Rob's web

Bandfilter met extra tegenkoppeling

Een belangrijke eigenschap van een bandfilter is de zogenaamde vormfaktor. Deze geeft de verhouding aan tussen de bandbreedte van het filter en de bandbreedte bij een gewenste minimale verzwakking. Zo is bij MP-filters de vormfaktor gewoonlijk gedefinieerd als:

Eq 1

Bij LP-filters wordt vaak de volgende definitie gehanteerd:

Eq 2

Een andere belangrijke grootheid is de groepslooptijd. Deze bepaalt hoe pulsvormige signalen en sinus-bursts worden verwerkt. Binnen de doorlaatband dient de groepslooptijd konstant te zijn om deze signalen zo goed mogelijk door te geven. Het gebruikelijke aktieve filter met lokale tegenkoppeling voor elke tweede-orde-sektie (multiple feedback filter) scoort op de bovenstaande punten niet altijd even goed. Het "wondermiddel" in de elektronica is terugkoppeling. Bij de hier getekende schakeling is te zien wat daarvan het resultaat is. In de grafiek "no feedback" is de situatie getekend zonder R14 en R16 (dus zonder extra terugkoppeling). We vinden dan een bandbreedte van 50 Hz bij -3 dB en 450 Hz bij -40 dB. Dat geeft een vormfaktor van 9.

Fig 1

Fig 2

Met terugkoppeling heeft het filter een bandbreedte van resp. 200 Hz (-3 dB) en 660 Hz (-40 dB). Dat is een vormfaktor van 3,3. Ook de groepslooptijd (delay) is binnen de doorlaatband binnen akseptabele grenzen konstant. Zo'n bandfilter met extra tegenkoppeling kan dus betere resultaten geven dan de klassieke opzet.

Fig 3