De flitser bestaat uit lamphouder met reflector. Verder is een lampuitwerper aanwezig om de hete lampjes uit te werpen.
Het stroomcircuit is eenvoudig en bestaat uit een electrolytische coondensator, batterij en weerstand. De batterij is meestal 15 of 22,5 V.
De elco wordt opgeladen door de flitslamp in de houder te plaatsen. Het opladen duurt enkele seconden.
Na gebruik kan de batterij blijven zitten maar dan dient er geen lampje in de flitser te zitten. Bij langdurig niet gebruiken de batterij eruit halen.
Er zijn flitsers die een testfunctie hebben, maar de meeste hebben die niet.
Men kan lampjes met een universeelmeter doormeten. Als u nog met lampjes wilt flitsen dan zullen dit altijd oude lampjes zijn.
Controleer of de draadjes op de lampjes heel zijn en meet ze door met een Ohm meting. Dit zal niet tot ontsteking lijden.
F | Snelle lampen, met een piektijd van ca. 5 ms en een flitsduur van minder dan 10 ms (op halve piek), die gebruikt zou kunnen worden met X-synchronisatie-aansluitingen van bladluiken met snelheden tot 1/100 s. |
---|---|
X | Een Duitse klasse die tussen de typen F en M ligt, met een piektijd van 10-18 ms en de meest voorkomende flitsduur van 8-10 ms. Deze lampen kunnen worden gebruikt met X gesynchroniseerde blad- en spleetsluiters met snelheden tot 1/30 s. Dit moet niet worden verward met de veel vaker voorkomende "X-Sync" die wordt gebruikt voor elektronische flitser ("X" staat voor "Xenon-lamp"). |
M | Lampen met gemiddelde snelheid, met een piektijd van 18-20 ms en doorgaans een flitsduur van 8-12 ms. |
S | Langzaam brandende lampen met hoog vermogen, met een piektijd van ca. 30 ms. Vanwege de lange flitsduur (zo'n 20-30 ms) kon het S-type worden gebruikt met bladluiken met snelheden niet hoger dan 1/20 s, maar het richtgetal was aanzienlijk hoger dan bij andere typen flitslampen. |
FP | Langzaam brandende lampen bedoeld voor synchronisatie met spleetsluiters bij snellere sluitertijden. Hoewel ze gewoonlijk "Focal Plane"-lampen worden genoemd vanwege hun primaire gebruik met spleetvlaksluiters, stonden de letters "FP" oorspronkelijk voor "Flat Peak", verwijzend naar de lange duur van relatief gelijkmatig licht dat ze produceerden, wat gunstig is voor zelfs belichting van een filmframe bij gebruik met spleetsluiters bij snellere sluitertijden. Type FP had een piektijd van ca. 30-35 ms en 25-35 ms flitsduur op halve piek, met relatief gelijkmatige helderheid. |
1/30 s komt overeen met 33,33 ms.
Toen camera's voor een breder publiek beschikbaar kwamen werd het eenmalige flitslampje uitgevonden. Hierin bevindt zich een kleine gloeidraad en een kluwen fijn metaaldraad (meestal magnesium) in een omgeving waarin zich ook zuurstof bevindt. In de houder (met reflector) bevindt zich een batterijtje die een condensator oplaadt. De condensator wordt, als de foto wordt gemaakt, ineens over de gloeidraad ontladen, waardoor het magnesium in enige tientallen milliseconden met een felle flits geheel opbrandt. Een dikke kunststof coating voorkomt dat het lampje zelf explodeert. De houder heeft een drukknopje om het gebruikte lampje uit te werpen, want het lampje is na gebruik te heet om aan te pakken.
Voor kleuren fotografie moeten de blauwe flitslampen gebruikt worden omdat de witte een te geel licht leveren. De witte flitslampjes zijn voor zwart/wit fotografie.
Een flitslamphouder uit 1960. De flitser wordt met een kleminrichting, die tevens als elektrisch contact dienst doet, op de Click en Clack camera's van AGFA vastgezet. Ook de Agfa synchro box gebruikte deze flitser.
PF1 flitslampje voor zwart/wit fotografie.
Om het nadeel van het verwisselen van flitslampjes op te vangen maakte Kodak voor zijn Instamatic-toestellen sinds 1965 flitsblokjes met vier flitslampjes, elk met eigen kleine reflector. Na iedere foto draait het flitsblokje een kwartslag. Na vier foto's moet het hele blokje vervangen worden.
Latere blokjes bevatten tot wel tien flitslampjes in een houder. Dit werkt alleen met speciale camera's. Polaroid gebruikt platte multflah blokken.
Deze bevat vier lampjes de met een batterij ontstoken moeten worden.
Flitsblokje met vier lampjes
Een MagiCube, ook wel "Magicube" genoemd, is een flitslampsysteem dat wordt gebruikt door de Instamatic-reeks Kodak-camera's. Het systeem bestond uit een flitslamp voor eenmalig gebruik die aan elk vlak van de kubus was gemonteerd. Na de belichting draaide het duimwielmechanisme van de film de kubus naar het volgende vlak. Met dit systeem kon de fotograaf vier flitsfoto's maken voordat hij de kubus moest vervangen. Elke lamp was een op zichzelf staand systeem dat in staat was om zirkoniumfolie te ontsteken zonder dat er een externe stroombron nodig was. Een plastic staaf in de kubushouder activeerde meestal de lamp om hem te ontsteken.
Stopcontact
De socketvorm vormt een "X" en de middelste pin is vierkant. Bijgevolg werd de naam "X-Cube" synoniem met Magicube. Er zijn geen elektrische contacten in dit systeem. De flitser ontsteekt door middel van een mechanische slagpin die wordt getimed door de sluiter.
Flitsbalkken zijn vooral door Polaroid gebruikt voor ze overstapte op de electronenflitser.
De flashbar heeft twee keer 5 lampjes en als de eerste 5 gebruikt zijn draai je de bar om en gebruik de tweede rij.
Flashbar voor de Polaroid SX-70.
Bij losse flitslampen speelt de kwaliteit van de reflector een rol.
Flitslampjes | |
---|---|
AG1, AG1B | 32 |
AG3, AG3B | 40 |
PF1, PF1B XM-1, XM-1B | 40 |
PF5 | 65 |
PF25 | 100 |
M3 | 75 |
Flitsblokjes | |
PFC4 | 30 |
X-cube | 25 |
De flitser wordt op de accesoireschoen geplaatst.
Er kunnen witte of blauwe lampjes in gestoken worden.
Zet de camera op 1/30 en het diafragma afhankelijk van de filmgevoeligheid en afstand.
De eerste flitsers werden met een kabeltje op de camera aangesloten. Later is men begonnen om een flitscontact in de accesoireschoen te plaatsen. De massa is de flitsschoen.
Wilt u flitsen dan dient u een nieuwe lamp in de houder te plaatsen. Hierdoor wordt de condensator via de weerstand en lamp opgeladen. Op het flitscontact staat na enige tijd de batterijspanning. De lamp wordt ontstoken door het flitscontact met massa te verbinden zodat de condensator snel ontlaad en de lamp ontsteekt.
Als u de flitser niet gebruikt dient u deze zonder lampje er in op te bergen. De batterij kan blijven zitten. Bij langdurige opslag de batterij er uit halen.
De reflector is bepalend voor de vorm van de lichtbundel en de lichtverdeling. Deze worden van aluminium gemaakt.
De flitser heeft een batterij van 15 V of 22,5 V.
Deze batterijen zijn slecht verkrijgbaar, maar via ebay of ali express worden ze wel eens aangeboden.
Dit is een 15 V batterij welke vooral in kleine flitsers wordt gebruikt. Wordt ook in AVO multimers voor weerstandsmetingen gebruikt.
10F15 15 V batterij en vervanging.
Op de foto hier boven staat rechts een vervanger voor de 10F15 met 10 × AG10 batterijtjes.
Dit is een 22,5 V batterij welke in flitsers en in analoge multimeters voor weerstandsmetingen wordt gebruikt.
15F22 22,5 V batterij.
De flitser kan een hoge spanning op het flitscontact hebben staan. Gebruik flitslampjes alleen op camera's die ervoor geschikt zijn.