Flitsadapter voor flitsers met hoge spanning
De huidige norm (ISO 10330) voorziet in maximaal 24 V, maar sommige merken hebben maximaal 6 V. Zelfs een standaard flitser, bijvoorbeeld een METZ 45 CT (minder dan 24 V) kan met plezier een Canon G (6 V, arm klein ding!). Lees de handleiding van het apparaat en de flitser goed door. Deze adapter heeft geen extra voedingsbron nodig, in tegenstelling tot apparaten met opto-koppeling.
R2 R1
(+) o------------+-------+-----/\/\----/\/\-----+----o flits synchro-aansluiting (+)
flitsschoen | | 4M7 4M7 |
middencontact | _|_ C1 ____|____
| --- 22nF _\_/_/_\_ Triac TO92
ZD1 _|_, | /G | A1 400V,1A
5V6 '/_\ + -----------------' |
| __|__ D1 |
flitsschoen | _\_/_ 1N4148 |
houder | | |
(-) o------------+-------+----------------------+----o flits synchroon aansluiting (-)
De triac kan een TICP206D (RS 638-481) zijn. Zelfs de eerbiedwaardige TIC201D (TO220) gaf voldoening. De camera ziet nooit een spanning hoger dan zo'n 5V, wat zelfs voor de Canon G1 draaglijk moet zijn :-). De flitsspanning kan variëren van 6 V tot meer dan 300 V. Door de omvang van dit spanningsbereik kan de adapter zelfs worden geplaatst ongeacht het flitsmodel, hoge of lage spanning op het synchronisatiecontact . De veiligheid van het apparaat en die van de activering zijn gewaarborgd.
De belastingsweerstand van de condensator, 10 megaohm, is verdeeld over twee componenten van 4,7 megaohm. De gebruikelijke 1/4 W-componenten ondersteunen ongeveer 200 V. De weerstand laadt de condensator C1 op via de diode D1, tot iets minder dan 5,6 V omdat de stroom erg laag is, juist vanwege de enorme weerstand R1+R2. Wanneer de interne thyristor van de camera sluit, is de bovenste (positieve) plaat van de condensator verbonden met aarde. Het onderste anker past daarom een negatieve spanning toe op de triac-trigger, de diode is in tegengestelde richting voorgespannen en geblokkeerd. De triac activeert de flitser. Een thyristor zou hier niet passen, je hebt een triac nodig om de trigger op een negatieve puls te krijgen (ten opzichte van anode 1)
De oplaadtijd van condensator C1 tussen twee opeenvolgende flitsen (berekend, niet gemeten) is ongeveer 0,15 seconden. Elke flitser heeft iets meer tijd nodig om op te laden en klaar te zijn voor de volgende flits.
Een mogelijke realisatie
Het samenstel, zelfs gemaakt van "grote vinger" -componenten (in tegenstelling tot opbouwmontage), kan worden ondergebracht in een adapterschoen zoals het Kaiser 1300-model.
Sabot op de flank Sabot van driekwart gezicht De sabot is normaal gesproken bedoeld om een flits aan te sluiten op een klauw (flitsschoen in patois) zonder contact in de sabot. De output is via een standaard coaxiale connector. De montage ziet aan de ene kant (kap) de spanning van de flitser en presenteert aan de andere kant (contact) de gereduceerde spanning. Een op deze manier gemodificeerde schoen maakt het mogelijk om zonder nadenken elke flitser op elke camera aan te sluiten.
Hier is de schoen en alle benodigde onderdelen. De triac is een MAC97A8 (Philips), de rest is gewoon. De twee schalen waaruit de schoen bestaat, worden bevestigd met twee zelftappende schroeven. Het binnenaanzicht toont de zijcontacten en het centrale contact met zijn veer. De geperforeerde bakelieten plaat wordt gesneden en geboord om de contactveer van de flitsschoen (onder) te isoleren van het contactoogje in het midden van de koker (boven).
Anode 1 van de triac is direct gesoldeerd aan een kant van het zijcontact, dat aarde of gemeenschappelijk vertegenwoordigt.
De anode 2 is via een flexibel draadje aan het centrale contact van de fitting gesoldeerd. De pin rechtstreeks solderen zou een tegenvaller zijn, omdat het zijdelingse contact enigszins mobiel is (rol van de veer). Het draagt de hele triac met zich mee. Vroeg of laat zou een starre verbinding breken.
De kathode van diode D1 is met de kleine blauwe draad verbonden met de andere kant van het U-vormige zijcontact.De rest van de bedrading reproduceert het schema, behalve dat de zener aan de klemmen van de condensator is gesoldeerd. De 5V6 zener locker was leeg, dit is een 4V7.
De bakelieten plaat is niet bewerkt, maar gebeeldhouwd: het gat van 3 mm biedt doorgang voor de centreerpen van de veer, die zich op de bovenste schaal bevindt. Dit gat is afgeschuind om de installatie te vergemakkelijken.
We zullen de verleiding weerstaan om in een van de gaten van 1 mm te boren, er moeten wat pellets over zijn om contact met de veer te verzekeren. Boor hiervoor tussen de hoeken van de remblokken, beginnend met een geleidegat van 1 mm om wegglijden te voorkomen. De afschuining wordt gemaakt met een grote boor (8 of 10 mm) die met de hand wordt vastgehouden.
Het inzetstuk loopt helemaal door tot aan de zijwand, waardoor het niet rond de centreerpen kan draaien.
Plaats voor het sluiten een strook bristol tussen het centrale contact (hoogspanning) van het stopcontact en de veer van het centrale contact van de schoen, om isolatie te garanderen (een riem en bretels).