Rob's web

Quinoa

Quinoa

Chenopodium quinoa

Ganzenvoet (of ganzevoet) (Chenopodium) is een geslacht uit de amarantenfamilie (Amaranthaceae). Het geslacht telt zo'n honderd soorten, die voornamelijk in gematigde streken voorkomen. De naam ganzenvoet refereert aan de bladvorm van sommige soorten, Chenopodium is afgeleid van 'chenos' (= van de gans) en 'podion' (= voetje).

Herkomst

Voornamelijk Peru, Colombia, Bolivia, Ecuador, Chili en Argentinië en Canada

De 'oersoort' van quinoa is al 3000 jaar als voedsel bekend en kan alleen in het specifieke microklimaat van het Andesgebergte geteeld worden.

Doordat quinoa kwalitatief hoogwaardig voedsel is zijn er in Amerika en Canada variëteiten ontwikkeld die minder specifieke eisen aan het klimaat stellen en ook buiten Zuid Amerika verbouwd kunnen worden.

Bron: De kook tips

Toepassingen

De soort Quinoa (Chenopodium quinoa) is al duizenden jaren in gebruik in de Andes. De zaden worden gemalen tot meel en gebakken als brood of gefermenteerd tot een zure pap. Andere ganzenvoetsoorten, zoals met name spinazie (Spinacia oleracea), worden gebruikt als bladgroente. Quinoa-zaden worden ook als bestanddeel gebruikt in shampoos en conditioners. Daarnaast is quinoa gekookt of gestoomd zeer goed te eten als vervanger van graan.

De zeer algemeen voorkomende melganzenvoet (Chenopodium album) wordt vaak als onkruid beschouwd, maar de bladeren zijn eetbaar, evenals de met de quinoa verwante zaden. Deze hebben een hoog gehalte aan eiwitten, caroteen, calcium, kalium en ijzer.

Welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides, synoniem: Chenopodium ambrosioides) levert chenopodiumolie, die als wormmiddel wordt ingezet. Ook thee getrokken van deze soort werd als geneesmiddel tegen wormen gebruikt.

De pollen van deze plant kunnen leiden tot allergische reacties, verwant aan hooikoorts.

Quinoa is een 'pseudo-graan', de zaadjes, het meel en alle andere afgeleide producten van quinoa bevatten geen gluten.

Quinoa is een uiterst voedzaam product. De korrel bevat veel hoogwaardige aminozuren en er zit zeer veel voor de industrie goed bruikbaar zetmeel in. Dat zetmeel is toepasbaar als vetvervanger in de slasaus of bijvoorbeeld als smaakversterker in de vla.

Quinoa (Chenopodium quinoa Willd.), is een van oorsprong Zuid-Amerikaanse plant. De zaden worden als graan gebruikt, hoewel het geen echt graan is. Het wordt al eeuwenlang gebruikt om brood van te bakken of pap van te maken. De plant kan één tot drie meter hoog worden en de groeicyclus duurt 120 tot 160 dagen. Quinoa kan groeien in de koude, droge hooglanden van Zuid-Amerika en geeft een hoge opbrengst zonder dat het land er intensief voor bewerkt moet worden. Quinoa is resistent tegen nachtvorst en kan op een zeer arme bodem groeien.

Tijdens de verwerking is het van belang dat de beschikbaarheid van ijzer vergroot wordt. Quinoa bevat namelijk een remmende factor hiervoor: phytaat.

Door ontkieming, weken en fermentatie worden endogene phytases geactiveerd. Deze breken phytaat af en door deze afbraak wordt de biobeschikbaarheid van ijzer vergroot. Fermentatie levert het beste resultaat (97-98% phytaat-hydrolyse). Ook moeten tijdens de verwerking saponines verwijderd worden. Dit zijn glycosides die een bittere smaak veroorzaken en waarvan sommige typen toxisch kunnen zijn. Ze bevinden zich vooral in de zaadhuid. Het verwijderen van saponines kan gebeuren door de zaadhuid mechanisch te verwijderen of door de zaden te spoelen met water. Deze laatste is de meest effectieve methode, aangezien dan ook de saponines die zich in het vruchtvlees bevinden verwijderd worden. Quinoazaden bevatten grofweg 15% eiwit, 6% vet, 60% zetmeel, 4% as, 3% vezel en 12% water.

Quinoa is een gewas met zowel buiten als binnen Europa vele toekomst mogelijkheden. Het is een gewas dat weinig eisen stelt aan bodem, klimaat en boer. Tevens kan quinoa in de toekomst nog verder veredeld worden waardoor het beter geschikt wordt voor de Europese omstandigheden, zowel wat teelt als markt betreft. Quinoa kent vele toepassingsmogelijkheden in levensmiddelen, die zorgen voor smakelijke producten, rijk aan nutriënten.

Quinoa, het graan van de toekomst?

Eigenlijk mogen de kleine, plat-ronde, geel-witte zaadjes geen 'graan' heten, quinoa is een andere naam voor gierstmelde, in de verte familie van de suikerbiet. Al 5000 jaar voor het begin van onze jaartelling werd quinoa op de hoogvlaktes van de Andes verbouwd door de Inca's. Het werd gegeten vooral als begeleider van en aanvulling op de aardappelmaaltijden. En die oude Inca's hadden het blijkbaar nog niet zo slecht bekeken. Toen de NASA op zoek was naar geschikt eten voor astronauten kwam al snel de quinoa op het menu te staan.

Hier in Nederland is quinoa nog vrij onbekend, alhoewel de supermarkten en natuurvoedingszaken het in het schap hebben staan. In Amerika is het verbruik flink groeiend door de gezondheidstrend waar quinoa prima in past.

Quinoa is een Zuid-Amerikaanse plant.

De quinoa (Chenopodium quinoa) is een aan de spinazie verwante plant uit de Andes in Zuid Amerika. De plant is ongeveer 0.7-3.0 m hoog met wit-gele bloemen. Quinoa en quinoa producten worden al duizenden jaren gebruikt door de verschillende Indiaanse bevolkingsgroepen in de Andes. De zaden worden gemalen en als brood gebruikt, of worden met behulp van bacterien gefermneteerd tot een soort zure pap. In het huidige Bolivia wordt ongeveer 5% quinoa meel toegevoegd aan het standaard meel voor het bakken van brood. Op kleinere schaal wordt quinoa meel gemengd in meel bestemd voor pasta en koekjes, met name in Peru.

Quinoa, trots van de indianen

Dicht bij de koffiebonen van de Illimani-koffie in het Andesgebergte van Bolivia groeit de quinoaplant. De Indianen verbouwen quinoa al meer dan 5000 jaar. De Spaanse kolonisten verboden het verbouwen en het gebruik van quinoa omdat zij dachten dat de Indianen speciale krachten uit dit voedsel haalden. Daardoor werd het alleen nog hoog in de Andes op afgelegen plekken verbouwd. Aan deze moedige Indianen en het feit dat het een zeer sterke plant is hebben we te danken dat quinoa nog steeds bestaat. Quinoa betekent: 'graan dat groeit waar gras niet kan groeien' Het kan op zeer arme grond groeien en zelfs vrieskou heeft geen invloed op de groei. De plant is familie van de spinazie, de bladeren worden in Bolivia als groente gegeten. De kleine witte graanbolletjes (vergelijkbaar met couscous) worden gekookt.

Wat overblijft wordt gevoerd aan de dieren. Quinoa is nooit meer het volksvoedsel geworden dat het was voordat de Spanjaarden voet aan wal zetten. Tarwe is goedkoper doordat de overheid de import hiervan uit Europa en de Verenigde Staten subsidieert. Voor een groot deel van de Boliviaanse bevolking is quinoa hierdoor te duur en de rijken willen het niet eten omdat zij het 'Indianenvoer' vinden. De lokale voedselproductie wordt nog verder verstoord door de buitenlandse voedselhulp.

Quinoa is een zeer voedzaam gewas. Met meer eiwit, mineralen, vitaminen en plantaardige vetten dan graansoorten als rijst, gerst, tarwe, haver en ma‹s. Vooral het aandeel eiwit is hoog en het bevat zelfs vitamine C. Quinoa is eenvoudig te bereiden, snel klaar en veelzijdig.