Bereidingstijd

• 30 minuten

Oventijd

• 2½ uur

Benodigdheden voor ongeveer 8 personen

• 1 niet te vette jonge gans van 3½ kg
• 100 g boter
• zout
• peper uit de molen
• 500 g krielaardappeltjes
• 8 geschilde meiraapjes
• 200 g panklare worteltjes
• 400 g grofgesneden panklare groene kool bladeren
• 200 g doorregen spek
• 1 Gelderse rookworst of 200 g kookworst
• 200 ml kippebouillon
• worcestersaus

Tip van de kok

• Leg op de groente kort voor het serveren kleine klontjes roomboter.
• Strooi op de kool een mespuntje nootmuskaat en op de worteltjes wat poedersuiker.
• Vervang de kippebouillon door een zelfgetrokken bouillon van het afval van de gans. Laat dit een uur zacht koken in 200 ml water met ½ winterpeen, 1 kleine ui, 1/3 bosje selderij, 1/3 prei, zout en peperkorrels.

Bereidingswijze

1. Was de gans in- en uitwendig.
2. En verwijder eventueel overtollig vet.
3. Bind de vleugels op de rug aan elkaar.
4. Bind ook de poten aan elkaar.
5. Warm de oven voor en smelt de boter in een steelpannetje.
6. Schuif het rooster of de braadslede even onder het midden van de oven.
7. Plaats de ovenvaste schaal of braadpan op het rooster.
8. Giet er de helft van de gesmolten boter in en laat deze heet worden.
9. Dep de gans droog en wrijf deze in met zout en peper.
10. Strooi ook wat zout en peper in de buikholte.
11. Leg de gans in de braadslede en giet er de rest van de boter over.
12. Braad de gans onder af en toe keren en bedruipen met de jus aan alle zijden mooi bruin.
13. Temper de oven tot 200°C (gasstand 4-5).
14. Laat de gans verder gaar sudderen.
15. Sluit de braadslede of dek deze af met aluminiumfolie als de gans te donker dreigt te worden.
16. Zet ¾ uur voor de maaltijd, als de gans al meer dan half gaar is, de krielaardappeltjes, de raapjes en worteltjes op met een bodem water en wat zout.
17. Leg de groene kool met het aanhangend waswater in de pan.
18. Leg het spek en de worst op de kool.
19. Houd de inhoud van de pan ongeveer 10 minuten tegen de kook aan.
20. Neem het spek en de worst uit de pan.
21. Strooi wat zout op de kool.
22. Laat die in de gesloten pan op de laaggedraaide warmtebron staan.
23. Snijd het spek en de worst in plakken.
24. Leg die op de kool en neem die pan van de warmtebron.
25. Prik met de vork in een dik gedeelte van het vlees in de gans, die is gaar als het gemakkelijk gaat.
26. Controleer of de aardappels, raapjes en worteltjes gaar zijn en neem de pannen van de warmtebron.
27. Laat de pannen gesloten staan.
28. Haal de braadslede uit de oven.
29. Knip het bindmateriaal door en verwijder dat.
30. Leg de gans op de voorverwarmde serveerschaal.
31. Schep daar met de schuimspaan de aardappels, raapjes en wortelen op.
32. Laat het kooknat steeds in de pan teruglopen.
33. Schep 2/3 deel van het vet uit de braadslede.
34. Schenk er de kippebouillon in.
35. Schik de plakjes spek en worst en de groene kool met zo min mogelijk kooknat op de serveerschaal rondom de gans.
36. Voeg het kooknat desgewenst nog aan de jus toe.
37. Serveer deze in de juskom.