koude einde, CuL 0,8 mm
L3a4 wdgn, CuL 02 mm op ferrietkraal
L4b1 wdg, CuL 0,3 ... 0,4 mm op ferrietkraal

Luchtspoelen ø 8 mm.

L1 en L2 moeten beide worden gewikkeld op een potlood (8 mm), voor L4 kan als kern een ferrietkraal worden gebruikt en L3, L5, L6 en L7 zijn alle standaard-smoorspoeltjes. De spoelgegevens zijn in het schema vermeld. Afregeling heeft de konverter nauwelijks nodig. Als men beschikt overeen frekwentieteller, kan de oscillatorfrekwentie met C3 en C4 eventueel precies op die van het kristal worden afgeregeld. Per se nodig is dat niet; met de trimmers in de middenstand zal de frekwentie doorgaans al nauwkeurig genoeg zijn. Dan moeten nog de kringen L1/C1 en L2/C2 op het juiste frekwentiebereik worden afgeregeld. Dat is vrij gemakkelijk te doen: Men zoekt eerst een zender op met een frekwentie rond 60 MHz en regelt de ontvangst af op maximum door samendrukken resp. uiteentrekken van de wikkelingen van L1 en L2. Dan zoekt men een zender op aan de hoge kant van de band (rond 90 MHz) en "piekt" de trimmers C1 en C2.

Voor de voeding van de konverter zijn twee spanningen nodig: een gestabiliseerde spanning van 12 V (stroomopname ca. 40 mA) en een afstemspanning van 24 V. Laatstgenoemde voeding hoeft slechts ca. 1 mA te kunnen leveren, maar dient wel zeer goed gestabiliseerd te zijn. O ja, we zouden het bijna vergeten: Wanneer u meer geïnteresseerd bent in het bereik van 30 ... 60 MHz, dan volstaat het om het aantal windingen van L1 en L2 te verdubbelen.

Verder blijft alles hetzelfde!